Upadacitinib Upadacitinib
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8752-Upadacitinib
Bijlage bij Patiënten Informatie Dossier IBD
Uw arts of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van het medicijn Upadacitinib. In deze folder vindt u informatie over de werking en het gebruik van dit medicijn en wat u moet doen als u last heeft van bijwerkingen.
Dit is géén vervanging van de bijsluiter. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Bespreek ze dan met uw arts of verpleegkundige.
Wat doet Upadacitinib
Uw arts schrijft upadacitinib voor wanneer andere medicijnen niet of onvoldoende hebben geholpen. U merkt het effect van upadacitinib meestal al binnen 1 tot 2 weken. Er zijn ook patiënten bij wie de behandeling pas later effect heeft.
Upadacitinib behoort tot de groep van immunosuppressiva. Deze heten ook wel afweeronderdrukkers. Dit zijn geneesmiddelen die de natuurlijke afweerreactie van het lichaam onderdrukken. Upadacitinib is Janus-kinase (JAK) remmer. JAK- remmers verminderen de activiteit van een groep enzymen. U heeft hierdoor minder klachten zoals diarree, bloedverlies bij de ontlasting of buikpijn.
Infecties uitsluiten
Voordat u start met Upadacitinb is het belangrijk om infecties uit te sluiten of te behandelen.
U krijgt van te voren onderzoek naar de volgende infecties:
- Tuberculose: is een ontsteking die soms jarenlang ongemerkt in de longen aanwezig is, zonder problemen te geven. Het immuunsysteem houdt de bacteriën dan onder controle. Het gebruik van Upadacitinib kan ertoe leiden dat deze ontsteking actief wordt.
- Hepatitis B en C
- Soms een Hiv besmetting
Gebruik
U krijgt upadacitinib (Rinvoq®) in tabletvorm (pil). U start upadacitinib met een opstartschema. Dit betekent dat u de eerste 8 weken (colitis ulcerosa) of 12 weken (ziekte van Crohn) 1x per dag 1 tablet van 45 milligram inneemt.
Na deze periode start de onderhoudsdosering. Hierbij neemt u 1x per dag 1 tablet van 15 of 30 milligram in. Uw arts bepaalt de dosering (15 of 30 milligram) op basis van uw medische situatie. In overleg kan de arts met u een andere dosering geven.
Bijwerkingen
In de bijsluiter vindt u alle bijwerkingen. Deze kunt u rustig nalezen.
Ernstige bijwerkingen
- Gordelroos( herpes zoster), pijnlijke huiduitslag met blaren
- Longontsteking
Zeer vaak (bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
- Keel – en neusinfecties
- Puistjes( acne)
Vaak( bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
- Hoest
- Infecties van de plasbuis (urineweginfecties)
- Misselijkheid
- Hoofdpijn
- Vermoeidheid
- Veranderde bloedwaardes
- Koortsuitslag
- Griep
- Huiduitslag
Tijdens het gebruik van upadacitinib kunt u soms een verhoogd cholesterolgehalte krijgen. Via bloedonderzoek controleren we deze waarden.
Ook heeft u een grotere kans dat herpes zoster weer actief wordt. Herpes zoster is de veroorzaker van gordelroos. Gordelroos geeft een pijnlijke huiduitslag met kleine rode blaasjes. Meestal in de zij, aan 1 kant van uw lichaam.
Daarom krijgt u soms voor de start met upadacitinib een vaccinatie tegen herpes zoster. De kosten voor deze vaccinatie krijgt u niet vergoed door uw zorgverzekeraar.
Andere geneesmiddelen en upadacitinib
Upadacitinib kan een interactie hebben met andere medicijnen die worden omgezet door het CYP3A4-enzym. Voorbeelden van deze medicijnen zijn:
- itraconazol
- ketoconazol
- claritromycine
- posaconazol
- voriconazol
De combinatie met andere afweer onderdrukkende medicijnen geeft een relatief verhoogde kans op infecties.
Het advies is om geen grapefruits, grapefruitsap en producten waar grapefruit in voorkomt, te gebruiken
Zwangerschap en borstvoeding
Heeft u een kinderwens? Overleg dan altijd eerst met uw arts over deze wens. En over de invloed van Upadacitinib hierop. Wij raden het gebruik tijdens een zwangerschap of borstvoeding af. Omdat er nog weinig bekend is over de invloed van dit medicijn.
Autorijden
Upadacitinib geeft geen sufheid of slaperigheid. U mag gewoon autorijden tijdens de behandeling.
Vaccinaties
Vaccinaties werken minder goed als u Upadacitinib gebruikt. U mag geen vaccinaties met een verzwakte levende vaccin, zoals bof, mazelen, rode hond (BMR), gele koorts of BCG (tuberculose)krijgen tijdens het gebruik. Overleg met uw arts of verpleegkundige als u deze vaccinatie nodig heeft. Denk hierbij aan:
- gele koorts vaccinatie
- tuberculose (BCG)
- bof, mazelen, rode hond (BMR)
- rotavirus
- en sommige vaccinaties voor varicella (waterpokken).
Heeft u een van deze vaccinaties toch nodig? Vraag dan uw arts of verpleegkundige.
Wij raden u wel aan om elk jaar de griepprik te halen. En de pneumokokken vaccinatie (1 keer per 5 jaar).
Contact
Heeft u nog vragen? Neem dan contact met ons op. Meer informatie leest u in hoofdstuk 1 van het Patiënten Informatie Dossier IBD.
Maag, darm en leverziekten
088 624 62 23 (bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)