Contact
  1. ‘De combinatie van zieke patiënten en fitte sporters vind ik interessant’

Sportarts Aernout Snoek werkt al zestien jaar in Isala. ‘De belangrijkste veranderingen die ik zag? Sportgeneeskunde werd in 2014 erkend als specialisme en de patiëntengroep die moeite heeft met bewegen zonder dat daarvoor een lichamelijke oorzaak is, groeit.’

Aernout Snoek in Isala Harthuis

Als sportarts ziet Aernout zieke patiënten, zoals patiënten die na een hartinfarct of een bypassoperatie revalideren in Isala Harthuis. Maar ook super fitte sporters, zoals de schaatsers van Jumbo Visma. Aernout: ‘Die combinatie vind ik interessant. Daarnaast heeft inspanningsfysiologie mijn interesse. Wat maakt nou dat de een zoveel moeite heeft met bewegen en de ander tot de beste ter wereld behoort? Dat maakte dat ik uiteindelijk voor sportgeneeskunde koos.’

Afgezonderd

Voor de schaatsers van Jumbo Visma heeft Aernout meer een huisartsenrol. ‘Wat voor klachten heeft de sporter? Moeten wij afwachten of toch verwijzen naar een specialist? Hoe zorgen we ervoor dat de kans op ziek worden zo klein mogelijk is en bij ziekte hoe zorgen we ervoor dat ze zo snel mogelijk weer aan het trainen zijn. De afgelopen twee jaar ging het natuurlijk vaak over corona. Voor schaatswedstrijden, denk aan de Olympische spelen in China, golden hele strenge regels. Weken voordat de spelen begonnen, zaten de schaatsers daarom al afgezonderd in een hotel. Dat was zwaar voor hen. Ik hoop niet dat wij dit soort maatregelen voor gezonde sporters ooit weer mee maken.’

Elastiekje

Een groeiende groep patiënten, zijn mensen die moeite hebben met bewegen maar waarvoor geen duidelijke lichamelijke oorzaak is gevonden. Aernout: ‘Denk bijvoorbeeld aan moeheid of benauwd worden tijdens bewegen maar waarbij geen long- of hartproblemen werden vastgesteld. Soms is de oorzaak een tijd lang meer doen dan je op dat moment aankunt. Ik vergelijk het altijd met een elastiekje. Die kun je heel vaak oprekken en veert dan normaliter weer terug, maar als hij lang op spanning blijft staan gaat uiteindelijk de rek eruit. Dat gebeurt ook bij deze mensen. Wanneer dat de situatie is, moet je op een andere manier naar bewegen kijken. Op een vergelijkbare manier proberen wij ook de belastbaarheid van mensen met post-COVID klachten weer op te bouwen.’

Vrolijk

Twee dagen per week werkt Aernout in Isala Harthuis. ‘Hier revalideren patiënten na een bypassoperatie of een hartinfarct. Ik merkt dat patiënten het fijn vinden dat zij uitleg krijgen van een arts over ziekte en bewegen. Vaak kan ik patiënten geruststellen en uitleggen dat heel veel nog wel kan. Bij patiënten die inactief zijn zoek je samen naar een motivatie om in beweging te komen. Wat wil iemand weer kunnen? Er is een aandoeding (Spontaneous Coronary Artery Dissection) die vooral relatief jonge vrouwen treft. Van wie je vooraf niet verwacht dat zij risico lopen op een hartinfarct. Wij zijn recent de literatuur in gedoken om te kijken wat de wetenschappelijke adviezen zijn over bewegen. Daaruit bleek dat ook deze patiëntengroep meer kan doen dan ze op allerlei facebook groepen wordt geadviseerd. Die overdracht van wetenschap naar praktijk dat zijn dingen waar ik vrolijk van word.’

Droom

‘Mijn droom? Een regionaal expertise centrum leefstijlgeneeskunde. In de cardiologie is leefstijlgeneeskunde goed georganiseerd. Ik denk dat veel meer chronische patiënten daar iets aan kunnen hebben. Daar zou ik graag een bijdrage aan willen leveren.’