Contact
  1. ‘Haar vak- én mensenkennis hebben mij door moeilijke momenten geholpen’

Een houvast in onzekere tijden. Zo omschrijft Magda van Schubert de begeleiding in het ziekenhuis waar ze voor borstkanker werd behandeld. ‘Ik voelde me gesteund door een betrokken team van zorgverleners. Dat gaf me een veilig gevoel.’

Magda van Schubert

Het begon met vreemde trekkingen in de borst. Een paar weken later trok de tepel wat raar weg. Toen wist Magda eigenlijk al genoeg. ‘Zowel mijn kinderen als ik werken zelf ook in de zorg. Dat maakt je denk ik wat alerter op dit soort symptomen.’ De onderzoeken in het ziekenhuis bevestigden haar vermoeden. Het was inderdaad borstkanker. ‘Vlak na de diagnose voelde ik me verloren. Psychisch ging het niet goed met me. Kanker en dood waren voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mijn vader is overleden aan maagkanker toen ik tien jaar oud was. Dat heeft veel impact op mij gehad. Vroeger mocht je nergens over praten en dat heeft mij als kind tekort gedaan. Nu ik zelf kanker had, herbeleefde ik die tijd weer.’

Een betrokken team

Magda zocht psychische hulp en heeft daar veel aan gehad. Daarnaast voelde ze zich gesteund door het team zorgverleners dat om haar stond tijdens haar ziekte.
‘Het goede aan ziek zijn in de huidige tijd is dat artsen nu gewoon zeggen hoe het ervoor staat. Op een open en directe manier. Dat waardeer ik heel erg.’ Even valt ze stil op de vraag wat de begeleiding in het ziekenhuis voor haar heeft betekend. ‘Die is zo belangrijk geweest voor mij en mijn man. De dokter, de assistentes, de verpleegkundig specialist en regieverpleegkundige: Ze waren erg behulpzaam en werkten nauw samen. Vooral met de verpleegkundig specialist en regieverpleegkundige voelde het alsof ze dichtbij mij stonden. Dat gaf mij een veilig gevoel. Ik voelde me daardoor minder alleen ervoor staan.’

Vak- én mensenkennis

‘De regieverpleegkundige was mijn eerste aanspreekpunt en de spil in het hele behandeltraject. Met haar onderhield ik het meeste contact. Haar vak- én mensenkennis hebben mij door moeilijke momenten geholpen. Tijdens mijn tweede chemokuur kreeg ik last van neuropathie (beschadiging van zenuwen). Een bekend verschijnsel bij chemotherapie. Het maakte me bang, want zenuwen die eenmaal kapot zijn, blijven kapot. Diana (regieverpleegkundige) drukte mij op het hart: “Als het overgaat, is het niet erg. Maar blijven de klachten, dan moet je aan de bel trekken.”

‘Een week ging voorbij. Het bleef moeizaam gaan. Maar ik vond het moeilijk om de knoop door te hakken. Waar trek je de grens? Ik wilde natuurlijk wel dat de chemo zijn werk zou doen. Ik sprak Diana weer. “Als ik jou zo hoor, is het beter om te stoppen”, zei ze. “Ik ga contact opnemen met de oncoloog.” ‘Gelijk was ik het met haar eens. Het was de juiste keuze. Precies de daadkracht die ik op dat moment nodig had. Was ik niet gestopt, dan had ik er waarschijnlijk ernstige blijvende klachten aan overgehouden. En gelukkig liet de scan zien dat er van de tumor inmiddels weinig meer over was.’

Andere dingen belangrijker

De chemokuren en de bestralingen hebben hun werk gedaan. De tumor kon volledig verwijderd worden. Ook de poortwachtersklier werd weggenomen en onderzocht. Toen de uitslag waar ik zo op hoopte: geen uitzaaiingen. Pas toen ik dat hoorde, kon ik eigenlijk weer echt verder. Mijn man en ik zijn anders naar het leven gaan kijken door mijn ziekte. Andere dingen zijn belangrijker geworden. We gaan meer genieten. Lekker met de camper er op uit. Maar niet te lang, want ik wil ook volop kunnen genieten van mijn kleinzoon.’