Contact
  1. ‘Voor veel specialismen zijn wij enorm belangrijk’

8 november 1895 is de dag dat Wilhelm Röntgen röntgenstraling ontdekte. Een ontdekking die dagelijks mensenlevens redt. Daarom wordt er elk jaar op 8 november aandacht besteed aan de Dag van de Stralende Beroepen. Willemieke Snoep en Sietske de Boer werken beide als radiodiagnostisch laborant in Meppel en zijn trots op hun beroep.

‘Voor veel specialismen zijn wij enorm belangrijk’, vertelt Willemieke. ‘Als je je been breekt dan moet je toch weten waar de breuk zit. Als je kanker hebt, dan beelden wij het af zodat de arts de conclusie kan trekken. Zoals de vraag of er uitzaaiingen zijn of dat de behandeling aanslaat. Bijna alle patiënten krijgen met ons te maken.’
Maar het vak houdt meer in dan alleen ‘plaatjes maken’. Het vele patiëntcontact en de afwisseling maakt het dat beide laboranten nog elke dag met plezier naar hun werk gaan. Het kan echter soms ook lastig zijn.

Opgewekt

‘We laten niks merken áls we iets zien op de scan’, legt Willemieke uit. ‘We zijn net zo opgewekt voor- als na de scan, van ons horen ze niks. Anders maak je het jezelf wel erg moeilijk.’ Want de uitslag van de scan komt van de radioloog en de arts. ‘Wij zien wellicht veel, maar lang niet alles, we zijn niet degene die het nieuws brengt. Wij kunnen de patiënt niet uitleggen wat dit voor gevolgen heeft, wat een behandeling zou kunnen zijn. Niemand is erbij gebaat als we iets zeggen’, vult Sietske aan.

Uitdaging


Er zit veel afwisseling in hun werk. Sommige diensten draaien ze alleen, waardoor ze regelmatig voor extra uitdagingen komen te staan. ‘Denk aan een zware patiënt die bedlegerig is. Als je dienst hebt dan moet je bijvoorbeeld proberen een plaat onder die patiënt te krijgen. Dat vergt aardig wat spierkracht’, vertelt Sietske. Ook de MRI geeft de laboranten regelmatig een uitdaging. ‘Patiënten kunnen niet vlakbij de MRI komen met hun rolstoel, al dat metaal… Dan moeten we weer wat verzinnen’, legt Willemieke uit.

Kippenvel

Sietske: ‘Soms zie je patiënten weer terug, voor volgende scans of controle scans. Dan zien we dat onze beeldvorming heeft bijgedragen aan een behandelplan en aan het herstel. Dat is mooi om te zien en dat zijn waardevolle momenten.’

‘En als er kinderen komen met een antebrachii-fractuur, een gebroken onderarm, dan krijg ik kippenvel. Ook tijdens het onderzoek grijpt mij dat aan. Maar het is zo mooi om het af te ronden en het armpje in het gips te zien. Het is fijn dat je ze een beetje blij de deur uit gaan. Maar het maakt wel serieuze indruk op ons’, sluit Willemieke af.