Contact
  1. 5086-Onderzoek galwegen en/of afvoergang alvleesklier

Uitleg voorbereiding en onderzoek

ERCP staat voor Endoscopische Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie. Dit is een onderzoek van de galwegen en/of afvoergang van de alvleesklier. Hier leest u wat het onderzoek inhoudt en hoe u zich hierop voorbereidt.

​Uitleg

Een maag-, darm- en leverarts kijkt met een endoscoop (een kleine flexibele slang met een cameraatje) in de twaalfvingerige darm. Daar komen de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier in de darm uit. Via de endoscoop brengt de arts een dun slangetje (katheter) in de opening van de galwegen. Door contrastvloeistof in het slangetje te spuiten, worden de galwegen op een röntgenbeeld zichtbaar.

Als de arts tijdens het onderzoek een afwijking ziet, zal hij deze waar mogelijk meteen behandelen. Hierbij kunt u denken aan het insnijden van de opening van de galwegen, het verwijderen van stenen of het plaatsen van een buisje in een vernauwing of afsluiting. Ook kan de arts weefselstukjes uit de galwegen of uit het darmslijmvlies nemen om nader te onderzoeken.

Voorbereiding

Voorbereiding bloedverdunners

Het gebruik van Acenocoumarol of Fenprocoumon(marcoumar®)

Deze medicatie dient u te stoppen voor het onderzoek. De trombosedienst neemt contact met u op voor verdere instructies. Wij melden u vooraf aan bij de trombosedienst

Het gebruik van (Dabigatran (Pradaxa®), Rivaroxaban (Xarelto®), Apixaban (Eliquis®), Edoxaban(Lixiana®)

Deze medicatie dient u te stoppen voor het onderzoek. De trombosedienst neemt contact met u op voor de instructies. Wij melden u vooraf aan bij de trombosedienst.

Het gebruik van Carbasalaatcalcium (Ascal cardio®), Acetylsalicylzuur (Aspirine®) Clopidrogel (Plavix®, Grepid®, Iscover®), Ticagrelor (Brilique®), Prasugrel (Efient®), Persantin (Dipyridamol)®)

Deze medicatie kunt u gewoon doorgebruiken. Tenzij u deze bloedverdunner gebruikt in combinatie met een andere bloedverdunner. In dat geval neemt de intakeverpleegkundige contact met u op.

Weet u niet zeker of u bloedverdunnende medicatie gebruikt? Neem dan contact met ons op voor overleg.

Verdere voorbereiding

Eten en drinken

Tijdens dit onderzoek mag er geen voedsel meer in uw slokdarm of maag zitten. Om ernstige complicaties zoals longontsteking te voorkomen, moet u voor het onderzoek nuchter zijn. Dit houdt in:

  • Tot 6 uur vóór het onderzoek alleen een licht ontbijt zoals 2 beschuiten of 2 crackers of 1 boterham.
  • Tot 2 uur vóór het onderzoek alleen heldere dranken gebruiken (thee, water of appelsap).
  • Vanaf 2 uur vóór de opname in het ziekenhuis niets meer drinken.
    Als u medicijnen gebruikt, mag u deze met een klein beetje water innemen.

Bijvoorbeeld:
U wordt om 15.00 uur verwacht in het ziekenhuis. U mag dan vanaf 9.00 uur niets meer eten. Vanaf 13.00 uur mag u niets meer drinken.

Speciale aandachtspunten

  • Heeft u diabetes? Neem dan vóór het onderzoek contact op met de arts die uw medicijnen heeft voorgeschreven. Deze spreekt met u af hoe u uw medicijnen moet innemen ter voorbereiding op dit onderzoek.
  • Bent u (mogelijk) zwanger? Meld dit dan zo snel mogelijk aan de behandelend arts. Röntgenonderzoek kan tijdens de zwangerschap schadelijk zijn voor de ongeboren vrucht.
  • Omdat u een nacht ter observatie in het ziekenhuis blijft, is het belangrijk dat u uw medicijnen voor minimaal 24 uur meeneemt.

Onderzoek

Melden

Op de afgesproken tijd meldt u zich bij de afdeling Opname. Een gastheer/gastvrouw brengt u naar de verpleegafdeling. De verpleegkundigen van de afdeling brengen u naar de afdeling Radiologie (röntgenafdeling). Bent u al in het ziekenhuis opgenomen? Dan brengen de verpleegkundigen van uw afdeling u op het afgesproken tijdstip naar de onderzoekkamer.

In de onderzoekkamer

In de onderzoekkamer neemt u plaats op een onderzoekstafel. Als u een gebitsprothese heeft, moet u deze uitdoen.

Knijper en bijtring

Tijdens het onderzoek ligt u op uw buik of linkerzij. U krijgt een knijper op uw vinger om uw hartslag en het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren. Ook wordt uw bloeddruk gemeten. Verder krijgt u een bijtring tussen uw tanden (kaken) om de endoscoop te beschermen.

Sedatie

De ingreep gebeurt in principe onder diepe sedatie onder begeleiding van een sedatie praktijk specialist. Dit is een gespecialiseerd anesthesiemedewerker die zich bezighoudt met sedatie bij onderzoeken en behandelingen. Sedatie is het verlagen van de staat van het bewustzijn van een patiënt met het doel een onderzoek of ingreep aangenamer te maken. Dit gebeurt door het toedienen van medicijnen (sedativa) via een infuus dat u voor het onderzoek krijgt ingebracht. U valt dan vrijwel meteen in slaap. U merkt dan zo goed als niets van het onderzoek.

Let op
In de folder 'Diepe sedatie' vindt u meer informatie. Wilt u deze goed doorlezen vóór uw behandeling? Hier staan belangrijke adviezen in.

Inbrengen endoscoop

De endoscoop wordt met een glijmiddel ingesmeerd. Vervolgens brengt de arts de slang via uw mond in en vraagt u te slikken. Vandaar kan hij de slang verder zelf naar binnen schuiven tot deze zich ter hoogte van de galwegen bevindt. Bij het inbrengen en het verdere onderzoek houdt u voldoende ruimte over in uw keelholte om normaal te kunnen ademen.

Duur

Het onderzoek duurt 30 tot 60 minuten.

Na het onderzoek

Als het onderzoek klaar is, wordt u weer op uw ziekenhuisbed gelegd. U bent dan waarschijnlijk nog wat slaperig. De verpleegkundigen van de afdeling komen u weer ophalen. De eerste twee uur na het onderzoek mag u niet eten of drinken. Uw hartslag en bloeddruk worden regelmatig gecontroleerd. Als zich na deze periode geen problemen voordoen, mag u in principe beginnen met het drinken van water, nadien thee en bij geen klachten uitbreiden naar vloeibaar dieet. De dag na het onderzoek mag u, bij geen klachten, weer gewoon eten. Ter observatie blijft u een nacht in het ziekenhuis.

Uitslag

De zaalarts komt na een paar uur bij u langs om u de uitslag van het onderzoek te geven. De definitieve uitslag wordt opgestuurd naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.

Als u naar huis gaat, krijgt u meestal een brief en een vervolgafspraak mee.

Complicaties

Een ERCP is over het algemeen een veilig onderzoek. Toch kan soms een complicatie optreden:

  • Als u zich verslikt in de maaginhoud, kan dit tot een longontsteking leiden. Daarom is het belangrijk om nuchter te zijn.
  • Door het inspuiten van het contrastmiddel kan de alvleesklier ontstoken raken. Deze ontsteking herstelt meestal binnen enkele dagen, maar kan ook (hoewel dit zelden voorkomt) een ernstig verloop hebben.
  • Ook een infectie van de galwegen en/of bloedvergiftiging is mogelijk.
  • Bij het insnijden van de opening kan een bloeding ontstaan. Meestal is sprake van beperkt bloedverlies. Soms kan er een gaatje in de darmwand komen, wat aanvullende behandeling vereist.
  • Stenen kunnen soms te groot zijn om te verwijderen, zodat ze later alsnog operatief moeten worden verwijderd.
  • Meer informatie over mogelijke complicaties bij een ERCP-onderzoek vindt u in de bijlage Overdracht van infecties bij ERCP.

Wanneer bellen?

Heeft u thuis klachten, bijvoorbeeld veel buikpijn, koorts, braken of zwarte ontlasting? Neem dan contact op met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd of de arts die het onderzoek heeft uitgevoerd. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de dienstdoende maag-, darm- en leverarts via de receptie.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Endoscopie

088 624  33 20 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
088 624 50 00 (buiten kantooruren)

Laatst gewijzigd 15 maart 2024 / 5086

Gerelateerde folders