Bovenooglidcorrectie (methode plastisch chirurg) Bovenooglidcorrectie (methode plastisch chirurg)

Bij overhangende bovenoogleden (blepharochalasis)

Het komt regelmatig voor dat de huid rond de bovenoogleden zo uitrekt dat hij op de wimpers rust of over de ogenleden heen gaat hangen. Dit wordt blepharochalasis genoemd (blepharo is het Griekse woord voor ooglid en chalasis betekent ontspanning). Blefarochalasis kan problemen geven bij het zien. Ook vinden mensen vaak dat ze er door de aandoening moe of oud uitzien. Verder ervaren patiënten vaak een zwaar en moe gevoel, dat in de loop van de dag toeneemt.

Blepharochalasis van de bovenoogleden is meestal een gevolg van het slapper worden van de huid rondom het oog. Soms gaat dit samen met het uitpuilen van vetweefsel vanuit de oogkas. De blepharochalasis kan hierdoor worden versterkt. Dit kan gecorrigeerd worden met behulp van een bovenooglidcorrectie.

Overhangende bovenoogleden kunnen ook het directe gevolg zijn van een laagstand van de wenkbrauwen. Maar deze laagstand kan ook tegelijkertijd met een blepharochalasis plaatsvinden. In beide gevallen kan de plastisch chirurg een (aanvullende) correctie van de wenkbrauwen adviseren. Over de behandelingsmethode van de wenkbrauw is apart voorlichtingsmateriaal gemaakt.

Voorbereiding op de operatie

• Gebruikt u bloedverdunners (bijvoorbeeld Coumarine, Marcoumar, sinaspril, Sintrom, Ascal, APC, asprobruis, kinderaspirine)? Meldt u dit dan tijdens uw eerste gesprek met de plastisch chirurg. Hij zal u waarschijnlijk vragen om drie tot tien dagen voor de operatie met deze medicijnen te stoppen. U krijgt hierover instructies van de plastisch chirurg.
• Verwijder vóór de operatie make-up van uw gezicht (ook de ogen).

Operatie

Correctie van de bovenoogleden gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. De ingreep duurt drie kwartier. Vlak voor de operatie maakt de plastisch chirurg een tekening op de oogleden. Tijdens de operatie verwijdert hij het overtollige huid­ en vetweefsel. Het grootste deel van het litteken komt te liggen in de natuurlijke plooi van het bovenooglid zodat het nauwelijks zichtbaar is als u de ogen open hebt. Aan de buitenkanten loopt het litteken vaak iets door en valt het meestal weg tussen de kleine kraaienpootjes.

Na de operatie

• U mag na de ingreep direct weer naar huis. Als u bij uitzondering onder narcose wordt geopereerd, blijft u langer in het ziekenhuis, maar mag u wel dezelfde dag weer naar huis.
• Na de ingreep kunnen uw oogleden wat dik, blauw en gezwollen zijn. U kunt de ogen wel gewoon meteen openen en normaal kijken. Zelden is de zwelling zodanig dat het zicht wordt belemmerd. De ergste zwelling en verkleuring zullen meestal binnen tien dagen verdwenen zijn. Behalve enkele kleine pleisters wordt er geen verband aangebracht, zodat u zich gewoon kunt wassen en douchen.
• Het verdient aanbeveling om thuis de oogleden de eerste dag te koelen: elk uur vijf tot tien minuten. Daarmee wordt de zwelling wat tegengegaan.
• Om verdere zwelling te beperken is het van belang dat er zo min mogelijk druk op uw hoofd komt te staan. Dit houdt in dat u onder meer voorzichtig moet zijn met bukken, persen en tillen. Het kan prettig zijn om ’s nachts een extra kussen onder het hoofd te leggen. Ook kan het soms plezierig zijn de eerste paar dagen een zonnebril te dragen.
• Pijnstillers zijn meestal niet nodig.
• Na vijf tot zeven dagen verwijdert de doktersassistente op de polikliniek de hechtingen. Daarna kunt u het litteken eventueel met een zalf of crème voorzichtig insmeren, waardoor het sneller soepel wordt. Het gebruik van make­up is dan ook weer toegestaan.
• Zonlicht kan een litteken minder fraai laten genezen. In de zon, maar ook onder de zonnebank, is het verstandig om de ogen de eerste zes maanden goed bedekken. Denk hierbij aan een zonnebril of een zonnebrandcrème met een hoge beschermfactor.
• Na ongeveer drie maanden kan het uiteindelijke resultaat worden beoordeeld. De meeste mensen zijn heel tevreden over de ingreep zodat een controle op de polikliniek na drie maanden in principe niet nodig is. Als u toch op controle wilt komen, kan dat natuurlijk altijd.

Risico's en complicaties

• Enige lekkage van bloeddruppeltjes of wondvocht uit de wond is normaal. Soms treedt bij een bovenooglidcorrectie een nabloeding op. Dit is meestal niet ernstig, maar het duurt dan alleen langer voordat de oogleden en het gebied eromheen er weer normaal uitzien.
• Ook kan het voorkomen dat u uw ogen de eerste tijd na de operatie niet geheel kunt openen of sluiten. Om het eventuele uitdrogen van de ogen te voorkomen, kan de plastisch chirurg oogdruppels of zalf voorschrijven.
• Door littekenreactie kan het ooglid wat gaan trekken. Meestal duurt het een aantal weken tot maanden voordat dit helemaal over is. U kunt de littekens vanaf één week na de operatie voorzichtig insmeren en masseren om deze wat soepeler te maken.
• In het begin kunnen de oogleden wat dof, verdoofd of gevoelloos aanvoelen. Ook kunt u wat vochtophoping in de bovenoogleden ervaren. Deze klachten verdwijnen na verloop van tijd meestal vanzelf.
• Het resultaat van een bovenooglidcorrectie is meestal langdurig, maar als de huid en de spier rondom het oog verder verslappen, kan een nieuwe correctie nodig zijn. Ook een lichte asymmetrie (ongelijkheid) kan reden zijn voor een kleine correctie.

Belangrijk

Voor alle lichamelijke klachten of vragen geldt: als u iets niet vertrouwt, neem dan contact op met het ziekenhuis en vraag naar de dienstdoende plastisch chirurg.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u ons bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Plastische chirurgie
088 624 56 36 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Plastische chirurgie
088 624 56 36 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Ziekenhuis St. Jansdal

Polikliniek Chirurgie
(0341) 463 777 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Vergoeding

Voordat de behandeling van start gaat, raden wij u aan om uw verzekeringspolis te bestuderen of contact op te nemen met uw zorgverzekeraar. Zo weet u precies of de operatie wel of niet vergoed wordt. U komt daardoor naderhand niet voor verrassingen te staan.

Verantwoording

Deze informatie is samengesteld door de maatschap Plastische Chirurgie in samenwerking met de stafdienst Marketing en communicatie van Isala. De tekst is gebaseerd op voorlichtingsmateriaal van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie.