Contact
  1. 5536-Obstipatie: informatie voor ouders

U bent met uw kind naar Isala gekomen in verband met poepproblemen. De dokter heeft u verteld dat uw kind te veel ontlasting vasthoudt en last heeft van obstipatie (verstopping). Soms hebben ouders al opgemerkt dat de ontlasting niet iedere dag komt of dat de ontlasting fors en hard is. Er zijn ook kinderen die een beetje ontlasting verliezen in hun onderbroek. Deze brochure geeft u informatie over obstipatie en wat u kunt doen om mee te helpen dit probleem op te lossen.

Wat is normale ontlasting?

Ontlasting bestaat uit onverteerbare voedselresten, darmbacteriën en water en is over het algemeen bruin van kleur. Door voeding kan de ontlasting een andere kleur krijgen, bijvoorbeeld door het eten van bietjes of spinazie. Doordat de darm krampbewegingen maakt, komt de ontlasting naar het rectum. Op dat moment ontstaat normaal gesproken de aandrang om te poepen. Over het algemeen is de ontlasting vrij soepel en kan die gemakkelijk uitgeperst worden. Als de ontlasting te veel water bevat, is die dun of brijachtig. Is de ontlasting te hard, dan heeft die te lang in de darmen gezeten en is er te veel water uitgehaald.

Wat is obstipatie?

Sommige kinderen moeten twee a drie keer per dag naar het toilet, andere één keer per twee dagen. Dit is allemaal ‘normaal’, want niet iedereen poept hetzelfde. We spreken pas van obstipatie of verstopping als een kind drie keer per week of minder poept. Wanneer de ontlasting lange tijd in de darm blijft zitten, wordt die hard. Dit komt doordat er steeds meer water aan de ontlasting onttrokken wordt. Ook harde en forse ontlasting die moeilijk uit te poepen is, wordt obstipatie genoemd. Als kinderen die al zindelijk waren, weer in de broek gaan poepen, is dit ook vaak een teken van obstipatie. Een harde prop ontlasting in het laatste gedeelte van de darm blokkeert de uitgang. Pas als de darm erg vol zit, voelt het kind aandrang. Soms loopt er een klein beetje dunne ontlasting langs de harde ontlasting weg. Hierdoor ontstaan remsporen in de onderbroek. Het lijkt erop of het kind diarree heeft, terwijl juist het tegenovergestelde (obstipatie) aan de hand is. We noemen dit overloopdiarree.

Wat kunt u als ouder doen?

Voedingspatroon

Veel kleuters krijgen vezelarme tussendoortjes zoals rijstwafels en soepstengels. Ook oudere kinderen eten vaak vezelarme producten zoals witbrood, beschuit, witte rijst en macaroni. Deze producten verhogen de kans op vaste ontlasting. U kunt een kind met een verhoogde kans op obstipatie beter vezelrijke voeding geven. Vezels zijn onverteerbare stoffen die in plantaardige producten zitten (zie de voorbeelden de tabel).

Twee soorten vezels zijn van belang voor een goede stoelgang: oplosbare en niet-oplosbare vezels. Oplosbare vezels zitten in groenten, fruit en peulvruchten. In de darm werken bacteriën op deze vezels in. Hierbij komen stoffen vrij die de darmen tot beweging aanzetten en de ontlasting smeuïger maken. Tegelijkertijd zorgen ze ervoor dat de ontlasting niet te dun wordt.

Niet-oplosbare vezels komen voor in volkoren producten en noten. Deze vezels zuigen in de darm water op. Hierdoor wordt de ontlasting zacht. Omdat de werking van deze vezels berust op de opname van water, is het van belang dat uw kind voldoende drinkt. Veel chocola en chocolademelk vergroot de kans op obstipatie. Het is verstandig deze producten, net als de vezelarme etenswaren, slechts heel beperkt te geven aan kinderen met obstipatieklachten. Bruinbrood is dus beter dan wit brood. Groenten en fruit bevatten veel vezels en vergemakkelijken de ontlasting.

Tabel van verboden en aanbevolen voeding 
Verboden Aanbevolen
Chocolade Rauwkost
Chocolademelk Sla
Onrijpe bananen​ ​Fruit
Frisdrank met prik​ ​Bruinbrood
​Witbrood ​Meergranen rijst, macaroni en spaghetti
​Beschuit ​Andere meergranen producten

Tabel 1: De voedingsmiddelen op een rijtje

Mocht uw kind ondanks de voorzorgsmaatregelen obstipatie krijgen, dan kunt u beter geen voeding geven die tot gasvorming in de buik kan leiden, zoals uien, prei, spruitjes, koolsoorten (met uitzondering van bloemkool en broccoli), witte bonen, sterk gekruide producten, koolzuurhoudende dranken en kauwgom. Uw kind heeft door de obstipatie namelijk al last van een soms pijnlijke opgezette buik. Door dergelijke voeding wordt dit alleen maar erger.

Drinkpatroon

Het is belangrijk dat uw kind voldoende drinkt. Vezels trekken namelijk vocht aan en houden zo de ontlasting smeuïg. De juiste hoeveelheid vocht is afhankelijk van de leeftijd van uw kind. Wij adviseren aan schoolgaande kinderen om minstens anderhalve liter te drinken. Bij warm weer en koorts zweet uw kind bovendien meer dan normaal. U kunt in die situaties dan ook het beste extra vocht geven.

Kinderen verzetten zich soms tegen drinken. Het helpt om dan af te spreken met uw kind hoeveel er per dag gedronken wordt. U neemt een liter- of anderhalve literfles. Vul deze met water en iedere keer als het kind een beker thee, melk of andere drankjes gedronken heeft, mag hij of zij die hoeveelheid uit de waterfles halen. Op deze wijze wordt zichtbaar gemaakt hoeveel het kind die dag gedronken heeft en wordt het een soort wedstrijd. Wij noemen dat voor de kinderen de ‘truc met de fles’.

Beweging

Veel kinderen bewegen aanmerkelijk minder dan vroeger. Na een schooldag gaan ze televisie kijken of computeren. Stimuleer uw kind om buiten te spelen. Voor regelmatige ontlasting is voldoende beweging van groot belang, want dit stimuleert de darmbeweging. Het is (voor veel lichaamsfuncties) goed om uw kind aan sport te laten doen. Ook fietsen of lopen naar school is gezonder dan met de auto gaan. Verder is het aan te raden uw kind na de maaltijd eerst ongeveer tien minuten te laten bewegen (buiten spelen, touwtje springen of rennen) en daarna pas naar het toilet te laten gaan. Als een kind na het eten meteen voor de televisie gaat zitten, is dit niet bevorderlijk voor een goede stoelgang.

Lichaamshygiëne

Als uw kind geïrriteerde billen heeft, kan de ontlasting pijn veroorzaken. Hij of zij zal de ontlasting ophouden om de pijn te voorkomen. Ook dit kan tot obstipatie leiden. Zorg er daarom voor dat de irritatie zo snel mogelijk minder wordt. Dit doet u door de huid schoon te houden met water. Gebruik liever geen zeep of geparfumeerde tissues, omdat deze de huid uitdrogen en een droge huid kwetsbaarder is. Verder is het van belang dat uw kind geen broeierige kleding draagt, zoals kleren van nylon.

Toilethouding

De toilethouding is erg belangrijk voor kinderen met obstipatie. Laat uw kind goed op de wc zitten; de voeten moeten plat op de grond komen. Als dat niet lukt, gebruik dan een krukje zodanig dat de voeten, onderbenen en bovenbenen in hoeken van 90 graden staan. Is uw kind nog wat jonger, in de kleuterleeftijd of is het klein van stuk, dan is soms een brilverkleiner nodig. Met deze toilethouding is de kans op ontspannen van buik, billen en bekkenbodemspieren het grootst. Laat uw kind de buik slap houden en gedoseerd meepersen om de ontlasting te laten komen. Maak het op het toilet gezellig; een boekje lezen mag.

Toiletzit

Door langdurige ophoping van ontlasting is de darm uitgerekt en wordt het signaal dat de endeldarm gevuld is, te laat afgegeven. Om die reden is het nodig dat kinderen op vaste tijden op het toilet gaan zitten, bij voorkeur na de maaltijd (en een aansluitend kwartiertje beweging, zie hierboven bij ‘Beweging’).

Medicijnen

De arts heeft uw kind medicijnen voorgeschreven. Deze medicijnen, in combinatie met de reeds genoemde maatregelen, kunnen helpen om de ontlasting makkelijker te laten komen. Het is belangrijk dat u uw kind deze medicijnen gedurende een aantal maanden blijft geven. De arts beslist wanneer de medicijnen worden afgebouwd, zodat de darmen eraan wennen het zonder medicijnen te doen. Alleen in het geval van echte diarree kunt u hiermee tijdelijk stoppen. Welke medicijnen er zijn, leest u hieronder.

Weekmakers

Tot de categorie ‘weekmakers’ behoren de volgende medicijnen: Lactulose®, Legendal®, Transipeg®, Importal®, Magnesiumsulfaat, Movicolon®, PEG4000, Forlax ®, Natriumbifosfaat. De werking van deze medicijnen is tweeledig. Ten eerste worden ze door de bacteriën in de dikke darm afgebroken, waardoor de darminhoud zuurder wordt. Dit stimuleert de beweging van de darm. Daarnaast trekken de medicijnen water aan waardoor de ontlasting zachter wordt. Weekmakers worden bij voorkeur eenmaal daags na het ontbijt gegeven. Lactulose kan extra gasvorming in de darm geven.

Bulkvormers

Bulkvormers trekken vocht aan en zijn eigenlijk extra vezels. Metamucil®, Volcolon®, Normacol® en zemelen zijn bulkvormers. Als uw kind deze medicijnen krijgt, is het van belang dat hij of zij voldoende drinkt. Deze medicijnen houden namelijk vocht vast, waardoor de ontlasting meer volume krijgt. Dit zorgt ervoor dat de beweging van de darm wordt gestimuleerd.

Contactlaxantia

Tot de groep contactlaxantia behoren de medicijnen: Biscacodyl® en Dulco®-druppels. Biscacodyl kan oraal (via de mond) en in de vorm van een zetpil worden gegeven. Deze medicijnen prikkelen de darmwand en zorgen zo voor een toename van de beweging van de darm. Biscacodyl dient bij voorkeur niet met melk te worden ingenomen om aantasting van de zuurbestendige laag van de maag te voorkomen. Dulco-druppels werken na tien tot veertien uur, terwijl Biscacodyl al na vijf tot tien uur werkt.

Alternatieven middelen

Sommige ouders kiezen in eerste instantie voor alternatieve middelen, zoals frangula korrels of druppels en laxeerkruiden zoals senna, laxeerthee, roosvicee laxo of vijgenthee. Deze middelen zijn verkrijgbaar in reformwinkels. Bij hardnekkige obstipatie zal dit onvoldoende resultaat op leveren.

Klysmata

Tot de klysmata behoren Microlax® en het fosfaatklysma. Beide vloeistoffen worden via de anus met behulp van een klein slangetje naar binnen gebracht en hebben vaak na enkele minuten al effect. Colonspoelen is te vergelijken met klysmata. Er wordt echter alleen water gegeven zonder toevoeging van medicijnen.

Belangrijk

Het is heel belangrijk dat de medicijnen langdurig worden gegeven, anders komen de klachten binnen enkele weken terug. Overleg eerst met de arts als u denkt dat de medicijnen niet helpen of niet meer nodig zijn.

Hoe herkent u obstipatie?

De volgende verschijnselen kunnen erop wijzen dat uw kind last heeft van obstipatie:

  • donkere en harde ontlasting die nauwelijks zichtbare voedselresten bevat;
  • gasvorming en winderigheid;
    In de darmen bevinden zich bacteriën die gassen produceren. Als voedingsresten
    lang in de darm achterblijven, neemt de hoeveelheid gassen toe. De
    winden die hiervan het gevolg zijn, stinken meestal.
  • zeurende of krampende buikpijnen;
    Darmen maken knijpende bewegingen om ontlasting te verplaatsen en uit te persen. Bij obstipatie kan de darm de ontlasting niet verwijderen, waardoor de darm steeds harder gaat knijpen. Dit kan, net als het uiteindelijk uitpersen van de harde ontlasting, erg pijnlijk zijn. Deze pijn kan ervoor zorgen dat het
    kind de ontlasting ophoudt, hetgeen de verstopping verergert. De pijn centreert zich meestal rond de navel.
  • weinig eetlust ;
    De ontlasting in de darm zorgt voor een vol gevoel en een bolle buik, waardoor uw kind meestal geen zin heeft in eten.
  • braakneigingen (in extreme gevallen), die kunnen optreden tijdens of na de maaltijd door het volle gevoel;
  • huidirritaties;
    Bij obstipatie bevindt zich een harde massa in het onderste gedeelte van de darm. Deze is moeilijk uit te persen. Langs deze massa kan waterige ontlasting lopen, de zogenoemde overloopdiaree. Deze ontlasting stinkt meestal, geeft strepen in de luier of onderbroek en kan huidirritaties in de bilstreek veroorzaken.
  • ontwijkgedrag;
    Door de obstipatie is de aandrang verminderd en kan uw kind ‘plotseling’ ontlasting verliezen. Ook kan hij of zij last hebben van overloopontlasting. Kinderen vinden dit een vervelend probleem en hebben als oplossingsmethode zichzelf aangeleerd om te doen alsof het er niet is. Zij hebben een ontwijkhouding ten aanzien van dit probleem. Dit kan veel onbegrip opwekken in de omgeving. Het lijkt alsof het uw kind onverschillig laat, maar het tegendeel is waar.

Maïstest

Met de maïstest kunt u zelf eenvoudig controleren of uw kind voldoende ontlasting produceert. Geef uw kind maïs, rozijnen of erwten te eten. Dit zijn voedingsproducten die moeilijk verteren en daardoor in de ontlasting terug te vinden zijn. Als u binnen 24 tot 36 uur deze producten in de ontlasting vindt, kunt u er vrij zeker van zijn dat uw kind geen obstipatie heeft. Neemt u deze informatie die uit deze test komt, mee naar uw volgende polikliniekbezoek.

Dagboekje

Als uw kind regelmatig kleine beetjes ontlasting heeft, wil dit niet zeggen dat het geen obstipatie heeft. Er kunnen grotere hoeveelheden ontlasting in de darm achterblijven die voor obstipatie zorgen. Dunne ontlasting kan dan bijvoorbeeld overloopdiarree zijn, die langs de massa ontlasting loopt. In het dagboekje over ontlasting kunt u precies noteren wanneer uw kind ontlasting heeft gehad, hoe de ontlasting eruit ziet, hoeveel het is en of er sprake is van poepvegen of ontlastingverlies in de broek. Neemt u dit dagboekje mee bij uw bezoek aan de arts. Het kan zeer nuttige informatie geven voor de verdere behandeling.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar uw kind onder behandeling is:

Zwolle, Kampen of Heerde

Kindergeneeskunde
088 624 50 50 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

 

Meppel of Steenwijk

Kindergeneeskunde
088 624 32 46 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Verantwoording tekst

Deze tekst is samengesteld door het team van de Poepgoedpoli met dank aan UMC Utrecht, divisie Kinderen en AMC Amsterdam, afdeling Gastro-enterologie voor het gebruik van hun materiaal.

Laatst gewijzigd 11 maart 2022 / 5536