Contact
  1. 5875-Niet op de wc willen plassen of poepen

Stappenplan voor kinderen

Als een kind (3 tot 8 jaar) wél zelf voelt wanneer hij moet plassen of poepen, maar dit alleen in de luier wil doen en niet op de wc, kan een stappenplan helpen. Hier leest u er meer over.

Is het kind zindelijk?

Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar die wél zelf voelen wanneer ze moeten plassen of poepen (het zelf aangeven), maar dit alleen in de luier willen doen en niet op de wc, hebben een specifiek zindelijkheidsprobleem.

Zowel de blaas en darm als de sfincters en het zenuwstelsel zijn zodanig gerijpt dat het kind aandrang voelt en ervaart en weet dat hij moet plassen of poepen. Maar wanneer het kind op de wc of het potje wordt gezet, komt er niets: het kind raakt in paniek en kan niet plassen of poepen, tenzij het een luier om krijgt of heeft.

In wezen is dit kind zindelijk te noemen, alleen het gebeurt op de verkeerde plaats. Het is daarom eigenlijk geen zindelijkheidsprobleem maar een gedragsprobleem.

Onderzoeken

Als ouders en kind zich met dit probleem melden, is het belangrijk eerst een goede ziektegeschiedenis in beeld te krijgen (anders gezegd: anamnese af te nemen). Hierbij zullen de volgende onderwerpen aan de orde komen om uiteindelijk een behandelingsplan te kunnen opstellen:

  • Hoe is de zindelijkheidstraining verlopen?
  • Hoe was de reactie op de zindelijkheidstraining?
  • Hebben zich incidenten voorgedaan?
  • Hoe is de frequentie van plassen en poepen?
  • Hoe is de consistentie van de ontlasting?
  • Is er sprake van pijnklachten rond genitaal, anus in de buik?
  • Hoe is de omgang/ hantering van de luier?
  • Hoe is het gebruik van medicijnen?

Psychosociaal:

  • plaats in het gezin;
  • beschrijving karakter;
  • sociale activiteiten zoals in de peuterzaal of kinderdagverblijf;
  • reactie op frustraties;
  • reactie wanneer het kind iets moet doen waar het geen zin in heeft;
  • gevoeligheid;
  • omgang met angst;
  • sociale contacten;
  • reacties bij spelletjes, tegen het verlies kunnen.

Diagnose

Aan de hand van bovenstaande gegevens kan bepaald worden wat bij uw kind de oorzaak van het probleem is. Dit kan zijn:

  1. angst voor het toilet door een eerder opgedane negatieve ervaring, bijvoorbeeld plotseling doortrekken of pijn bij het plassen of poepen. Algemene angst voor de wc omdat het kind fantasieën zou hebben dat er een krokodil in het toilet zit, komt minder vaak voor dan wij denken. Meestal is er een duidelijke aanleiding voor de angst;
  2. autonomieprobleem of neiging tot autonomie: dit betekent dat het kind moeite heeft met macht en graag alles zelf wil bepalen. Het is een karaktertrek die vaak ook bij vader of moeder speelt. Door niet op de wc te plassen of te poepen kan het kind echt zelf bepalen wanneer en waar hij plast of poept en dat geeft onbewust een prettig machtsgevoel. Dit is vaak de oorzaak wanneer er géén sprake is van angst en wanneer karaktertrekken naar voren komen zoals ‘alles zelf willen bepalen, niet tegen verlies kunnen, de baas willen spelen, slecht met frustraties kunnen omgaan;
  3. bijwerkingen van medicatie: Dridase en misschien ook andere medicijnen kunnen gedragsproblemen tot gevolg hebben. Als medicijnen het probleem veroorzaken, is het beter om eerst met de medicatie te stoppen voordat u met een behandeling start (voor zover dit medisch gezien mogelijk is).
Afbeelding muis op toilet
Afbeelding 1

Behandeling

De behandeling bij angst (zie diagnose 1) of bij het autonomieprobleem (zie 2) is min of meer dezelfde. Bij angst is het van belang om rekening te houden met de angst.

  • Bij angst voor pijn in de anus kunt u van tevoren de anus invetten met crème of Emla-zalf (verdovend) of laxeren zodat het poepen pijnloos kan verlopen.
  • Bij urineweginfecties is het van belang dat tijdens een trainingsperiode geen nieuwe infecties optreden. Ook kan een onderhoudsdosering antibiotica nodig zijn. Daarnaast kan een conditionering- of stappenplan bruikbaar zijn, zoals hieronder beschreven.

Kinderen met een autonomieprobleem kunnen gebaat zijn bij een stappenplan. Hierbij krijgen ze zelf medezeggenschap over dan wel kunnen kiezen voor de volgende stap. De gedragsproblematiek kan echter zo diepgeworteld zijn dat professionele psychologische begeleiding noodzakelijk is.

Stappenplan

  • Maak een daglijst met per dag een regel.
  • Bij iedere goede actie van de dag die volgens het stappenplan is verlopen, mag uw kind een sticker plakken.
  • Aan het einde van een geslaagde dag mag hij een (sociale) beloning uitzoeken. Dit houdt in dat u van tevoren met uw kind een lijst maakt van sociale beloningen waaruit hij kan kiezen, bijvoorbeeld koekjes bakken, langer tv kijken, verhaaltje voorlezen, extra knutselen, boswandeling, extra computeren, naar het zwembad, samen skaten of skeeleren, etc.

Voorwaarden

  • Iedere stap wordt per keer genomen.
  • De stap moet gedurende 3 tot 4 dagen probleemloos verlopen voordat een volgende stap genomen kan worden.
  • Als een stap makkelijk verloopt is de verleiding groot om snel naar de volgende stap te gaan. Het gevaar is dat het kind in paniek raakt en dan volledig terugvalt in het oude patroon.
  • Spreek iedere dag met uw kind af en leg uit welke beloning ertegenover staat.

Voorbeeld van een stappenplan

  • Ga uit van de situatie zoals die bij de start van de behandeling is en laat het kind plassen of poepen in de luier, maar wel in de wc of badkamer.
  • Luier overdag uit. Alleen als uw kind aangeeft te moeten plassen of poepen mag de luier aan (geen luierbroekje) en kan uw kind in de wc of badkamer poepen.
  • Uw kind gaat plassen of poepen in de wc of badkamer en gaat op de wc zitten met de luier gewoon aan.
  • Uw kind gaat plassen of poepen in de luier zittend op de wc, maar met de plakkers van de luier los.
  • Uw kind gaat plassen of poepen in de luier zittend op de wc, maar met de plakkers van de luier los en in de wc ligt veel wc-papier zodat de plas of de ontlasting niet te hard in de pot plonst.
  • Uw kind gaat plassen of poepen in de luier zittend op de wc, maar met de plakkers van de luier los en in de wc ligt veel wc-papier zodat de plas of de ontlasting niet te hard in de pot plonst en mag nu zelf de luier zo veel mogelijk los doen.
  • Het kind gaat plassen of poepen in de luier zittend op de wc maar met de plakkers van de luier los en in de wc ligt veel wc-papier zodat de plas of de ontlasting niet te hard in de pot plonst en uw kind gaat zonder luier op de wc zitten.
  • Uw kind gaat zonder luier op de wc zitten.

NB: In plaats van een wc mag u ook een potje gebruiken.

Aanvullende tips

Als uw kind angstig is (zie diagnose 1)

Hij moet precies voorgeschreven krijgen wat hij moet doen en welke stap wanneer genomen moet worden. Bij angst kiest een kind immers de veilige weg en moet hij naar de volgende stap getild worden. Stel voor wat de opdracht en de stap voor die dag is, en ga eventueel bij mislukken een stapje terug. Neem zelf het initiatief en ga niet in op de onderhandelingen van het kind.

Als uw kind een autonomieprobleem heeft (zie diagnose 2)


Het is het belangrijk dat u de volgende zinnen gebruikt:

  • ‘Ik weet niet of je het durft maar …’
  • ‘Jij mag zeggen of je de volgende stap al durft …’
  • ‘Jij mag kiezen: stap x of al naar stap x + 1.’

Uw kind heeft dan het gevoel dat hij zelf de regie heeft en ‘macht’ heeft over het geheel. Ook kan uw kind dan zelf het tempo van de stappen meebeslissen.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Kindergeneeskunde
088 624 50 50 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 5875