Contact
  1. 6297-Elektrofysiologisch onderzoek (EFO)

Onderzoek naar hartritmestoornissen

Bij elektrofysiologisch onderzoek (prikkelonderzoek) worden hartritmestoornissen opgewekt. Hierdoor kan worden bepaald welke behandeling nodig is. Hier lichten we het verloop van het onderzoek toe.

Uitleg

Bij een elektrofysiologisch onderzoek, ook wel prikkelonderzoek genoemd, onderzoekt de cardioloog of hij ritmestoornissen kan opwekken. Hij wil ook weten welke ritmestoornissen hij kan opwekken.
De cardioloog voert een elektrofysiologisch onderzoek uit om:

  • een ritmestoornis aan te tonen of uit te sluiten;
  • voorafgaand aan een katheterablatie vast te stellen, van welke ritmestoornis sprake is en welke compartimenten van het hart bij die stoornis een rol spelen;
  • een controle uit te voeren na een ablatie;
  • een controle uit te voeren na een behandeling van ritmestoornissen met medicijnen.

Voorbereiding thuis

U wordt voor een elektrofysiologisch onderzoek in principe een dag opgenomen. Als het onderzoek in de ochtend plaatsvindt, kunt u soms ’s avonds weer naar huis. In andere gevallen blijft u een nacht.

Denkt u eraan nachtkleding mee te nemen.

Wordt u ’s ochtends behandeld, dan moet u na 0.00 uur ’s nachts nuchter blijven. Wordt u ’s middags behandeld, dan kunt u de ochtend voorafgaand aan de ingreep nog een licht ontbijt gebruiken: een kop thee (geen koffie!) met een beschuit of boterham.

Medicijnen

Gebruikt u medicijnen?

  • Overleg met uw cardioloog welke medicijnen u voorafgaand aan het onderzoek wel en niet mag innemen.
  • Ook geeft uw arts aan hoe u uw medicijngebruik kunt hervatten na afloop.
  • Vergeet niet al uw medicijnen op de dag van het onderzoek mee te nemen naar het ziekenhuis.

Diabeet

Bespreek met uw cardioloog of u de dosering van uw diabetes-medicijnen moet aanpassen. Dit is belangrijk, omdat u voor het onderzoek nuchter moet zijn of tijdelijk een aangepast dieet volgt. Daarop moet de dosering van uw diabetes-medicijn zijn afgestemd.

Het onderzoek

Voorbereiding op het onderzoek

Een elektrofysiologisch onderzoek duurt gemiddeld een uur, maar kan ook na een kwartier al klaar zijn, of pas na twee uur.

Het elektrofysiologisch onderzoek vindt plaats in de elektrofysiologiekamer. Dit is een hartkatheterisatiekamer met een aantal specifieke voorzieningen voor elektrofysiologisch onderzoek en ablatie. In deze kamer hangt onder meer röntgenapparatuur en een groot aantal monitoren waarop de cardioloog de verschillende meetgegevens kan aflezen.

U neemt plaats op de behandeltafel. De elektrofysiologisch laborant sluit u aan op een ECG-apparaat. Ook krijgt u tussen uw schouderbladen een plakker opgeplakt, die dient als ‘aarde’. Deze ‘aarde’ is nodig als straks tijdens de behandeling elektrische impulsen worden afgegeven.

In de behandelkamer is het koud. Uw behandelaars dragen namelijk loodbescherming tegen de röntgenstraling en dat is bij huiskamertemperaturen erg onaangenaam. Daarom krijgt u een warmtedeken over u heen.

Na desinfectie van uw beide liezen wordt een steriel wegwerplaken over u heen gelegd.

Inbrengen van de katheters

Na verdoving van uw lies (meestal de rechterlies) worden één tot vier dunne holle buisjes van ongeveer tien centimeter lengte in uw liesader ingebracht. De liesader is een grote ader, die hiervoor voldoende ruimte biedt.

Door deze holle buisjes, die zijn voorzien van een klepje dat voorkomt dat het bloed terug lekt, worden de elektrode katheters ingebracht. Elektrode katheters zijn dunne slangetjes (ongeveer twee millimeter dik) met daarop een aantal metalen elektrodes. Deze elektrodes worden naar uw hartkamer geleid. Dit is niet pijnlijk.

Als de katheters in uw hart op de juiste plek worden gebracht, zult u vaak uw hart voelen ‘overslaan’. Dit komt door het contact van de katheter met de hartwand en is volstrekt normaal. Soms wordt als gevolg van dit overslaan al een ritmestoornis opgewekt. Dit is op een monitor zichtbaar.

Prikkelonderzoek

Als de katheters op de juiste plek liggen, start het prikkelonderzoek. Elektrische impulsen worden afgegeven via een van de elektrode katheters. Zo wordt geprobeerd een ritmestoornis op te wekken en af te beelden. Het geeft de ritmecardioloog informatie over uw ritmestoornis en over de wijze waarop hij deze kan behandelen.

Soms krijgt u voor het opwekken van een ritmestoornis, via een infuus, een medicijn toegediend.

Als een ritmestoornis is opgewekt, voelt u uw hart waarschijnlijk heel snel kloppen. Dit wordt vaak als onaangenaam ervaren en veroorzaakt soms angst. U wordt echter volledig gecontroleerd door uw behandelaars, die de ritmestoornis altijd weer kunnen beëindigen.

Na het onderzoek

Vaak wordt aansluitend aan een elektrofysiologisch onderzoek een katheterablatie verricht.

Als dat niet gebeurt, worden de elektrode katheters en de holle buisjes uit uw liesader verwijderd. Uw liesader wordt een aantal minuten met de hand dichtgedrukt en er wordt een drukverband aangebracht dat meestal vier tot zes uur moet blijven zitten. Die tijd brengt u dan ook in bed door in een liggende houding.

De eerste week na de behandeling is het belangrijk om uw lies te ontzien. Ga dan niet autorijden, fietsen, persen op het toilet of zware spullen tillen.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de afdeling waar u onder behandeling bent.

Zwolle

Cardiologie
088 624 23 74 (bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Voor aanvullende informatie kunt u terecht bij de Nederlandse Hartstichting.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6297