Contact
  1. 8817-Operatie aan de halsklieren

U krijgt een operatie waarbij een deel van de lymfeklieren in uw hals worden verwijderd. Dit heet een halsklierdissectie. Er zijn 2 soorten lymfeklieren in de hals:

  • De centrale lymfeklieren (onder de schildklier)
  • De laterale lymfeklieren (naast de schildklier)

Deze folder gaat over de laterale (ook wel: selectieve) halsklierdissectie. Deze operatie is nodig als er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren bij schildklierkanker, melanoom of een andere vorm van kanker. In deze folder leest u wat deze operatie inhoudt, zodat u zich goed kunt voorbereiden.

Wat zijn lymfeklieren?

Lymfeklieren zijn onderdeel van het lymfestelsel. Het lymfestelsel bestaat uit lymfeklieren en lymfebanen en zit door het hele lichaam. Het lymfestelsel helpt om afvalstoffen op te ruimen, vocht te regelen en het lichaam te beschermen tegen ziektes.

In uw lichaam heeft u wel honderden lymfeklieren, bijvoorbeeld in uw hals, oksels, buik en liezen. Ze zitten vol met witte bloedcellen die u beschermen tegen ziektes. Lymfeklieren werken als een filter: ze halen afvalstoffen uit de lymfe voordat die in het bloed komt.

Bij kanker kunnen kankercellen via de lymfe in een lymfeklier terechtkomen. Daar kunnen ze uitgroeien tot een nieuwe tumor: een uitzaaiing in de lymfeklier.

De operatie: wat is een halsklierdissectie?

Bij sommige vormen van kanker, zoals schildklierkanker of melanoom, kunnen er uitzaaiingen in de lymfeklieren van de hals zitten. De arts verwijdert dan lymfeklieren en het vet eromheen uit de hals.

Bij schildklierkanker zitten de uitzaaiingen vaak in het midden van de hals en rondom een grote halsspier. Als deze lymfeklieren worden verwijderd, heet dat een laterale of selectieve halsklierdissectie. Dit kan aan 1 kant of aan beide kanten van de hals gebeuren. Hoeveel lymfeklieren worden verwijderd, hangt af van het type kanker en waar de uitzaaiingen zitten. Soms moeten er ook bloedvaten, zenuwen of spieren worden weggehaald.

Bij schildklierkanker wordt vaak ook de schildklier verwijderd, als dit nog niet eerder is gebeurd. Uw arts vertelt u wat er precies bij u gedaan wordt.

Waarom is een halsklierdissectie nodig?

Deze operatie is nodig als er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn gevonden. De lymfeklieren worden niet uit voorzorg weggehaald.

Het doel van de operatie is om alle uitzaaiingen te verwijderen. Soms is de behandeling gericht op genezing. Dit gebeurt vaak in combinatie met andere behandelingen, zoals radioactief jodium bij schildklierkanker of immunotherapie bij melanoom.

Als genezing niet mogelijk is, kan de operatie ook helpen om klachten te verminderen. Uw arts bespreekt samen met u wat in uw situatie het beste is.

Voorbereiding op uw operatie

Als er bij u afwijkingen zijn gevonden, wordt uw situatie besproken in een overleg met verschillende specialisten. Zij geven een advies dat past bij uw situatie. Tijdens uw volgende afspraak bespreekt de arts dit advies met u.

De chirurg legt uit welke operatie u krijgt en welke risico's er zijn. Voor de operatie krijgt u ook een gesprek met de anesthesioloog (dit kan telefonisch zijn). Dit noemen we het pre-operatieve gesprek. De anesthesioloog bespreekt of u de narcose goed aankunt. U vult van tevoren een vragenlijst in. Soms is extra onderzoek nodig, zoals een hartfilmpje.

Gebruikt u bloedverdunners? Dan bespreekt de chirurg of anesthesioloog of u hiermee tijdelijk moet stoppen. Soms kunt u deze blijven gebruiken. Het Trombose Expertise Centrum en de pre-operatieve polikliniek leggen u duidelijk uit welke medicatie u mag blijven gebruiken, met welke u moet stoppen en hoe u de medicatie gebruikt.

Voor de operatie

Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u voor de operatie niet meer mag eten of drinken. U krijgt hierover informatie van het planbureau.

U wordt opgenomen op de dag van de operatie. U mag op de dag van de operatie nog douchen. Gebruik daarna geen bodylotion, make-up of crème. Tijdens de operatie krijgt u operatiekleding aan. Deze krijgt u in het ziekenhuis van de verpleegkundige.

Voor de operatie brengen we u naar een voorbereidingsruimte. Daar krijgt u een infuus. Dit is een dun slangetje in uw hand of arm, waarmee we medicijnen en vocht kunnen geven.

U moet sieraden, piercings, contactlenzen, bril, gebitsprothese en gehoorapparaat afdoen.

Tijdens de operatie

De operatie gebeurt onder narcose (verdoving dat u in diepe slaap brengt). De operatie duurt meestal 3 tot 6 uur. Hoe lang de operatie precies duurt, hangt af van wat er moet gebeuren en of u eerder bent geopereerd in de hals.

Tijdens de operatie ligt uw hoofd achterover. Daardoor kunt u na de operatie last hebben van uw nek. Heeft u al nekklachten? Meld dit dan vooraf. Het litteken komt dwars over de hals. We proberen de snee in een huidplooi te maken, zodat het litteken minder opvalt. De wond wordt meestal gehecht met oplosbare hechtingen.

Omdat de operatie lang duurt, krijgt u meestal een katheter in uw plasbuis. Deze krijgt u terwijl u slaapt en wordt meestal snel na de operatie weer verwijderd. Soms heeft u daarna wat last bij het plassen. Dit gaat vaak binnen een paar dagen vanzelf over. Zo niet, dan kunt u bij de huisarts uw urine laten controleren.

Na de operatie blijft er meestal een drain (slangetje) achter in de hals. Deze voert vocht en bloed af naar een opvangzakje. Als er weinig vocht uit komt, mag de drain eruit. Meestal is dat na 1 of 2 dagen. Soms gaat u naar huis met een drain. Dan krijgt u uitleg en zo nodig thuiszorg. De huisarts of het ziekenhuis verwijdert de drain later.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent en uw hartslag en bloeddruk goed zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Meestal gaat u naar de gewone afdeling. Als er bij u een hoger risico is op meer klachten na de operatie kan het zijn dat u naar een afdeling gaat met meer bewaking. Dit kan de medium care of de intensive care zijn. De meeste mensen liggen 1 of 2 nachten in het ziekenhuis.

De eerste 24 uur kan plat in bed liggen de zwelling in uw hals verergeren. Daarom ligt u met uw hoofd iets omhoog, zodat de zwelling minder wordt. U mag na de operatie weer gewoon eten en drinken. Uw hals kan stijf aanvoelen. Dat komt door de houding tijdens de operatie.

De pijn valt meestal mee. Slikken en praten kan wel pijnlijk zijn. Deze pijn wordt meestal binnen een paar dagen minder. Voordat u naar huis gaat, krijgt u mogelijk pijnstillers mee naar huis.

Weer naar huis

Thuis mag u gewoon douchen. Maak de wond daarna goed droog. Zwemmen, baden en sauna raden we de eerste 2 weken af.

Wanneer u weer kunt werken, hangt af van het werk dat u doet. Bespreek dit met uw bedrijfsarts. Zware inspanning of sport verhoogt uw bloeddruk. Dat kan zorgen voor een bloeduitstorting. Overleg met uw arts wanneer u weer mag sporten. Fietsen en autorijden mag als u zich daar goed genoeg voor voelt en wanneer dit veilig gebeurt.

De wond geneest meestal snel. De oplosbare hechtingen hoeven niet verwijderd te worden. De hechtpleister mag er na 5 tot 7 dagen af. Het litteken kan de eerste weken tot maanden wat dik aanvoelen door vocht. Dit is normaal en wordt vanzelf minder. Het litteken vervaagt langzaam. Het eerste jaar is het belangrijk om het goed te beschermen tegen de zon. Gebruik kleding of zonnebrandcrème van minimaal factor 50.

Risico’s en (onverwachte) problemen

Elke operatie heeft risico's. Algemene risico's zijn trombose, longontsteking, urineweginfectie, nabloeding en een wondinfectie (dit komt bij minder dan 1% van de mensen voor). Bij deze operatie kunnen ook problemen ontstaan. Hoe groot het risico is, hangt af van hoe uitgebreid uw ziekte is en hoe moeilijk de operatie is.

Nabloeding

Bij een nabloeding wordt de hals dikker en stugger. Slikken, praten of ademen wordt dan moeilijk. Dit gebeurt meestal in de eerste uren na de operatie. Dit kan gevaarlijk zijn omdat u hierdoor benauwd kunt worden. Neem altijd contact op als u benauwd raakt of merkt dat uw hals snel dikker wordt. Het kan zijn dat de arts besluit u opnieuw te opereren om de bloeding te stoppen.

Zwelling, bloeduitstorting of infectie

Soms ontstaat er wat zwelling onder het litteken. Het litteken of de huid eromheen voelt dan dik aan door vocht. Zwelling onder het litteken is meestal ongevaarlijk en gaat vanzelf over. De huid kan ook blauw verkleuren door een bloeduitstorting. Dit gaat vanzelf over. Is de plek rood, doet het meer pijn of komt er vocht uit? Neem dan contact op met uw arts. U heeft mogelijk een infectie. Soms is antibiotica of het weghalen van vocht nodig.

Gevoelsverandering

De huid rond het litteken voelt vaak gevoelloos aan. Dit kan maanden duren. Soms komt het gevoel voor een deel terug. Rond het oor of in het oor kunt u ook minder gevoel hebben. Soms voelt de huid branderig aan. Dat gevoel verdwijnt meestal vanzelf.

Schouder- en kaakspier

De zenuw naar de grote schouderspier (monniksapspier of trapezius) kan beschadigd raken. Dan kunt u de arm moeilijker opzij optillen, voelt de spier stijf of hangt de schouder wat. De schouder kunt u dan nog wel goed bewegen. Met fysiotherapie kunt u de spier trainen.

De zenuw die de mondhoek omlaag trekt, kan ook geraakt worden. Dan beweegt de mond aan die kant minder goed mee. Meestal is de zenuw alleen gekneusd. Vaak herstelt dit binnen een paar weken of maanden.

Last van narcose

De meeste mensen hebben weinig klachten van de narcose. Sommige mensen worden misselijk na de narcose. Anderen hebben tijdelijk moeite met concentreren of voelen zich duizelig. Deze klachten gaan meestal vanzelf over binnen een paar weken of maanden. Heeft u eerder narcose gehad en klachten gekregen? Geeft dit dan aan bij de arts of verpleegkundige.

Contact

Mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze informatie, dan kunt u contact opnemen met de poli om uw vraag te stellen:

Buikchirurgie

088 624 62 95 (bereikbaar op werkdagen van 8.30 - 17.00 uur)
088 624 50 00 (bij spoed na 17.00 uur en in het weekend)

Kunt u niet komen? Laat het ons weten, dan maken we een nieuwe afspraak.

 

Laatst gewijzigd 10 juli 2025 / 8817