Contact
  1. 5100-Voeding chronische longziekten

Inname van voldoende voedingsstoffen

Veel mensen met een chronische longziekte vallen af, omdat eten moeilijker gaat dan vroeger. Ook komt overgewicht vaak voor. Een goede voedingstoestand en lichamelijke conditie zijn essentieel voor de ademhaling. Hier leest u hoe u voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.

De meeste mensen met een chronische longziekte hebben voortdurend last van hun aandoening, vooral van kortademigheid. Eerst alleen bij inspanning, vervolgens ook bij dagelijkse activiteiten en later ook in rust. Daarnaast worden ze vaak in hun dagelijks functioneren gehinderd door regelmatig voorkomende luchtweginfecties en door snelle spiervermoeidheid. Deze laatste klachten zijn onvoldoende te verhelpen met medicijnen voor de longen. Daarom is er naast specifieke behandeling van uw longen ook veel aandacht nodig voor uw algehele lichamelijke conditie.

Belang van goede voeding

Gewichtsverlies komt regelmatig voor bij mensen met een chronische longziekte. Nu zou dit niet zo’n probleem zijn als het alleen maar verlies van vet betrof. Dit is helaas niet zo:

  • Het gewichtsverlies bij mensen met chronische longziekten leidt ook tot verlies en verzwakking van de spieren. Sterke spieren zijn essentieel voor het in stand houden van een goede algehele lichamelijke conditie. Vooral omdat de conditie is verminderd door de longaandoening.
  • Verder tast gewichtsverlies niet alleen de arm- en beenspieren aan, maar ook de ademhalingsspieren. En juist goede ademhalingsspieren zijn voor mensen met longziekten extra belangrijk.
  • Daarnaast kan gewichtsverlies ongunstige effecten hebben op het afweersysteem. De afweer staat toch al vaak onder druk door de herhaalde luchtweginfecties.

Verhoogd energieverbruik

Typerend voor chronische longaandoeningen is dat gewichtsverlies kan optreden, terwijl u wel normaal eet. De reden is dat het energieverbruik bij u als longpatiënt verhoogd is. Dit geldt zowel voor uw energieverbruik in rust als voor de hoeveelheid energie die u verbruikt voor de dagelijkse activiteiten. Daardoor heeft u vaak meer energie en eiwitrijke voeding nodig dan leeftijdgenoten.

Wat heeft u dagelijks nodig?

Een gezonde voeding ontstaat door variatie in uw voedingspatroon aan te brengen. Zo krijgt u van alle benodigde voedingsstoffen voldoende binnen. Wel is het belangrijk om elke dag te streven naar het gebruik van de volgende producten:

Tabel van folder Voeding bij chronische longziekten 
Productgroep 19-50 jaar 51-70 jaar ​70 jaar en ouder
Groente 200 gr, 4
opscheplepels
200 gr, 4
opscheplepels
​150 gr, 3
opscheplepels
Fruit 200 gr, 2 stuks 200 gr, 2 stuks ​200 gr, 2 stuks
Brood​ ​210-245 gr, 6-7
sneetjes
​175-210 gr, 5-6
sneetjes
​140-175 gr, 4-5
sneetjes
Aardappelen, rijst, pasta, peulvructen​

200-250 gr, 4-5 aardappelen/
opscheplepels​

150-200 gr, 3-4 aardappelen/
opscheplepels​

100-200 gr, 2-4
aardappelen/
opscheplepels ​
Melk(procuten)​ ​450 ml ​500 ml ​650 ml
​Kaas 1,5 plak (30 gr)​ ​1,5 plak (30 gr) ​1 plak (20 gr)
​Vlees(waren), vis, kip, ei, vleesvervangers ​100-125 gr ​100-125 gr ​100-125 gr
​Halvarine ​30-35 gr, 5 gr per sneetje ​25-30 gr, 5 gr per sneetje ​20-25 gr, 5 gr per sneetje
Bak-, braad- en
frituurproducten​
​15 gr, 1 eetlepel ​15 gr, 1 eetlepel ​15 gr, 1 eetlepel
​Dranken (incl. melk) ​1,5-2 liter ​1,5-2 liter ​1,5-2 liter

  
Per leeftijdsgroep gelden de kleinste hoeveelheden voor vrouwen en de grootste voor mannen.

Eiwitten

Mensen met COPD hebben meer eiwitten nodig dan mensen zonder COPD. Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen voor het lichaam en spelen een belangrijke rol bij de spieropbouw. Als u te weinig eiwit eet, verliest u spieren, waardoor uw conditie verslechtert.

Eiwit komt vooral voor in dierlijke producten, maar ook in plantaardige producten. Er zit veel eiwit in:

  • (mager) vlees;
  • vis;
  • wild en gevogelte (kip);
  • eieren;
  • kaas;
  • (magere) vleeswaren;
  • melk en melkproducten, met name in kwark;
  • peulvruchten;
  • noten en pinda’s.

Vitamine D

Als u regelmatig corticosteroïden (bijvoorbeeld prednisolon of prednison) moet innemen, kan een tekort aan vitamine D ontstaan. Doordat vitamine D de opname van calcium (kalk) uit de darmen stimuleert, kan dit botontkalking veroorzaken. Het is dan belangrijk dat u er extra op let dat u voldoende vitamine D en calcium inneemt.

Vitamine D zit vooral in (dieet)halvarine, (dieet)margarine en bak- en braadproducten. Verder leveren vlees, volle melkproducten en vette vis nog wat vitamine D. Ook wordt vitamine D in de huid zelf gemaakt onder invloed van zonlicht.
Calcium zit vooral in melk en melkproducten en kaas. Het kan ook zijn dat de diëtist u aanraadt een vitaminepreparaat te gebruiken.

Tips en adviezen per klacht

Mensen met chronische longziekten hebben vaak last van vervelende klachten. Hier vindt u enkele tips bij veelvoorkomende verschijnselen.

Kortademigheid

Iedereen met een chronische longziekte is van tijd tot tijd kortademig. Bij sommigen neemt de kortademigheid toe tijdens of na het eten. Bovendien kost het energie om het eten klaar te maken, te slikken en te kauwen. Sommigen eten dan liever niet.

Tips om het eten te bevorderen:

  • Maak het ontbijt eventueel de avond ervoor klaar of gebruik eventueel een vloeibaar drinkontbijt.
  • Zorg ervoor dat u uitgerust bent voordat u aan een maaltijd begint.
  • Gebruik het ontbijt voordat u zich gaat wassen.
  • Zorg voor een juiste lichaamshouding.
  • Gebruik de juiste ademhalingstechniek tijdens het eten. Adem diep in voor u de volgende hap neemt.
  • Eet langzaam en rustig.
  • Kauw goed.
  • Eet voedsel dat u makkelijk kunt kauwen. Bijvoorbeeld zacht vlees (zoals gehakt), ragout of vis, ei, omelet, gekookte zachte groente of stamppot.
  • Het is belangrijk uw medicijnen op de juiste manier en op het juiste tijdstip te gebruiken.
  • Bij zuurstoftherapie gebruikt u de zuurstof ook tijdens de maaltijden.

Gewichtsverlies

Gewichtsverlies komt vaak voor. Het is belangrijk uw gewicht in de gaten te houden. U kunt dit doen door u eenmaal per week te wegen.

Hoe voorkomt u gewichtsverlies?

Eet regelmatig en vaker over de dag verdeeld. Dit betekent dat u in plaats van 3 hoofdmaaltijden liever 6 à 7 kleinere maaltijden gebruikt. Gebruik daarbij tussendoortjes, zoals:

  • een beker volle chocolademelk of drinkyoghurt met daarbij een snee ontbijtkoek met (dieet)margarine of roomboter, of een plak cake; 
  • een schaaltje vla, pudding of pap gemaakt van volle melk (als het klaarmaken te veel energie kost, kunt u deze ook kant-en-klaar kopen);
  • een portie fruit (vers of op siroop) of een glas vruchtensap;
  • vruchtenyoghurt of kwark;
  • een stukje worst, blokje kaas, chips, zoutjes en nootjes.

Gebruik producten die makkelijk te verwerken zijn, zonder dat het volume zichtbaar toeneemt, bijvoorbeeld:

  • extra suiker, honing of limonadesiroop in bijvoorbeeld pap, yoghurt, koffie of thee; 
  • ongeklopte room toevoegen aan bijvoorbeeld pap, (drink)yoghurt, vla of koffie (in plaats van koffiemelk); 
  • extra roomboter of (dieet)margarine gebruiken: besmeer brood, koek of beschuit dik en/of roer een lepel roomboter of (dieet)margarine door bijvoorbeeld pap, soep, aardappelpuree en groente; 
  • dubbelbelegde boterhammen: energie- en eiwitrijk broodbeleg is kaas, kwark, vleeswaren, ei, pindakaas of notenpasta;
  • af en toe een snack op brood, zoals haring, huzarensalade of een gebakken ei.

Gebruik bij voorkeur de wat vettere producten, omdat deze meer energie (Kcal/Kjoule) leveren. Voorbeelden zijn:

  • volle melk en melkproducten;
  • 48+-kaas;
  • (dieet)margarine of roomboter;
  • ongeklopte room in de koffie in plaats van koffiemelk.

Liever geen light en suikervrije producten.

Een vol gevoel

Veel mensen klagen over een vol gevoel. Hierdoor wordt de eetlust meestal al weggenomen voordat u aan tafel gaat.

Hoe kunt u een snelle verzadiging voorkomen?

  • Verdeel de maaltijden goed over de dag (6 à 7 kleine maaltijden per dag).
  • Een grote hoeveelheid eten kan erg tegenstaan. Schep daarom het bord niet te vol.
  • Eet het nagerecht een half uur na de maaltijd. Hierdoor wordt de voeding beter verdeeld.
  • Eet zo gevarieerd mogelijk en dien de maaltijden smakelijk op. Een feestelijk gedekte tafel kan het volle gevoel doen vergeten.
  • Neem de tijd voor de maaltijden (minimaal een half uur) en kauw het eten goed.
  • Beperk producten die gasvorming geven. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: uien, prei, koolsoorten, spruiten, peulvruchten, koolzuurhoudende dranken en bier.

Slechte eetlust

Het is goed mogelijk dat u al langere tijd matig of slecht eet. Verminderde eetlust kan ontstaan door bijvoorbeeld een infectie, depressie, vermoeidheid, angst of (verandering van) medicijnen.

Wat kunt u doen om uw eetlust te verbeteren?

  • Gebruik de hoofdmaaltijd op het dagdeel waarop u zich het beste voelt.
  • Drink een kop bouillon voor het eten; deze kan de eetlust opwekken. Neem niet te veel. Bouillon levert nauwelijks voedingsstoffen, ook al heeft u het van vlees getrokken, maar vult wel de maag.
  • Breng zo veel mogelijk variatie aan in uw voeding. Dit voorkómt dat de voeding gaat tegenstaan.
  • Eet en drink zo veel mogelijk producten die u echt lekker vindt, zelfs als dit een dagje ‘ongezond’ eten betekent.

Vermoeidheid

Het kan zijn dat u te moe bent om te eten, te koken of boodschappen te halen.

Tips bij vermoeidheid:

  • Plan vóór het eten een rustige activiteit, zoals het lezen van de krant of een dutje doen.
  • Maak eten klaar dat gemakkelijk te bereiden is. U kunt dan gebruikmaken van kant-en-klaarproducten, zoals diepvriesmaaltijden, maaltijdsoepen en kant-en-klaarmaaltijden uit het koelvak. Deze maaltijden kunt u compleet maken door groente of rauwkost toe te voegen en te kiezen voor een nagerecht toe. Hierbij kunt u kiezen voor de volle varianten.
  • Bij veel supermarkten is het mogelijk om de boodschappen te laten bezorgen tegen een kleine vergoeding.
  • Het is ook mogelijk om maaltijden van een maaltijdservice zoals ‘Tafeltje Dekje’ te nemen.
  • Vloeibare voeding eet gemakkelijker, omdat u die niet hoeft te kauwen. Uw diëtist kan u helpen deze samen te stellen.

Slijmvorming

Sommige mensen kunnen last hebben van hinderlijke slijmvorming in mond of keel. Er zijn voedingsmiddelen die slijmvormend werken en die een plakkerig gevoel geven in de mond. Dit slijm is echter niet hetzelfde als het slijm dat u ophoest.

Wat kunt u aan deze slijmvorming doen?

  • Bij slijmvorming tijdens en/of na het eten of drinken is het aan te raden om regelmatig een slokje water te nemen en/of uw mond te spoelen met water, koolzuurhoudend mineraalwater, zout water, water met citroensap of ananassap. Als u onvoldoende drinkt, wordt het slijm taaier.
  • Zure melkproducten (zoals karnemelk, yoghurt en kwark) veroorzaken minder slijmvorming in de mond dan melk. Maar laat melkproducten niet onnodig weg uit uw voeding.

Verstopping (Obstipatie)

Vaak is de eetgewoonte de oorzaak van de verstopping (obstipatie). Als u last van verstopping heeft, is het daarom zinvol om uw voeding aan te passen.

Hoe kunt u verstopping voorkomen?

  • Sla het ontbijt niet over. Een ontbijt zet de darmen aan het werk.
  • Zorg voor regelmaat in uw eetpatroon.
  • Gebruik voldoende vezels. Voedingsmiddelen die vezels bevatten, zijn: donkere broodsoorten (bruin brood, roggebrood en volkorenbrood), groente, fruit, gedroogd fruit, muesli, noten, aardappelen, peulvruchten, zilvervliesrijst en volkorenmacaroni.
  • Drink voldoende, zodat de ontlasting zacht blijft. Dit betekent minstens 1,5 tot 2 liter (10-15 kopjes) per dag.
  • Wacht niet te lang met naar het toilet gaan.

Droge mond

Het kan zijn dat u last heeft van een droge mond. Dit kan worden veroorzaakt door bepaalde medicijnen. De mond bevat dan weinig speeksel.

Hoe kunt u een droge mond verhelpen?

  • Kauw het voedsel goed. Goed kauwen zorgt voor meer speeksel in de mond.
  • Drink iets bij iedere hap vast voedsel.
  • Gebruik veel jus of saus bij uw warme maaltijd.
  • Doe smeerbaar of zacht beleg op uw brood, zoals leverpastei, smeerkaas, chocoladepasta, jam, salade of roerei.
  • Zuig op ijsblokjes, waterijs, pepermunt, zuurtjes of kauw op kauwgom of friszure producten, zoals komkommer, appel of augurk.

Dieetproducten

Als het niet lukt om met gewone voedingsmiddelen op gewicht te blijven, kan het zinvol zijn om dieetproducten te gaan gebruiken. Overleg met uw diëtist welk(e) product(en) voor u het meest geschikt zijn.

Gewichtsverloop

Het is belangrijk om uw gewichtsverloop in de gaten te houden. Probeer u daarom iedere week te wegen. Het liefst weegt u zich op hetzelfde tijdstip en zonder kleding (of steeds ongeveer in dezelfde kleding).

Gewichtsdaling

Is er een gewichtsdaling van meer dan 3 kilogram binnen één maand of meer dan 6 kilogram binnen zes maanden? Neem dan contact op met uw diëtist. Schommelingen van 1 à 2 kilogram zijn normaal, u hoeft zich daarover geen zorgen te maken.

Te hoog gewicht

Ook een te hoog gewicht is ongewenst. Het overgewicht bemoeilijkt namelijk de ademhaling. Omdat voldoende voedingsstoffen extra belangrijk zijn voor mensen met COPD, is het verstandig om af te vallen onder begeleiding van een diëtist.

Weeg ik te veel of te weinig?

Met de Body Mass Index (BMI) kunt u bepalen of u te veel of te weinig weegt.Illustratie BMI

Afbeelding 1: BMI


U kunt uw BMI ook met deze formule berekenen:
BMI = gewicht in kilogram / (lengte in meter)2 
U kunt uw BMI ook op de site van het voedingscentrum berekenen.

Wat betekent uw BMI?

BMI-betekenis:

  • lager dan 18,5: u weegt te weinig;
  • tussen 18,5 en 21: als u gezond bent, is uw gewicht goed, maar als u COPD heeft, weegt u te weinig;
  • tussen 21 en 25: uw gewicht is goed;
  • tussen 25 en 30: u weegt iets te veel, let op uw gewicht;
  • hoger dan 30: u weegt te veel.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Diëtetiek
088 624 53 27 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur)

Meppel

Diëtetiek
088 624 53 27 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak. 

Verantwoording

Bij het schrijven van deze informatie heeft Isala gebruikgemaakt van het boekje ‘Voeding bij chronische longziekten’ van Nutricia.

Laatst gewijzigd 14 maart 2022 / 5100