Contact
  1. 5721-Endometriose

​Bij endometriose komt baarmoederslijmvlies buiten de holte van de baarmoeder voor. Hier leest u meer over de behandelmogelijkheden. 

Wat is endometriose?

Het endometrium is het slijmvlies van de baarmoeder. Dit bevindt zich normaal alleen in de baarmoederholte. Bij endometriose komt het slijmvlies ook buiten de baarmoeder voor, bijvoorbeeld

  • in de buikholte;
  • op of in de eierstokken;
  • op de ophangbanden van de baarmoeder;
  • tussen de baarmoeder en de blaas;
  • tussen de baarmoeder en de endeldarm;
  • in de darmwand;
  • diep in de wand van de baarmoeder zelf;
  • (zeldzaam) op andere plaatsen in het lichaam.

Mate van endometriose

Endometriose kan langzamerhand toenemen en van een geringe afwijking uitgroeien tot een vergevorderd stadium. Een vroege diagnose (vaststelling van de ziekte) en behandeling kan grotere ingrepen voorkomen. Ook neemt daarmee de kans op het behoud van vruchtbaarheid toe.

Endometriose kan aan de oppervlakte voorkomen, maar kan ook diep zijn ingegroeid in de organen. Bij de menstruatie komt het bloed in de buikholte, in de eierstok of tussen de baarmoeder en de blaas of endeldarm. In de eierstok kunnen zo ‘holten’ ontstaan die gevuld zijn met (oud) bloed.

Cijfers

Ongeveer één op de tien vrouwen lijdt aan endometriose. Endometriose komt vaak voor bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Vijftien procent van de patiënten is onder de dertig jaar.

Verschijnselen

De meeste vrouwen met endometriose klagen over een zeer pijnlijke menstruatie, zware buik- en darmpijn of uitstralende pijnklachten naar been of rug.

Ook kunnen problemen met de vruchtbaarheid ontstaan. Hier geldt meestal: hoe ernstiger en hoe uitgebreider de endometriose, hoe kleiner de kans op een spontane zwangerschap.

Een grote groep vrouwen heeft geen klachten en hoort pas bij het ondergaan van vruchtbaarheidsonderzoeken dat ze endometriose hebben.

Er zijn verschillende symptomen (verschijnselen) die bij endometriose kunnen optreden. We noemen hieronder de meest voorkomende:

  • vermoeidheid;
  • vruchtbaarheidsproblematiek;
  • pijn tijdens en/of na geslachtsgemeenschap;
  • ovulatiepijn (pijn tijdens de eisprong);
  • hevige bloedingen en/of stolsels;
  • langdurige bloedingen;
  • licht bloedverlies vóór de menstruatie;
  • pijnlijke stoelgang (diarree of obstipatie);
  • pijnlijke darmen;
  • pijn bij het plassen;
  • lusteloosheid.

Ook kunt u te maken krijgen met psychische klachten. De ongewenste kinderloosheid, onbegrip vanuit uw omgeving voor uw klachten en boosheid als u niet de dingen kunt doen die u graag zou willen doen.

Behandelmogelijkheden

Endometriose is niet levensbedreigend. Behandeling is alleen nodig als u klachten heeft. De behandeling kan bestaan uit medicijnen en/of een operatie.

Vrouwen zonder kinderwens

De voorkeur gaat uit naar een behandeling door middel van medicijnen. Het effect van medicijnen is om eisprong en daardoor de vrouwelijke hormoonspiegels te onderdrukken. Hierdoor kunnen de endometriose-plekjes rustig worden. Meestal wordt de anticonceptiepil voorgeschreven, waarbij alleen na elke derde strip een stopweek wordt ingelast. Alleen bij onvoldoende effect of hevige klachten kunnen sterkere hormoontabletten worden voorgeschreven of injecties, die tijdelijk een kunstmatige overgang veroorzaken.

Vrouwen met een kinderwens

Een operatie wordt aanbevolen. Dit geldt ook voor vrouwen bij wie tijdens de behandeling met medicijnen onvoldoende verbetering van de klachten optreedt.

Operatie

Endometriose kan tijdens een operatie worden verwijderd, door middel van een buikoperatie of een kijkoperatie (laparoscopie). Beide methodes worden hieronder nader beschreven. Soms vindt de operatie plaats in samenwerking met een chirurg of een uroloog.

Tijdens de operatie wordt met elektrische stroom of ultrageluidenergie de endometriose weggesneden of weggebrand. Hoe meer endometriose wordt verwijderd, hoe kleiner de kans dat de endometriose terugkomt. Hiermee neemt echter wel de kans op een complicatie toe. Het is mogelijk dat uw darmen of blaas beschadigd worden, of dat de hele eierstok moet worden weggehaald. De gynaecoloog zal deze mogelijke complicaties met u bespreken.

Het doel van de operatie zal altijd zijn: zo veel mogelijk endometriose verwijderen met zo min mogelijk schade aan de organen.

Kijkoperatie (laparoscopie)

  • De gynaecoloog voert een laparoscopische operatie uit via kleine sneetjes van ongeveer één centimeter in de buikwand.
  • Vervolgens wordt uw buik enigszins opgeblazen met een onschadelijk gas, zodat de organen in de onderbuik beter zichtbaar worden.
  • Door één van deze sneetjes brengt de arts een laparoscoop in de buik: een lange dunne buis met camera waar hij doorheen kan kijken. Het beeld verschijnt op een monitor.
  • Via de andere sneetjes brengt de gynaecoloog instrumenten in waarmee hij of zij kan opereren.
  • Voor deze ingreep staat een korte opnameduur van één à twee dagen. Dit kan soms wat langer zijn.
  • U heeft ongeveer twee weken nodig om volledig te herstellen.

Buikoperatie

  • Bij een (gewone) buikoperatie maakt de gynaecoloog een snee van 12 tot 15 centimeter.
  • Via de geopende buikwand kan hij of zij de endometriose verwijderen door middel van wegsnijden of wegbranden.
  • Een buikoperatie wordt aangeraden bij grote endometriose-plekken die niet met een kijkoperatie behandeld kunnen worden. Ook kan dit worden gedaan als andere organen (bijvoorbeeld de darmen) bij de ingreep betrokken zijn.
  • Voor deze ingreep moet u een aantal dagen in het ziekenhuis blijven en heeft u drie tot vijf weken nodig om volledig te herstellen.

Na de operatie

Na de operatie kan de gynaecoloog u voorstellen om hormonen te gebruiken om zo te voorkomen dat de endometriose terugkomt.

Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Soms hebt u keelpijn als gevolg van een buisje dat (onder narcose) in uw luchtpijp werd ingebracht om u te beademen. Misselijkheid en braken na de ingreep is soms niet te voorkomen. Hier kunt u medicijnen voor krijgen.

Het kan zijn dat u na de operatie met uw hoofdsteun en uw benen iets omhoog ligt. Dit is het geval als de arts vloeistof in uw buikholte heeft achtergelaten om verklevingen te voorkomen. Deze vloeistof wordt na verloop van tijd door uw lichaam opgenomen. De verhoogde houding kan ontspannend werken en wordt meestal niet als vervelend ervaren.

Pijn

Direct na de ingreep heeft u vaak wat buikpijnklachten. Sommige vrouwen houden de eerste dagen nog buikpijn. U kunt hier gerust pijnstillers voor gebruiken. Afhankelijk van uw pijnklachten kunt u paracetamol innemen. U mag maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg innemen.

Na een laparoscopische operatie kunnen schouderpijn en prikkeling van het middenrif voorkomen. Dit wordt veroorzaakt door het koolzuurgas dat tijdens de operatie is gebruikt om de kijkruimte in de buik te vergroten. Het koolzuurgas wordt vanzelf door het lichaam opgenomen. De schouderpijn verdwijnt meestal de dag na de operatie.

Bloedverlies

Tot enkele dagen na de ingreep kunt u wat vaginaal bloedverlies hebben. Dit komt doordat tijdens de operatie een paktangetje op de baarmoedermond gezet is.

Hechtingen

  • Als u een kijkoperatie hebt ondergaan, zijn de wondjes in uw buik gehecht met oplosbare hechtingen. Het duurt ruim vier tot zes weken voordat de eventuele uiteinden van de hechtdraadjes die u nog ziet, verdwenen zijn.
    U mag gerust douchen. Een bad nemen is toegestaan als u geen vaginaal bloedverlies meer hebt. Om uw kleding te beschermen kunt u een pleister gebruiken zolang er nog vocht uit de wondjes komt.
  • Als u een buikoperatie hebt ondergaan, hebt u een grotere wond. In sommige gevallen zijn oplosbare hechtingen gebruikt (zie hierboven), maar er kunnen ook hechtingen zijn gebruikt die na vijf tot zeven dagen verwijderd moeten worden. Dit hoort u van de arts of verpleegkundige.
  • U mag gerust douchen. Een bad nemen is pas toegestaan een dag nadat de hechtingen zijn verwijderd. Om uw kleding te beschermen kunt u een pleister gebruiken zolang er nog vocht uit de wond komt.

Naar huis

Door de operatie en de narcose bent u vaak nog behoorlijk slap. Het is daarom verstandig dat u uit het ziekenhuis wordt opgehaald. Zelf autorijden of met het openbaar vervoer naar huis wordt sterk afgeraden.

Herstel

Gedurende de eerste drie dagen na de ingreep moet de buikpijn afnemen. De eerste dagen na de ingreep kunt u over het algemeen wel voor uzelf zorgen, maar nog niet voor u eventuele gezinsleden. Het is verstandig de eerste dagen extra hulp te regelen. Vaak bent u sneller moe en kunt u minder aan dan u dacht. In dat geval is het verstandig toe te geven aan de moeheid en extra rust te nemen. Het is belangrijk om te luisteren naar uw eigen lichaam. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt.

Activiteiten

Als u zich voelt opknappen, kunt u geleidelijk uw activiteiten uitbreiden. Weer in beweging komen (mobiliseren) kan zelfs het herstel bevorderen. Trap lopen mag; er hoeft dus geen bed in de kamer. De eerste weken mag u niet te zwaar tillen, dat wil zeggen: niet meer dan vijf kilo. Na drie weken mag u weer sporten.

Werk

Werk kunt u hervatten als u zich weer hersteld voelt. Voor de meeste vrouwen is dit enkele dagen tot een week (na een laparoscopie). De zwaarte van de operatie, de snelheid van uw herstel en de zwaarte van uw werk zijn hierbij van belang. Na een buikoperatie duurt dit wat langer.

Het gebruik van tampons en het hebben van gemeenschap zijn weer toegestaan als u geen vaginaal bloedverlies meer heeft als gevolg van de ingreep.

Wanneer bellen

De eerste twee weken na uw ziekenhuisopname kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Gynaecologie. Na die twee weken kunt u terecht bij uw huisarts.

Bij onderstaande problemen moet u in ieder geval contact opnemen:

  • toenemende buikpijn;
  • braken;
  • koorts, meer dan 38,5°C;
  • overmatig vloeien;
  • nabloeden van de wond.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Gynaecologie
088 624  56 04 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Gynaecologie
088 624 56 04 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Meer informatie

Endometriose Stichting

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
rubriek patiëntenvoorlichting

Informatie Centrum Gynaecologie
Floresstraat 2/1
9715 HS Groningen
(050) 313 56 46 (bereikbaar op dinsdag en woensdag)

Laatst gewijzigd 9 maart 2022 / 5721