Contact
  1. 5881-Schouderprothese

​Bij slijtage van de schouder kan het schoudergewricht worden vervangen door een prothese. Hier gaan we in op de oorzaken van de klachten en de verschillende soorten prothesen.

Wat zijn de klachten?

De klachten bestaan vaak uit pijn en stijfheid, gecombineerd met verminderde kracht en beperkingen in het bewegen. In het dagelijkse leven manifesteren deze klachten zich steeds vaker en nadrukkelijker.

De ernst van uw aandoening heeft uw arts vastgesteld door middel van een vraaggesprek, lichamelijk onderzoek en röntgenonderzoek, eventueel aangevuld een CT-scan of MRI-onderzoek.

Oorzaken van de klachten

Artrose

Artrose is het resultaat van langdurige slijtage van het gewricht. Een intacte kraakbeenlaag is elastisch en stevig. Met het verlopen van de jaren wordt deze brozer en breekbaarder. Langzaam treedt afbrokkeling op en scheurt het kraakbeen in. Hierdoor wordt het oppervlak ruwer. Vroegere breuken rond het gewricht of een vaak ontwrichte schouder kunnen dit proces versnellen.

Reuma

Reumatoïde artritis geeft vaak aanleiding tot een versnelde kraakbeenafbraak in de schouder. Dit kan zelfs op jonge leeftijd al tot destructie van het gewricht leiden, met als gevolg een zeer slechte schouderfunctie.

Fracturen

Sommige breuken (fracturen) van de schouder kunnen bijkomend letsel veroorzaken, namelijk het afscheuren van bloedvaatjes. Dit heeft tot gevolg dat het achterliggende bot (de kop) langzaam afsterft. De kop zal vervormen en zijn mooie ronde vorm verliezen. Het kraakbeen dat erbovenop ligt, komt los. Het gewricht kan niet meer naar behoren functioneren.

Onherstelbare rotator cuff-scheuren

De rotator cuff is een combinatie van vier spieren die de stabiliteit aan het schoudergewricht geven. Zij bepalen ook de mogelijkheid tot bewegen van de arm. Als de rotator cuff ofwel versleten is of zodanig gescheurd dat herstel onmogelijk wordt, dan is het nodig uw schoudergewricht te vervangen door een schouderprothese.

Anatomie van de schouder

Het schoudergewricht is een kogelgewricht (zie afbeelding 1). De kom bevindt zich in het schouderblad. Het gewricht vormt de verbinding tussen arm en lichaam. De kop van de bovenarm is groot in vergelijking met de kom waarin deze draait. Het kapsel dat het gewricht omsluit, is vrij ruim. In het kapsel zitten de gewrichtsbanden die voor extra stevigheid zorgen.

Tussen het uitstekend botstuk van het schouderblad en de kop van de bovenarm bevindt zich een ruimte. In deze ruimte ligt de zogenaamde rotator cuff, een bundel van spieren die de stabiliteit aan het gewricht moet geven.

Afbeelding anatomie schouderAfbeelding 1. Anatomie van de schouder

Soorten prothesen

De opnameduur voor het plaatsen van een schouderprothese is drie tot vier dagen. Uw orthopedisch chirurg bepaalt welke prothese u gaat krijgen.

Als de spieren intact zijn en alleen het gewricht versleten is, wordt vaak een metalen steel en kop in de bovenarm geplaatst. De kunststof kom wordt in het schouderblad geplaatst. Dit is de meest toegepaste schouderprothese (zie afbeelding 2).

Afbeelding schouderprothese kunststofAfbeelding 2. In veruit de meeste gevallen wordt een schouderprothese toegepast waarbij de kunststof kom in het schouderblad wordt geplaatst en de metalen steel met de kop in de bovenarm. 
  • Bij jonge mensen wordt de kom soms weggelaten. Deze kan namelijk bij veel activiteit eerder loslaten. In dat geval wordt een zogenoemde hemischouderprothese (hemi = half) geplaatst.
  • Tegenwoordig kan ook – als de vorm van artrose dit mogelijk maakt – een resurfacing prothese worden geplaatst. Hierbij wordt over de versleten schouderkop een metalen kapje geplaatst.
  • Als de spieren en pezen van het schoudergewricht onherstelbaar beschadigd zijn, kan een ‘omgekeerde’ prothese worden geplaatst (zie afbeelding 3). Op de plaats van de kom wordt dan de kop van de prothese geplaatst, in de bovenarm komt de kom te zitten. Het voordeel is een grotere stabiliteit.
Afbeelding omgekeerde protheseAfbeelding 3. De omgekeerde prothese

Na de operatie

  • De dag na de operatie zal de fysiotherapeut beginnen met oefeningen. Deze oefeningen zullen eerst passief zijn, dat wil zeggen dat u niet meteen actief met de arm mag oefenen.
  • De arm wordt in het begin ondersteund door een mitella, de zogenaamde ‘immobiliser’. Deze wordt al op de operatieafdeling aangemeten.
  • Als u weer thuis bent, zet u de fysiotherapie voort bij een praktijk in de buurt. Na een aantal weken mag u de arm weer actief bewegen, maar nog niet belasten.
  • Twee weken na de operatie heeft u een afspraak op het Wond expertise centrum. Dan zullen de hechtingen worden verwijderd.
  • Ongeveer zes weken na de operatie volgt een afspraak op de polikliniek Orthopedie. Dan wordt bepaald in welke mate u het schoudergewricht mag gaan belasten.

Pijn

In de eerste weken na de operatie kan de schouder pijnlijk zijn, daarna zal de pijn duidelijk minder worden. Deze pijn wordt deels veroorzaakt door de zwelling die optreedt na de operatie. De zwelling kan enkele maanden duren. Tegen de pijn krijgt u pijnstillers die u kunt afbouwen zodra de pijn afneemt. De pijn kan tijdens het afbouwen toenemen, maar mag de revalidatie van de schouder niet beïnvloeden. De totale revalidatie zal vier tot zes maanden in beslag nemen.

Resultaat

Over het algemeen is het resultaat van het plaatsen van een schouderprothese goed en mag u verwachten dat de pijn verdwijnt. Hoe goed de beweeglijkheid wordt, hangt onder andere af van de stijfheid van de schouderpezen en spieren. De situatie voorafgaand aan de operatie speelt hierbij een belangrijke rol.

Vergeleken met een normaal schoudergewricht kunt u de schouderprothese over het algemeen minder zwaar belasten. Het actief heffen van de arm gaat meestal niet verder dan 90 graden (een rechte hoek).

Schouders met artrose herstellen over het algemeen beter dan schouderfracturen.
Ervaring heeft overigens geleerd dat op oudere leeftijd een volledige schouderfunctie niet nodig is om dagelijkse werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Werk- en sporthervatting

Na ongeveer zes weken kunt u licht lichamelijk werk weer hervatten. Wat voor u na die tijd tot de mogelijkheden behoort, is mede afhankelijk van de conditie van het gewricht en de spieren voorafgaand aan de operatie.

De soort sport die u beoefent, is uiteraard mede bepalend voor de mate waarin u weer actief kunt deelnemen. Het beste kunt u met uw orthopeed overleggen wat de mogelijkheden zijn. Hij kan u ook vertellen welke handelingen u moet ontzien en welke oefeningen u kunt doen om de conditie van uw schouder te optimaliseren.

Complicaties

Infectie

Een schouderprothese is gevoelig voor infecties. Als u zich grieperig voelt, koorts, een infectie (bijvoorbeeld een blaasontsteking), ontsteking (bijvoorbeeld een longontsteking) of wondje (bijvoorbeeld een ingegroeide teennagel) heeft in de week vooraf dat u wordt opgenomen, neemt u dan direct contact op met de polikliniek Orthopedie. Wij beoordelen of uw geplande operatie door kan gaan om (ernstige) complicaties te voorkomen.

Frozen shoulder

De letterlijke vertaling van frozen shoulder is bevroren schouder. Hierbij zijn de spieren van de schouder als het ware verstijfd. Het belemmert de functionaliteit van de schouder. Fysiotherapie na de operatie zou dit moeten voorkomen, maar een enkele keer treedt een frozen shoulder toch op.

Zenuwuitval

Dit komt zeer zelden voor en is meestal tijdelijk van aard.

Uit de kom schieten van de prothese (luxatie)

Als de kop van de prothese uit de kom schiet, spreekt men over een luxatie. Een luxatie kan bij de ‘normale’ schouderprothese voorkomen, maar ook bij de ‘omgekeerde’ prothese. Als een luxatie plaatsvindt, moet de kop weer in de kom worden geplaatst. Meestal vindt deze terugplaatsing onder narcose plaats.

Slijtage

Zoals bij elke prothese bestaat ook hier de kans dat er in een van de delen prothesegebonden slijtage gaat optreden. Dit kan overigens geen complicatie worden genoemd omdat dit op den duur een normaal verschijnsel is. Na vele jaren (10 tot 15 jaar) kan de prothese loslaten. Dan is een hersteloperatie mogelijk.

Trombose

Na een operatie kan een bloedstolsel ontstaan in uw bloedvaten. Dit kan leiden tot een trombosebeen of longembolie. Om de kans te verlagen krijgt u na de ingreep bloedverdunnende middelen.

Meer informatie

De orthopeden van Isala zijn samen met regionale fysiotherapeuten vertegenwoordigd in het Schouder Netwerk Groot Zwolle. U kunt op hun site aanvullende informatie vinden over de behandeling van schouderproblematieken.

Ook kunt u informatie vinden op de website van de beroepsvereniging van de Orthopedie Nederland.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Orthopedie
088 624 96 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 10 maart 2022 / 5881