Mictiecystogram bij kinderen Mictiecystogram bij kinderen
- Isala
- Patiëntenfolders
- 5968-Mictiecystogram bij kinderen
Röntgenonderzoek van de blaas
Met een mictiecystogram kunnen mogelijke afwijkingen in de blaas en urinebuis worden opgespoord. Het doel van dit onderzoek is om de blaas en urinebuis (plasbuis) en het uitplassen zelf zichtbaar te maken met behulp van röntgenstralen. Omdat de blaas niet duidelijk zichtbaar is op een röntgenfoto, wordt er contrastmiddel via een katheter ingebracht. Daarna worden er röntgenfoto’s van de blaas gemaakt.
Voorbereiding
- Op de dag van het onderzoek wordt uw kind opgenomen op de afdeling Kindergeneeskunde van Isala.
- Aan de hand van een fotoboek geeft een verpleegkundige uitleg over het röntgenonderzoek.
- Daarna brengt een verpleegkundige op de afdeling Kindergeneeskunde een katheter (dun plastic slangetje) via de plasbuis in de blaas.
- Om het inbrengen te vergemakkelijken wordt de katheter vochtig gemaakt met een gelei waarin een verdovingsmiddel zit. Toch kan het inbrengen soms wat gevoelig zijn.
- Als de katheter is ingebracht, wordt een klein ballonnetje in de katheter opgeblazen, zodat deze op zijn plek blijft.
- Vervolgens gaat uw kind, liggend in bed, naar de afdeling Radiologie (röntgenafdeling). Er mag 1 ouder bij het röntgenonderzoek aanwezig zijn.
Overgevoelig
Het kan zijn dat uw kind overgevoelig (allergisch) is voor contrastvloeistoffen. Geef dit vóór het onderzoek door. Soms is het mogelijk een ander contrastmiddel te gebruiken.
Help uw kind voorbereiden
Een afspraak in het ziekenhuis kan voor uw kind best spannend zijn. Het is fijn voor uw kind als vooraf zoveel mogelijk is verteld wat er gaat gebeuren. Dat doet de zorgverlener, maar u kunt ook zélf uw kind helpen zich voor te bereiden. Door bijvoorbeeld uw kind zo eenvoudig en eerlijk mogelijk te vertellen wat er gaat gebeuren. Gebruik daarbij zoveel mogelijk positieve woorden en zinnen. Zo zorgt u ervoor dat uw kind zich prettig(er) voelt. Het helpt ook als alleen één persoon praat tijdens de activiteit. Dit zorgt voor gerichte aandacht en een rustige sfeer. Bespreek van tevoren wie met uw kind praat. Wilt u meer informatie en tips? Lees dan de folder ‘Helpend taalgebruik’ van Stichting Kind en ziekenhuis.
Onderzoek
- Tijdens het onderzoek komt uw kind op een röntgentafel te liggen.
- Als het nodig is, dan kunt u bij uw kind blijven. Als dit niet nodig is, gaat u bij de laborant en de radioloog achter het loodscherm staan.
- De laborant sluit de katheter aan op een fles met contrastvloeistof.
- Eerst maakt de radioloog röntgenfoto’s zonder dat de vloeistof naar binnenloopt om de beginsituatie vast te leggen.
- Vervolgens laat de laborant in een rustig tempo de contrastvloeistof naar binnen lopen. Tijdens het vullen kijkt de radioloog op de monitor naar de blaas en maakt hij/zij röntgenfoto’s.
- De radioloog probeert de blaas zo goed mogelijk te vullen om zo een terugstroom (reflux) naar de nieren te kunnen aantonen of uit te sluiten. Uw kind kan hierdoor aandrang krijgen. Als de blaas helemaal vol is, mag uw kind uitplassen. Tijdens het plassen maakt de radioloog opnieuw röntgenfoto’s van de blaas.
- Soms lukt het te plassen langs de katheter. Als dit niet lukt, dan laat de radioloog het ballonnetje van de katheter leeglopen. In dat geval plast uw kind de katheter uit. Ook kan het helpen om de röntgentafel naar de staande positie te kantelen of door een beetje druk op de blaas te geven. Soms helpt het een koud washandje te gebruiken.
- Al met al is het voor kinderen vaak erg lastig om te plassen op commando. Het is daarom niet erg als het plassen niet in één keer lukt. Het belangrijkste is om geduld te hebben.
- Het onderzoek duurt ongeveer een half uur tot drie kwartier.
Na het onderzoek
Na het onderzoek haalt een verpleegkundige van de afdeling Kindergeneeskunde u en uw kind weer op. Als de katheter is blijven zitten, wordt deze op de kinderafdeling uit de blaas gehaald.
Uitslag
De uitslag van het onderzoek wordt door de radioloog schriftelijk medegedeeld aan de arts/specialist. die het onderzoek heeft aangevraagd. Van hem/ haar ontvangt u de definitieve uitslag van het onderzoek.
Complicaties en bijwerkingen
Tot twee dagen na het onderzoek kan uw kind last hebben van een gevoelige plasbuis en kan de urine nog wat gekleurd zijn van de contrastvloeistof. Hierover hoeft u zich geen zorgen te maken.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:
Radiologie
088 624 28 82 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur)
De radioloog en/of laborant vertelt tijdens het onderzoek steeds wat er gaat gebeuren. U kunt aan hen ook vragen stellen, vooraf en na afloop.
Een aantal onderzoeken kent risico's en mogelijke bijwerkingen. Die heeft uw arts met u besproken. Deze risico's zijn afhankelijk van het type onderzoek.