Contact
  1. 5974-Kijkoperatie (artroscopie) schouder

Bepalen en behandelen van gewrichtsproblemen

Met een kijkoperatie (artroscopie) kan uw schouder van binnen worden bekeken zonder deze helemaal open te snijden. Uw orthopedisch chirurg heeft u geadviseerd een artroscopie te ondergaan aan uw schouder. In deze folder informeren wij u over de mogelijkheden, de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling.

Wat is een artroscopie?

Artroscopie betekent: kijken in het gewricht. Kijkoperaties kunnen in veel gewrichten plaatsvinden. Voor een kijkoperatie wordt u in Isala opgenomen in het Behandelcentrum of op de afdeling Orthopedie. De kijkoperatie vindt plaats onder algehele narcose, vaak gecombineerd met plaatselijke verdoving. De plaatselijke verdoving dient als pijnstilling voor na de operatie.

Camera

De orthopedisch chirurg maakt tijdens een kijkoperatie meestal twee kleine sneetjes in de huid rondom het schoudergewricht. Eén aan de voorkant van de schouder en één aan de achterzijde van de schouder, helemaal bovenaan de bovenarm. De sneetjes zijn ongeveer een centimeter groot.

Via het ene sneetje kan met een camera in het gewricht worden gekeken. Via het andere sneetje kunnen instrumenten naar binnen, waarmee de operatie wordt uitgevoerd. Het inbrengen van een vloeistof in de gewrichtsholte geeft de chirurg een beter zicht op het gewricht. Daardoor krijgt de chirurg een duidelijker beeld van het probleem.

De chirurg spreekt meestal voor de kijkoperatie met u af of er direct een behandeling plaatsvindt tijdens de kijkoperatie. Als dat mogelijk is, gebeurt dat ook.

Voordelen van een artroscopie

Een kijkoperatie heeft de volgende voordelen:

  • geen grote wond, slechts enkele kleine sneetjes;
  • beter zicht op het operatiegebied omdat structuren van huid, spieren en pezen heel blijven;
  • minder groot litteken, daardoor minder beschadiging van structuren;
  • snellere wondgenezing;
  • minder kans op nabloeding;
  • minder kans op ontsteking;
  • vaak minder pijn;
  • minder littekenvorming.

Anatomie van de schouder

Het schoudergewricht is een kogelgewricht (zie afbeelding 1). De kom is onderdeel van het schouderblad. Het gewricht vormt de verbinding tussen arm en lichaam. De kop van de bovenarm is groot in vergelijking met de kom waarin deze draait. Het kapsel dat het gewricht omsluit, is vrij ruim. In het kapsel zitten de gewrichtsbanden die voor extra stevigheid zorgen.
Tussen het schouderdak (A) en de kop van de bovenarm (D) bevindt zich een ruimte. In deze ruimte ligt de zogenaamde rotator cuff. Dit is een bundel van spieren die stabiliteit aan het gewricht geeft en de arm doet bewegen.

Afbeelding anatomie schouder Afbeelding 1. Anatomie van de schouder. 
 

Wanneer een artroscopie uitvoeren?

Oorzaken van schouderklachten kunnen zijn:

  • intensieve belasting van de schouder;
  • een ongeluk waarbij letsel is ontstaan;
  • instabiliteit;
  • gewrichtsslijtage;
  • op oudere leeftijd kan de omvang toenemen van pezen, spieren en slijmbeurs tussen schouderblad en schoudergewricht.

Afhankelijk van uw persoonlijke situatie bespreekt de orthopedisch chirurg met u welke behandeling u nodig heeft. Een kijkoperatie kan bij de volgende problemen ingezet worden:

Instabiliteit

De schouder is een gewricht met grote bewegingsuitslag. Soms is de beweeglijkheid te groot en spreken we van instabiliteit. Dit is meestal het gevolg van een ongeval, maar het komt ook voor als het bindweefsel te elastisch is. Het gevolg kan uiteindelijk zijn dat de kop van de schouder uit de kom schiet. We noemen dit ‘luxatie’ van de schouder.

Herhaaldelijke luxaties kunnen leiden tot verscheuring van het kapsel van het kommetje, maar ook tot beschadiging van de schouderkop. De behandeling bestaat uit het weer terug hechten van het kapsel aan het kommetje. Eventueel wordt dit gecombineerd met het opvullen van het botdefect aan de achterzijde met een pees die daar loopt.

Traumatische klachten

Traumatische klachten zijn beschadigingen aan het gewricht of rond het gewricht veroorzaakt door een ongeval. Afhankelijk van de plaats en de omvang van de beschadiging vindt behandeling plaats. Het meest voorkomend is het afscheuren van één van de pezen van het bot. De pees vormt de verbinding tussen de spier en het bot.

Als dit het geval is, wordt er in het bot een ‘ankertje’ geschroefd. Met hechtdraad wordt vervolgens de pees aan het ankertje gehecht. Deze groeit vervolgens weer aan het bot vast.

Het is meestal niet mogelijk om een botbreuk tijdens een kijkoperatie te herstellen. De orthopedisch chirurg bespreekt voorafgaand aan de kijkoperatie met u de mogelijkheden.

Cuff ruptuur (peesscheur)

Een cuff ruptuur is een scheur in een pees van de spieren die rondom het schoudergewricht liggen. De pees vormt de verbinding van de spier met het bot en zorgt ervoor dat bij het aanspannen de arm kan worden bewogen. Wanneer één of meer pezen stuk zijn, kunnen de bewegingsmogelijkheid en de kracht van de arm verminderd zijn.

Als de klachten niet afnemen (ondanks fysiotherapie) of als de beschadiging te groot is, dan is een kijkoperatie de aangewezen behandeling. De gescheurde pees wordt dan gehecht. Als de pees is losgescheurd van het bot, wordt er een hersteloperatie uitgevoerd zoals bij traumatische klachten is beschreven.

AC-artrose

De afkorting AC staat voor Acromion Claviculair gewricht. Dit gewricht bevindt zich tussen het schouderblad (A) en het sleutelbeen (F) (zie afbeelding 1). Tussen sleutelbeen en schouderblad zit een schijfje (meniscus) dat het stoten tussen de beide delen van het gewricht opvangt. Als het kraakbeen is beschadigd, veroorzaakt dit problemen.

Soms ontstaan door het verdwijnen van het kraakbeen vergroeiingen van het gewricht, osteofyten genoemd. Als er geen alternatieven meer zijn, kan tijdens een kijkoperatie het uiterste deel van het sleutelbeen worden verwijderd.

Impingementsyndroom

Het impingementsyndroom bestaat uit een combinatie van defecten van het schoudergewricht, waarvan de hierboven genoemde AC-artrose er één is. Verder spelen de pezen die tussen het schouderdak (A) en de kop van de bovenarm (D) liggen een rol (zie afbeelding 1). Zij kunnen door overmatige wrijving leiden tot blijvende pijnklachten.

Door de wrijving ontstaan irritatie en zwelling van de pezen. Met name bij patiënten waarbij de ruimte tussen schouderblad en de kop smal is, komt dit eerder voor. Ook de slijmbeurs (B) kan gaan ontsteken.

De klachten zijn soms het gevolg van langzaam ontstane slijtage van het schoudergewricht. Het syndroom doet zich dan ook vaker voor bij mensen die werk boven hun hoofd uitoefenen, zoals schilders en stukadoors. Maar ook bij het beoefenen van bepaalde sporten zoals zwemmen en volleybal komt het voor.

Het impingementsyndroom is met een kijkoperatie te behandelen als fysiotherapie onvoldoende succesvol is. De behandeling bestaat uit het vergroten van de ruimte tussen het schouderdak (A) en de kop van de bovenarm (D). Dit gebeurt door een klein deel van het bot aan de onderkant van het schouderdak te verwijderen.

Vergroeiingen van het bot (osteofyten)

Als de kraakbeenlaag van het gewricht minder van kwaliteit wordt, spreken we van artrose. Tijdens dit proces kunnen zich aan de randen van het gewricht vergroeiingen van het bot gaan vormen. Deze vervormingen worden osteofyten genoemd.

De osteofyten kunnen pijnklachten geven en bewegingsbeperking veroorzaken. Met een kijkoperatie worden de osteofyten verwijderd en het beschadigde kraakbeen bijgewerkt. De ingreep stopt het slijtageproces niet, maar kan wel tot vermindering van de pijn en verbetering van de schouderfunctie leiden.

Frozen shoulder

De letterlijke vertaling van frozen shoulder is bevroren schouder. Hierbij zijn de pezen en het kapsel als het ware verstijfd. Meestal gaat hier een ontstekingsproces aan vooraf, waardoor verklevingen ontstaan. Dit heeft stijfheid tot gevolg. Het is een aandoening die vaak vanzelf overgaat, maar het kan wel twee jaar duren.

Restverschijnselen, zoals beperkte beweeglijkheid, kunnen soms door een kijkoperatie worden verholpen. Een operatie vindt in dit geval pas plaats als de aandoening niet vanzelf overgaat. Bij een te snelle operatieve ingreep bestaat het risico dat er nieuwe ontstekingsreacties ontstaan die het probleem verergeren.

Voorbereiding

Voor de operatie heeft u een afspraak op de afdeling Preoperatief onderzoek. Om u goed voor te bereiden op de operatie vult u een vragenlijst in en heeft u een gesprek met de apothekersassistente (als u medicijnen gebruikt), de anesthesioloog en de verpleegkundige. U spreekt hen alle drie apart. De anesthesioloog geeft u uitleg over de vorm van anesthesie die tijdens de operatie gebruikt wordt. Ook krijgt u uitleg over de pijnbestrijding. De totale afspraak duurt ongeveer een uur

Soms is het nodig het operatiegebied te ontharen. Dit wordt op de operatieafdeling gedaan. Om irritaties en ontstekingen te voorkomen, raden wij u aan om dit niet thuis te doen. Ook gebruik van bodylotion wordt om deze reden afgeraden.

Opname

Na de kijkoperatie blijft u in principe een nacht in het ziekenhuis.

De operatie wordt vaak als pijnlijk ervaren, maar dit is uiteraard afhankelijk van de intensiteit van de operatie. Als pijnbestrijding krijgt u meestal een combinatie van paracetamol en diclofenac. Als u hier overgevoelig voor bent, krijgt u andere medicatie.

Eenmaal thuis kunt u de pijnstillers langzaam afbouwen. Daardoor kan de pijn mogelijk weer toenemen. Het is belangrijk om tijdens het afbouwen wel uw oefeningen te blijven doen. De fysiotherapeut neemt deze oefeningen in het ziekenhuis met u door of u ontvangt instructies van uw arts.

Na de operatie

Revalidatie en werkhervatting

  • Meestal moet u de eerste weken het gewricht ontlasten en mag u de arm niet actief gebruiken. In de meeste gevallen mag u alleen de oefeningen doen, zoals die in het ziekenhuis met u zijn doorgenomen.
  • Na twee weken volgt de eerste controle op de polikliniek. Er wordt dan bekeken in welke mate u actieve oefeningen met de arm kunt gaan doen. Vaak volgt hierna fysiotherapie voor thuis.
  • Zes weken na de operatie volgt een tweede controle, waarbij wordt beslist of u de arm weer volledig mag gaan gebruiken.
  • Het totale revalidatieproces neemt zo’n drie tot zes maanden in beslag.
  • Wanneer u weer kunt werken en sporten is afhankelijk van de mate waarmee het schoudergewricht hierbij wordt belast. Ook de conditie van het gewricht en de spieren, voorafgaand aan de operatie, spelen hierbij een rol.

Meestal moet de tijd uitwijzen wat nog mogelijk is. We raden u aan om altijd met uw orthopeed tijdens de controles te overleggen wat uw mogelijkheden, maar ook uw beperkingen zijn.

Klachten

Een niet vaak voorkomende klacht na een kijkoperatie is het optreden van een ontsteking. Verschijnselen hiervan zijn:

  • koorts;
  • roodheid;
  • toenemende pijn;
  • toenemende wondlekkage.

Als u één van deze verschijnselen heeft, neem dan contact op met de polikliniek Orthopedie.

Ook een frozen shoulder kan het gevolg zijn van een operatieve ingreep. Het gebeurt niet vaak, maar in een enkel geval helaas wel.

Zeer zelden treedt er zenuwuitval op. Dit is dan meestal van tijdelijke aard.

Na een operatie kan een bloedstolsel ontstaan in uw bloedvaten. Dit kan leiden tot een trombosebeen of longembolie. Om de kans te verlagen krijgt u na de ingreep bloedverdunners.

Meer informatie

De orthopeden van Isala zijn samen met regionale fysiotherapeuten vertegenwoordigd in het Schouder Netwerk Groot Zwolle. Op de website van Schouder Netwerk Groot Zwolle vindt u aanvullende informatie over de behandeling van schouderproblematieken.

Ook vindt u informatie op de website van de Nederlandse orthopedie-vereniging (NOV).

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Orthopedie
088 624 96 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 14 maart 2022 / 5974