Contact
  1. 5978-Radiofrequente ablatie (RFA) bij Barrett-slokdarm

Uitleg behandeling

Bij radiofrequente ablatie (RFA) wordt het meest oppervlakkige laagje van de slokdarmwand kortdurend sterk verhit met behulp van radiofrequente energie, waardoor dit laagje afsterft. Hierna treedt genezing van de slokdarm op en groeit het oorspronkelijke slijmvlies (het plaveiselcelepitheel) terug. Hier leest u wat de behandeling inhoudt en hoe u zich hierop voorbereidt. Ook krijgt u verderop in de folder informatie over nazorg. Het is belangrijk dat u deze informatie goed doorleest.

RFA wordt toegepast bij patiënten met dysplasie (dit is een voorstadium van kanker in de Barrett-slokdarm). Als er sprake is van zichtbare afwijkingen in de slokdarm, worden deze in de meeste gevallen eerst verwijderd door middel van endoscopische mucosale resectie (EMR). Daarna vindt een RFA van het resterende Barrett-slijmvlies plaats. Bij patiënten zónder zichtbare afwijkingen maar mét dysplasie wordt direct een RFA uitgevoerd.

Barrett-slokdarm

Bij een Barrett-slokdarm is het slijmvlies (de bekleding) van het onderste deel van de slokdarm veranderd. Een Barrett-slokdarm ontstaat wanneer maagzuur langdurig terugloopt in de slokdarm. Patiënten met een Barrett-slokdarm moeten zich regelmatig laten onderzoeken door middel van een endoscopie van de slokdarm. Zij hebben namelijk een verhoogd risico op slokdarmkanker.

Dysplasie

Abnormale groei van weefsel (dysplasie) wordt beschouwd als een voorstadium van kanker. Er is onderscheid tussen laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan. Bij hooggradige dysplasie is er sprake van meer onrust dan bij laaggradige dysplasie.

Voorbereiding eten en drinken

Tijdens dit onderzoek mag er geen voedsel meer in uw slokdarm of maag zitten. Om ernstige complicaties zoals longontsteking te voorkomen, moet u voor het onderzoek nuchter zijn. Dit houdt in:

  • tot 6 uur vóór het onderzoek alleen een licht ontbijt zoals 2 beschuiten of 2 crackers of 1 boterham;
  • tot 2 uur vóór het onderzoek alleen heldere dranken gebruiken (thee, water of appelsap);
  • vanaf 2 uur vóór de opname in het ziekenhuis niets meer drinken.
    Als u medicijnen gebruikt, mag u deze met een klein beetje water innemen.

Voorbeeld

U wordt om 15.00 uur verwacht in het ziekenhuis. U mag dan vanaf 9.00 uur niets meer eten. Vanaf 13.00 uur mag u niets meer drinken.

Sedatie

De ingreep gebeurt in principe onder diepe sedatie onder begeleiding van een sedatie praktijk specialist. Dit is een gespecialiseerd anesthesiemedewerker die zich bezighoudt met sedatie bij onderzoeken en behandelingen. Sedatie is het verlagen van de staat van het bewustzijn van een patiënt met het doel een onderzoek of ingreep aangenamer te maken. Dit gebeurt door het toedienen van medicijnen via een infuus dat u voor het onderzoek krijgt ingebracht. U valt dan vrijwel meteen in slaap. U merkt dan zo goed als niets van het onderzoek.

U krijgt tijdens het onderzoek een slaapmiddel (sedatie) toegediend. Wilt u de folder Diepe sedatie goed doorlezen vóór uw behandeling? Hier staan belangrijke adviezen in.

Speciale aandachtspunten

  • Heeft u diabetes of gebruikt u medicijnen die u `s morgens in moet nemen, overleg dit dan vooraf met de arts.
  • Gebruikt u bloedverdunners? Neem dan minimaal 5 dagen vóór het onderzoek contact op met de arts die deze medicijnen heeft voorgeschreven.
  • Heeft u een kunstmatige hartklep? Neem dan vóór het onderzoek contact op met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.
  • Houd er rekening mee dat u na de behandeling enkele uren op de afdeling Dagverpleging wordt opgenomen of dat u de nacht blijft ter observatie. Neem daarom eventuele medicijnen voor 24 uur mee.

Wat neemt u mee

Na de behandeling wordt u 2 uur opgenomen op de afdeling Dagverpleging. Daarna mag u naar huis, tenzij de arts het beter vindt dat u een nacht ter observatie blijft. Neem voor de zekerheid (slaap)kleding en een toilettas mee voor de nacht. Gebruikt u medicijnen? Neem dan voor minimaal 24 uur voorraad mee.

Behandeling

In de onderzoekkamer

In de onderzoekkamer neemt u plaats op een onderzoekstafel. Als u een gebitsprothese heeft, moet u deze uitdoen. Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzij. U krijgt een knijper aan uw vinger en plakkers op de borst om tijdens de behandeling uw hartslag en het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren. Ook wordt uw bloeddruk gemeten. U krijgt een drankje dat het schuimen van de maaginhoud tegengaat. 

Bijtring

U krijgt een bijtring tussen uw tanden (kaken) ter bescherming van de endoscoop. Vervolgens brengt de arts de endoscoop via uw mond in. Na inspectie wordt het te behandelen gebied in beeld gebracht en zal de arts het weefsel behandelen volgens een van de volgende technieken.

Endoscoop

Een endoscoop is een flexibele slang met een doorsnede van een centimeter, met aan het uiteinde een camera, waarmee de maag-, darm- en leverarts uw slokdarm, maag en darmen kan bekijken. Vervolgens brengt de arts de endoscoop via uw mond in en vraagt u te slikken. Dit kan een vervelend gevoel geven. De endoscoop wordt voorzichtig opgeschoven. Na inspectie wordt het te behandelen gebied in beeld gebracht. De arts behandelt het weefsel.

Duur

De behandeling duurt 45 tot 60 minuten.

Behandelopties

Om het beste resultaat te bereiken zijn meestal meer RFA-behandelingen nodig met tussenpozen van twee à drie maanden. De behandeling gebeurt met een RFA-ballon of met een kleiner ablatieapparaatje dat op de endoscoop wordt bevestigd. Beide worden hieronder toegelicht.

RFA-ballonbehandeling (HALO 360)

Bij de ballonbehandeling wordt een ballon in de slokdarm gebracht en voorzichtig opgeblazen. Op deze manier meten wij de doorsnede van de slokdarm. Om de behandelballon is een dunne metalen draad gewikkeld die de warmte afgeeft. De RFA-ballon wordt gedurende ongeveer één seconde ingeschakeld waardoor de slokdarmwand wordt verhit. Afhankelijk van de lengte van de Barrett slokdarm wordt de ballon verplaatst en nogmaals verhit (afbeelding 1).

Illustratie RFA ballonbehandeling

Afbeelding 1: RFA-ballonbehandeling 

RFA-behandeling met ablatie-apparaatje (HALO 90)

Als na de eerste behandeling met de RFA-ballon de slokdarm is genezen, dan zijn er meestal nog kleine gebieden Barrett slijmvlies aanwezig. Dit komt omdat de RFA-ballon niet overal contact heeft gehad met de slokdarmwand. Om deze resterende plekjes te behandelen, gebruiken we een apparaatje dat we op de endoscoop kunnen bevestigen. Dit apparaatje geeft ook radiofrequente energie af. Het apparaatje wordt naar de te behandelen gebieden gebracht en vervolgens wordt het apparaatje ingeschakeld waardoor de slokdarmwand wordt verhit (afbeelding 2).

  • Illustratie RFA behandeling met een apparaatje op de endoscoopAfbeelding 2: RFA-behandeling met een apparaatje op de endoscoop

Complicaties

Bij een RFA ontstaat een soort oppervlakkige brandwond in de slokdarm. De kans op complicaties is erg klein. Behalve irritatie van de keel en pijn achter het borstbeen hebben patiënten meestal geen klachten na de behandeling.

In theorie kunnen er complicaties voorkomen, zoals een ernstige ontsteking van de slokdarm met de vorming van zweren en vernauwing van de slokdarm, een gaatje in de slokdarmwand (perforatie) en een beschadiging van keel of stembanden. De kans hierop is gelukkig zeer klein.

Bloeding

Tijdens de behandeling kan een bloedvaatje worden geraakt. Hierdoor kan een bloeding ontstaan. Dit treft ongeveer één op de tien patiënten. Als dit gebeurt, wordt de bloeding meestal direct behandeld.

Soms ontstaat een bloeding enige tijd na de behandeling. Daarom moet u na de behandeling 2 uur in ons ziekenhuis blijven. Wanneer er in die periode een bloeding optreedt, kan er direct ingegrepen worden. In zeldzame gevallen treedt de bloeding pas later op. U merkt dit doordat u bloed op braakt en/of zwarte, teerachtige ontlasting heeft. Wanneer dit gebeurt, moet u direct contact met ons opnemen.

Perforatie (gaatje)

Een complicatie die zeer zelden (bij één op de honderd gevallen) voorkomt, is een perforatie. Hierbij ontstaat een gaatje in de wand van de slokdarm of de maag. Als dit gebeurt, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. In het ongunstigste geval volgt er een operatieve ingreep. In de meeste gevallen kan een perforatie zonder een operatie worden opgelost.

Stenose (vernauwing)

Deze complicatie begint meestal ongeveer twee tot drie weken na de behandeling. Het komt alleen voor bij behandeling aan de slokdarm. De slokdarm kunt u zien als een dunne pijp. Wanneer de wond die door de RFA is ontstaan, gaat genezen, ontstaat littekenweefsel. Dit littekenweefsel is stugger dan normaal slokdarmweefsel waardoor de slokdarm nauwer en minder flexibel kan worden. Soms passeert eten hierdoor minder goed de slokdarm. Wanneer u dit merkt, neem dan contact op. We kunnen de slokdarm dan weer wat oprekken.

Klachten

Neem direct contact op als:

  • u na het onderzoek klachten krijgt;
  • u thuis na de behandeling bloed ophoest of zwarte, teerachtige ontlasting heeft;
    Er kan sprake zijn van een late bloeding.
  • u aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter het borstbeen en hoge koorts heeft;
    Ze kunnen duiden op een complicatie.
  • het eten uw slokdarm niet goed wil passeren.

Na de behandeling

Na afloop wordt u naar de uitslaapkamer gebracht, waar u twee uur nauwlettend wordt geobserveerd. De meeste patiënten gaan daarna weer naar huis, tenzij de arts anders adviseert.

U krijgt een informatieformulier mee naar huis met instructies voor de nazorg. Ook krijgt u een recept mee voor medicijnen die u na de behandeling moet innemen.

Pijnklachten

De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van een opgeblazen gevoel en pijn in de buik. Dit komt doordat er tijdens de behandeling lucht in het darmstelsel is geblazen. Daarnaast kan er door de ontstane oppervlakkige brandwond een scherpe pijn ontstaan in uw bovenbuik of achter uw borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling af, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Bij pijn mag u paracetamol innemen, maar los de medicijnen wel op in water. U mag maximaal acht tabletten van 500 mg per dag innemen. Mocht de paracetamol niet afdoende helpen, dan kunt u contact met ons opnemen.

Nazorg

Dieet

Bij een RFA behandeling ontstaat een oppervlakkige brandwond in de slokdarm.
De eerste dagen na de behandeling is het weefsel in uw slokdarm gezwollen en geïrriteerd. Onze ervaring leert dat eten dan pijnlijk kan zijn en minder goed passeert.

  • Dag van de behandeling: helder vloeibaar: Dit betekent dat u alleen lauwe drankjes mag drinken waar u doorheen kunt kijken. Voorbeelden hiervan zijn: water, limonade, appelsap, lauwe thee en lauwe bouillon.
  • Dag na de behandeling: lichte maaltijden: Wij raden aan om te beginnen met zacht voedsel, zoals vla, yoghurt, brood zonder korstjes en een lichte warme maaltijd (eventueel gepureerd). 
  • Na 2-3 dagen: uitbreiden afhankelijk van uw klachten: U mag het dieet gedurende de komende dagen verder uitbreiden tot u weer normaal kunt eten. De eerste twee weken na de behandeling raden wij te warm, te pittig gekruid en te zuur eten af. Deze voedingsmiddelen kunnen een negatieve invloed hebben op het herstel van de slokdarm.

Daarnaast is het verstandig tijdens de maaltijd water te drinken om het eten makkelijker te laten zakken

Medicatie

U gebruikt in opdracht van uw behandelend arts al 2x per dag uw eigen zuurremmende medicatie. Meestal is dit (es-)omeprazol of pantoprazol. Hier gaat u gedurende de komende maanden mee door.

Daarnaast moet u na de behandeling gedurende twee weken extra zuurremmende medicatie gebruiken, om ervoor te zorgen dat de ontstane wond goed geneest.

De medicijnen vermijden zo veel mogelijk de inwerking van het maagzuur op de wond.

Het is daarom belangrijk dat u deze medicatie nauwgezet inneemt.

De recepten voor deze medicijnen kunt u ophalen bij de ziekenhuisapotheek.

Dag van de behandeling:

  • U start op de dagverpleging met het nemen van Ulcogant 1 gr. Dit mag u nemen een half uur nadat u wat te drinken hebt gehad.
  • Rond 18.00 neemt u uw eigen zuurremmer en de Ulcogant 1 gr suspensie.
  • Voor het slapen gaan neemt u Ulcogant suspensie en een tablet Famotidine 40 mg.

De dag na de behandeling tot twee weken na de behandeling:

  • Uw eigen zuurremmende medicatie 2x per dag
  • Ulcogant 1 gr suspensie 4x per dag: een half uur na het ontbijt, lunch, diner en voor het slapen gaan. Let op het tijdstip is een afwijkend advies dan zoals beschreven in de bijsluiter. Ulcogant legt een beschermlaagje over het wondgebied van de slokdarmwand.
  • Famotidine 40 mg 1x per dag, voor het slapen gaan.

Controle

1 tot 2 weken na de RFA behandeling heeft u een belafspraak. Tijdens dit gesprek wordt doorgesproken hoe het op dat moment met u gaat en hoe het vervolg van de behandeling eruit ziet.

Zoals gezegd zijn doorgaans enkele behandelingen nodig, met tussenpozen van twee à drie maanden. Wanneer al het Barrettslijmvlies weg is, worden er kleine stukjes weefsel (biopten) weggenomen op de plek waar het Barrett-slijmvlies zat. De patholoog onderzoekt deze biopten onder de microscoop.

Wanneer moet ik contact opnemen?

  • U thuis na de behandeling bloed op braakt of zwarte, teerachtige ontlasting heeft. Er kan sprake zijn van een late bloeding.
  • U aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter het borstbeen heeft.
  • Bij hoge koorts.
  • Behandeld bent aan de slokdarm en het eten niet goed wil passeren. Soms komt het voor dat na een aantal weken vast voedsel de slokdarm niet goed passeert. Dit heeft als reden dat de slokdarm een genezingsproces in gang zet waarbij littekenweefsel in de slokdarm ontstaat. De slokdarm kan hierdoor wat nauwer worden. Het is mogelijk nodig dat de slokdarm opgerekt moet worden.
  • Andere klachten heeft.

Contact

Bij twijfel of vragen mag u contact opnemen met het secretariaat van de Endoscopie/ Maag- darm en leverafdeling en vragen naar de Barrett-verpleegkundige of de PA-er.

Endoscopie

088 624 33 20 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Buiten kantooruren (‘s avonds, ’s nachts en in het weekend)

088 624 5000. U belt met de receptie van Isala. U vraagt naar dienstdoende Maag- darm- leverartsU kunt ook uw eigen huisarts bellen en vragen contact met ons op te nemen. Als u klachten heeft is het belangrijk, dat u aangeeft dat u een EMR behandeling van uw slokdarm hebt gehad.

Laatst gewijzigd 14 juli 2023 / 5978