Gevolgen behandeling lymfklieren in oksel: radiotherapie (bestraling) Gevolgen behandeling lymfklieren in oksel: radiotherapie (bestraling)
- Isala
- Patiëntenfolders
- 6202-Gevolgen behandeling lymfklieren in oksel: radiotherapie (bestraling)
Na bestraling van lymfklieren in de oksel, is er kans op het ontstaan van lymfoedeem en stijfheid van de schouder. In dit hoofdstuk kunt u lezen wat lymfoedeem is. Ook wordt beschreven wat u moet doen, als u signalen van beginnend lymfoedeem herkent. Daarnaast worden oefeningen beschreven die u kunt toepassen wanneer stijfheid van de schouder lijkt te ontstaan.
Lymfoedeem
Het lymfstelsel bestaat uit lymfvaten en lymfklieren. Via lymfvaten wordt lymfvocht door ons lichaam vervoerd. Het vocht speelt een rol bij onze afweer. Lymfvaten komen samen in lymfklieren. In die klieren wordt het lymfvocht gezuiverd (gefilterd) en worden stoffen gemaakt die we nodig hebben voor onze afweer.
Afbeelding 1: Schematische weergave waar de belangrijkste lymfevaten en lymfeklieren zich bevinden.
Lymfklieren vinden we onder meer in de hals, oksels en liezen. Hiernaast is schematisch weergegeven waar zich de belangrijkste lymfvaten en lymfklieren bevinden.
Lymfoedeem (vochtophoping) in de arm is een mogelijk gevolg van het weghalen van de oksellymfklieren. Na een okselkliertoilet (het verwijderen van alle okselklieren) is de kans op lymfeoedeem in de arm gemiddeld 30%. Ook na het verwijderen van de schildwachtklier gevolgd door radiotherapie op de oksel kan lymfeoedeem ontstaan. De kans is echter wel kleiner, namelijk gemiddeld 15%.
Na bestraling van de lymfklieren in de oksel, kan zich vocht ophopen in uw arm aan de betreffende zijde. Ook kan vochtophoping voorkomen in de flank of het gebied van de borst of het schouderblad. Het is een abnormale ophoping van vocht en eiwitten als gevolg van een verstoord evenwicht tussen aan- en afvoer van vocht. Waarom dit bij de een wel en bij de ander niet optreedt, is niet duidelijk.
Signalen van lymfoedeem
De verschijnselen die zich kunnen voordoen in arm, hand, oksel, borst of rug zijn:
- zwelling;
- een zwaar, gespannen of moe gevoel;
- minder kunnen bewegen;
- pijn en/of tintelingen.
Deze verschijnselen kunnen wijzen op (beginnend) lymfoedeem
Het is belangrijk attent te zijn op de signalen van uw lichaam. Als u voelt dat uw arm of schouder moe of pijnlijk wordt of als u last krijgt van een zwaar gevoel in uw arm, geef deze dan rust. Leg de arm zoveel mogelijk hoog, op een kussen. Als u dit tijdig doet, is de kans aanwezig dat de klachten verdwijnen.
Als lymfoedeem eenmaal ontstaat, kan dit zeer hinderlijk zijn. Als klachten na twee à drie dagen rust niet verminderd zijn, neem dan contact op met uw huisarts of regieverpleegkundige. U zult verwezen worden naar een fysiotherapeut of huidtherapeut die gespecialiseerd is in de behandeling van lymfoedeem. Hoe eerder maatregelen worden genomen, hoe groter de kans dat het lymfoedeem kan worden verholpen.
Schouderstijfheid
Na de operatie mag u op geleide van de pijn de arm weer gaan gebruiken. Forceer niet, maar wees ook niet te voorzichtig. Doorgaans kunnen mensen binnen enkele weken de arm weer gebruiken als vóór de operatie.
Oefeningen
Soms merken mensen dat de beweeglijkheid van de arm zich niet 'spontaan' herstelt na de operatie of bestralingsperiode. De schouder kan stijver worden na de operatie, tijdens of na de bestralingsperiode. Het is dan verstandig de volgende oefeningen uit te voeren om de functie van de arm en schouder te herstellen.
Algemene aanwijzingen
- Voer de oefeningen elke dag drie tot vier keer uit.
- Wanneer de hechtingen nog aanwezig zijn of het litteken nog herstellende is, hoeft u niet bang te zijn dat door de oefeningen de wond opengaat, zolang u binnen de pijngrens blijft. Uw arm ontzien en te voorzichtig bewegen is niet goed. Dit kan juist schouderklachten veroorzaken.
- Adem tijdens de oefeningen goed door, let erop dat u uw adem niet vasthoudt.
- Houd uw rug recht tijdens de oefeningen, strek uzelf uit.
- Let erop dat u tijdens de oefeningen niet met uw armen gaat veren.
- U kunt de meeste oefeningen zowel staand als liggend uitvoeren. Het is goed om liggend te beginnen. In een later stadium is zittend of staand beter, het liefst voor een spiegel. U kunt dan zelf zien of u de oefeningen goed uitvoert.
Oefening 1
Vouw uw handen of pak uw pols vast en breng de armen gestrekt omhoog, als dit mogelijk is (niet forceren!). Laat ze daarna weer zakken. Herhaal dit vijf tot tien keer.
Afbeelding 2: Oefening 1
Oefening 2
Ga met uw gezicht naar de muur staan, met uw tenen ongeveer tegen de muur. ‘Kruip’ met beide handen langs de muur omhoog en weer terug. Herhaal dit vijf tot tien keer.
Afbeelding 3: Oefening 2
Oefening 3
Ga met uw buik tegen de muur staan en beweeg beide armen zijwaarts omhoog, alsof u cirkels op de muur tekent. Breng uw armen weer terug. Herhaal dit vijf tot tien keer.
Afbeelding 4: Oefening 3
Oefening 4
Vouw uw handen achter uw rug tegen elkaar of vouw ze achter uw rug in elkaar. Breng daarna uw armen gestrekt naar boven en weer terug. Herhaal dit vijf tot tien keer.
Afbeelding 5: Oefening 4
Oefening 5
Leg uw handen losjes achter in uw nek. Houd uw ellebogen eerst ontspannen naar voren en breng ze daarna naar achteren en weer terug naar voren. Herhaal dit vijf tot tien keer.
Afbeelding 6: Oefening 5
Lukt het niet om de schouder weer helemaal soepel te krijgen met behulp van deze oefeningen, bespreek dit dan met de regieverpleegkundige oncologie of bestralingsarts. Het is dan zinvol om begeleiding te krijgen van een fysiotherapeut.
Contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan staan de regieverpleegkundigen u graag te woord. U kunt telefonisch contact opnemen, t 088 624 34 87.
Meer informatie vindt u op de website www.lymfoedeem.nl.