Contact
  1. 6296-Dotteren en stents

Door een vernauwing in de kransslagaderen kan het hart onvoldoende bloed krijgen. Dit kan pijn op de borst geven. Deze klacht verdwijnt als de kransslagader weer is verwijd. Dit kan worden gedaan via een dotterbehandeling. Daarbij wordt met een ballonnetje en eventueel door de plaatsing van een stent, een vernauwing van de kransslagader opgeheven. Hier leest u meer over de behandeling en het herstel thuis.

Voorbereiding

Medicijnen

Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit tijdens de afspraak met uw cardioloog voorafgaand aan de ingreep. De arts vertelt u welke medicijnen u voorafgaand aan de ingreep kunt blijven innemen. Ook vertelt de dokter u hoe u uw medicijngebruik na de behandeling kunt hervatten.

Heeft u diabetes? Bespreek in dat geval ook met uw cardioloog of u de dosering van uw diabetesmedicijnen moet aanpassen. Dit is belangrijk, omdat u voor de ingreep misschien nuchter moet zijn of tijdelijk een aangepast dieet moet volgen. De dosering van uw diabetesmedicijnen moet hierop zijn afgestemd.

Wat neemt u mee?

  • Neem alle medicijnen die u gebruikt mee naar het ziekenhuis.
  • Ook een actueel medicatieoverzicht. Dit kunt u kosteloos opvragen bij uw apotheek.
  • Nachtkleding en toiletartikelen voor het geval u toch een nacht in het ziekenhuis moet blijven.

Maaltijd

  • U kunt tot aan de opnametijd gewoon eten en drinken zoals u dat gewend bent.
  • Mocht de cardioloog willen dat u wel nuchter blijft tot aan de dotterbehandeling, dan zal hij dit vooraf met u bespreken. 

Behandeling

Dotteren

U wordt voor een dotterbehandeling in principe een dag, tot twee dagen opgenomen. De eigenlijke behandeling duurt ongeveer een uur tot anderhalf uur.

Voor de cardioloog met dotteren kan beginnen, maakt hij eerst een aantal beelden van de kransslagader waarin de vernauwing zit. Dit gebeurt op dezelfde manier als bij een hartkatheterisatie. Hierover kunt u meer lezen in de folder Hartkatheterisatie. Op basis van deze beelden weet de cardioloog welke materialen nodig zijn voor het dotteren.

Via een slagader in uw pols of lies brengt de cardioloog een heel dunne draad in langs de vernauwing in de kransslagader. Vervolgens schuift hij via de draad een ballonnetje naar de plek van de vernauwing. Als de ballon op de goede plek ligt, wordt hij opgeblazen. Door het opblazen van de ballon wordt de vernauwing als het ware weg geperst: de kransslagader wordt op die plaats dus wijder gemaakt.

Op het moment dat de ballon is opgeblazen wordt de kransslagader even volledig afgesloten. Dat kan bij u wat pijn op de borst veroorzaken. Dit betekent niet dat er iets fout gaat, de klachten ontstaan door de behandeling zelf. Meestal wordt de ballon niet langer dan enkele seconden opgeblazen. Als de ballon weer leeg is, komt de bloedstroom weer op gang en verdwijnen uw klachten snel.

Stent

Vaak plaatst de cardioloog na het oprekken van de kransslagader ook een stent om de kransslagader open te houden. Een stent is een klein buisje van gaas, metaal of kunststof. Het is te vergelijken met een veertje uit een ballpoint. Sommige soorten stents zijn voorzien van een medicijn. Het voorkomt dat er opnieuw een vernauwing ontstaat op dezelfde plek in de kransslagader.

Kransslagader bijna of helemaal dicht

Als de kransslagader bijna of helemaal dicht is, gebruikt de cardioloog speciale technieken om toch een stent te kunnen plaatsen. Er wordt bijvoorbeeld de rotoblater gebruikt. Dat is een diamantvormig slijpsteentje waarmee door de kalkafzetting heen geboord wordt. Of de shockwave. Daarmee maakt de cardioloog hele kleine scheurtjes in de kalk. 

Als de kransslagader helemaal dicht is of als de kalkafzetting heel lang is, dan is een normale dotterprocedure niet mogelijk. De cardioloog kan u nog steeds dotteren, hij gebruikt alleen een andere techniek om een stent te kunnen plaatsen. Zo kan de cardioloog via een scheurtje in de vaatwand langs de vernauwing gaan. 

Resultaat

De cardioloog beoordeelt het resultaat van de behandeling direct door het inspuiten van wat contrastvloeistof. Voor een goed resultaat is het soms nodig dat het 'oprekken' (het opblazen van de ballon) enkele keren gebeurt. De cardioloog zal net zo lang doorgaan met ‘oprekken’, totdat er een goed resultaat is bereikt.

Na de behandeling

Na afloop van de dotterbehandeling wordt het aangeprikte bloedvat in de lies of de pols een tijd met de hand dichtgedrukt. In de lies wordt een zogenaamde ‘plug’ geplaatst. Een plug is een dopje gemaakt van eiwit dat de aanprikplaats afdicht. Deze plug lost vanzelf op binnen negentig dagen. Tot die tijd moet u een kaartje bij u dragen waarop vermeld staat dat er bij u een plug is geplaatst. Dit kaartje ontvangt u na de behandeling.
Meestal komt er een drukverband om de lies en moet u nog een tijd stil blijven liggen; de verpleegkundige geeft aan hoe lang.

Om de pols wordt een polsband met lucht geplaatst die de aanprikplaats tijdelijk afdicht. U hoeft geen bedrust te houden na de ingreep, maar u moet de polsband wel een aantal uren omhouden. De verpleegkundige geeft aan hoe lang dit nodig is.

Het is belangrijk dat u na de behandeling veel drinkt om de nieren tegen het gebruikte contrastvloeistof te beschermen.

Fotoboek

Hoe kunt u zich voorbereiden en wat kunt u verwachten tijdens uw opname op de afdeling? Met de fotoreportage onderaan deze pagina krijgt u een beeld van de voorbereidingen, de ingreep, onze afdeling en de dagelijkse handelingen. 

Ontslagpapieren en -informatie

Als u naar huis gaat, krijgt u een voorlopige ontslagbrief voor de huisarts mee en ontvangt u ontslaginformatie (mondeling of schriftelijk) van de verpleegkundige. Ook belangrijk om te weten:

  • U ontvangt binnen vijf werkdagen na ontslag thuis een uitnodiging voor een controleafspraak bij uw cardioloog voor over zes tot acht weken.
  • Als u onder behandeling bent in een ander ziekenhuis, moet u zelf een controleafspraak maken met uw eigen cardioloog.
  • Als u nieuwe medicatie nodig heeft, krijgt u een recept mee waarmee u bij de apotheek in Isala of bij uw thuisapotheek de medicatie op kunt halen. Bij uw apotheek kunt u vragen om een nieuw medicatieoverzicht.
    Tenzij anders vermeld moet u uw thuismedicatie blijven gebruiken.
  • Als er een plug in uw lies is geplaatst, moet u de ‘Patiëntenkaart angioseal’ gedurende negentig dagen bij u dragen.

Risico's

Bij de meeste dotterbehandelingen doen zich geen problemen voor. Toch zijn er wel risico's aan de behandeling verbonden. Na de behandeling kunnen de volgende bijverschijnselen voorkomen. Ze verdwijnen vanzelf weer.

  • Een allergische of overgevoeligheidsreactie op de contrastvloeistof die gebruikt wordt bij het onderzoek.
  • Bloeduitstortingen of nabloeding op de plaats waar u geprikt bent.
  • Pijn op de plaats van de insteekopening.
  • Afwijkingen in het hartritme.
  • Een spasme (kramp) in de kransslagaders.

Complicaties

  • De ingreep kan een hart- of herseninfarct veroorzaken. Dit gebeurt wanneer er deeltjes van de plaque loskomen. Verderop in de kransslagader kunnen die leiden tot een afsluiting.
  • In de wand van de kransslagader kan een scheurtje ontstaan.

Uw cardioloog weet dat deze risico's en complicaties kunnen optreden en hoe deze moeten worden behandeld. De dotterbehandeling vindt altijd plaats vlakbij de operatiekamer. Op die manier kan de arts direct ingrijpen wanneer zich een dergelijke complicatie voordoet.

Herstel thuis

Normale klachten

Na de behandeling kunnen er allerlei klachten optreden. U heeft een spannende tijd achter de rug. Uw lichamelijke en geestelijke conditie zijn verminderd. Vermoeidheid, lusteloosheid en onzekerheid zijn dus normale gevoelens.
Door het langzaam oppakken van uw dagelijkse levensritme verdwijnen deze klachten meestal vanzelf. Ook uw partner kan door de spanning van slag zijn. Verschijnselen zoals overbezorgdheid en nervositeit zijn normaal en verdwijnen vaak na enige tijd vanzelf. Bespreek het met uw huisarts als dit niet het geval is.

Wondgenezing

De lieswond/polswond heeft enkele dagen nodig om te genezen. Door het aanprikken van de slagader in de lies/pols kan er een bloeduitstorting ontstaan. Deze kan nog enkele dagen tot weken zichtbaar en/of gezwollen zijn of zelfs ‘afzakken’ richting knie/elleboog. Hoewel dit vervelend kan zijn, is dit geen reden tot bezorgdheid.
Als er een kleine hoeveelheid vocht uit de wond lekt, kunt u een droog steriel gaas op de wond leggen en deze vastplakken met een pleister. Gebruik geen poeders of zalfjes op de wond. U kunt gewoon iedere dag douchen.

Om nabloeding te voorkomen is het belangrijk dat er geen grote druk of belasting op de wond komt. U kunt dit voorkomen door de onderstaande leefregels in acht te nemen.

Ingeep via de lies

Wanneer de ingreep via de lies plaatsvond, dan geldt voor de eerste 5 dagen:

  • Niet zelf autorijden.
  • Niet fietsen.
  • Niet zwaarder tillen dan 5 kilo.
  • Probeer niet te hard te persen op het toilet.
  • Wees voorzichtig met traplopen.
  • Niet te veel hurken/bukken.

Ingreep via de pols

Vond de ingreep plaats via de pols, dan geldt:

De eerste 2 dagen:

  • Niet zelf autorijden.
  • Niet fietsen.

Voor de eerste 5 dagen geldt:

  • Niet zwaarder tillen dan 5 kilo.
  • Niet afzetten met de aangedane pols.

Heeft u daarnaast ook een hartinfarct gehad, dan geldt het advies volgens de richtlijnen van het CBR: vier weken niet autorijden! Dit is een juridisch bindend advies. Bij onduidelijkheden hierover adviseren we u dit nog eens te bespreken met uw cardioloog of de hartrevalidatieverpleegkundige. U kunt ook met het CBR contact opnemen voor meer informatie.

Werkhervatting

Het moment waarop u weer aan het werk kunt, is van veel factoren afhankelijk en voor iedereen verschillend. U voelt over het algemeen zelf het beste wanneer u weer aan werken toe bent. Bespreek de werkhervatting in een vroeg stadium met uw werkgever, bedrijfsarts of huisarts, en bespreek het tijdens de controleafspraak met uw cardioloog. Mocht u wat langer thuis zijn, probeer dan contact met uw werk te houden, bijvoorbeeld door eens koffie te gaan drinken. Zo blijft u betrokken.

Hartrevalidatie

U krijgt na uw behandeling een verwijzing van uw cardioloog naar het hartrevalidatiecentrum. Een hartrevalidatieprogramma helpt u bij een voorspoedig herstel. Veel patiënten zijn na een ingreep aan hun hart erg onzeker over hun lichaam. Wat kan ik wel, wat kan ik niet? Thuis komen de vragen over bewegen, voeding, werk en leefstijl. Vaak kunt u en mag u meer dan u denkt. Maar het is ook belangrijk dat u nieuwe klachten voorkomt.
In Zwolle volgt u het hartrevalidatieprogramma bij het Isala Harthuis. Wij bekijken samen met u wat het beste past bij uw persoonlijke doelen en situatie. Dit doen we volgens de Richtlijn Hartrevalidatie van de Nederlandse Hartstichting. Lees voor meer informatie ook de folder Hartrevalidatie.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de afdeling waar u onder behandeling bent.

Zwolle

Cardiologie
088 624 23 74 (bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Voor aanvullende informatie kunt u terecht bij de Nederlandse Hartstichting.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6296

Dotteren

​In overleg met uw cardioloog ondergaat u een dotterbehandeling bij een vernauwde kransslagader. Hoe kunt u zich voorbereiden en wat kunt u verwachten tijdens uw verblijf in het ziekenhuis?

Met deze fotoreportage krijgt u een beeld van de voorbereidingen, de ingreep, onze afdeling en de dagelijkse handelingen.

Patiënt zit in de stoel voor dotterbehandeling

Opname

De opnameplanning neemt telefonisch contact met u op voor de datum en het tijdstip van de ingreep en de daarbij behorende voorbereidingen.

Telefoniste is aan het bellen voor een beeldscherm

Aanmelden

U meldt zich aan bij de Centrale balie in de Centrale hal. De medewerker van de Centrale balie vraagt u plaats te nemen op een van de bankjes in de Centrale hal.

Aanmelden bij de receptie

Gastvrouw of -heer

Een gastvrouw of -heer haalt u op en begeleidt u verder tijdens de vooronderzoeken. U gaat onder andere naar de Bloedafname om bloed te laten prikken.

Gastvrouw of -heer schud de hand van een patiënt

Shortstay

De gastvrouw of -heer meldt u aan bij de secretaresse van de afdeling Shortstay.
Patiënt ontvangt een formulier

Gesprek met de verpleegkundige

De verpleegkundige gaat met u in gesprek over uw opname. Zij vraagt u onder andere een recent medicatieoverzicht van uw apotheek te overhandigen.

Gesprek met de verpleegkundige

Controles

De verpleegkundige voert een aantal controles uit, zoals het meten van uw bloeddruk.

Controles bij een patiënt

Physician assistant

De physician assistant bespreekt met u of u de informatie heeft begrepen die u vóór de opname heeft gekregen. Ook bereidt zij u verder voor op de ingreep.

Gesprek met arts en psychisch hulpverlener

Luxe stoel

U wacht op de afdeling in een luxe stoel tot u wordt klaar gemaakt voor de ingreep. U krijgt dan onder andere een jasje van het ziekenhuis aan.

Luxe stoel

Medicijn

Vlak voor de ingreep krijgt u een medicijn voor spierverslapping dat ervoor zorgt dat uw bloedvaten makkelijker aan te prikken zijn.

Patiënt ontvangt een medicijn van de verpleegkundige

Familie

Tijdens de ingreep kan uw familie in het ziekenhuis wachten, bijvoorbeeld in het restaurant in de Centrale hal op de begane grond.
Familie wacht in de wachtkamer

Hartkatheterisatiekamer

De verpleegkundige brengt u in uw stoel naar de hartkatheterisatiekamer, waar de ingreep plaatsvindt.
Patiënt in rolstoel wordt naar de Hartkatheterisatiekamer vervoerd

Overdracht

De verpleegkundige zorgt voor overdracht van uw (medische) gegevens aan de laborant van de hartkatheterisatiekamer.
Overdracht tussen artsen

Terug naar de afdeling

Na de ingreep brengt de verpleegkundige u weer terug naar de afdeling.
Patiënt zit in de stoel voor dotterbehandeling

TR-band

Na de ingreep krijgt u een speciaal polsbandje. De TR-band (drukverband) heeft een kussentje dat opgeblazen kan worden en het wondje in de slagader dichtdrukt. U kunt daarmee gewoon weer rondlopen.
TR-band

ECG

De verpleegkundig maakt een ECG (hartfilmpje).
ECG

Bellen

U mag met uw familie bellen. De verpleegkundige kan dit ook voor u doen.
Patiënt is aan het bellen

Eten en drinken

U krijgt wat te eten en te drinken.
Patiënt krijgt eten en drinken

Bezoek physician assistant

U krijgt bezoek van de physician assistant, die u informeert hoe de ingreep is verlopen.
Bezoek physician assistant

Verwijderen TR-band

Nadat de TR-band is verwijderd krijgt u een pleister op de wond.
Verwijderen TR-band

Ontslaggesprek

Vlak voordat u naar huis mag, voert de verpleegkundige een ontslaggesprek met u. U krijgt een voorlopige ontslagbrief voor de huisarts mee en u ontvangt ontslaginformatie (mondeling of schriftelijk) van de verpleegkundige.
Ontslaggesprek
Patiënt zit in de stoel voor dotterbehandeling
Telefoniste is aan het bellen voor een beeldscherm
Aanmelden bij de receptie
Gastvrouw of -heer schud de hand van een patiënt
Patiënt ontvangt een formulier
Gesprek met de verpleegkundige
Controles bij een patiënt
Gesprek met arts en psychisch hulpverlener
Luxe stoel
Patiënt ontvangt een medicijn van de verpleegkundige
Familie wacht in de wachtkamer
Patiënt in rolstoel wordt naar de Hartkatheterisatiekamer vervoerd
Overdracht tussen artsen
Patiënt zit in de stoel voor dotterbehandeling
TR-band
ECG
Patiënt is aan het bellen
Patiënt krijgt eten en drinken
Bezoek physician assistant
Verwijderen TR-band
Ontslaggesprek

Gerelateerde folders