Contact
  1. 7585-Ruggenprik (spinaal)

​U wordt binnenkort geopereerd. Voor deze operatie krijgt u plaatselijke verdoving in de vorm van een spinale ruggenprik. Deze prik wordt gebruikt bij operaties in de onderste helft van uw lichaam (beneden de navel). Uw onderlichaam is volledig verdoofd, maar u blijft wel bij bewustzijn. Als u dat wilt, kunt u wel een slaapmiddel krijgen zodat u tijdens de operatie slaapt en niets merkt van de operatie. Om de operatie veilig te laten verlopen, is het belangrijk dat u deze folder goed leest. U mag bijvoorbeeld niet eten en drinken voor de operatie. Ook is het soms nodig om met uw medicijnen te stoppen.

Niet eten en drinken voor de operatie

Uw maag moet leeg zijn voor de operatie. Als u toch eet, wordt er maagzuur aangemaakt. Onder anesthesie kan dit maagzuur in de longen komen. Dit kan een ernstige longontsteking veroorzaken. Om dit te voorkomen, moet u voor de operatie ‘nuchter’ zijn. Dit betekent dat u vanaf een bepaalde tijd niets meer mag eten en drinken. Als u toch eet of drinkt voor de operatie, kan de operatie niet doorgaan.

Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit houdt in:

Tot 6 uur vóór de opnametijd, mag u alleen een lichte maaltijd eten. U kunt kiezen uit:

  • 2 beschuiten/crackers met jam, zonder boter óf;
  • 1 snee brood met jam, zonder boter.

Tot 2 uur vóór de opnametijd mag u alleen heldere dranken drinken, zoals:

  • koffie (zonder melk, suiker mag wel), thee, water, heldere appelsap of limonade zonder prik;
  • u mag géén melkproducten of bouillon drinken.

In het schema hieronder kunt u aan de linkerkant opzoeken hoe laat u in het ziekenhuis moet zijn (dit is uw opnametijd). Daarachter ziet u dan vanaf welke tijd u niet meer mag eten en daarnaast vanaf welke tijd u niet meer mag drinken.

Tabel schema nuchter zijn voor operatie 
Opnametijd
(de tijd waarop u in het ziekenhuis moet zijn)
U mag niet meer eten vanaf: U mag niet meer drinken vanaf:
8.00 uur 2.00 uur 6.00 uur
9.00 uur 3.00 uur 7.00 uur
​10.00 uur 4.00 uur​ ​8.00 uur
​11.00 uur ​5.00 uur ​9.00 uur
​12.00 uur ​6.00 uur ​10.00 uur
​13.00 uur ​7.00 uur ​11.00 uur
​14.00 uur ​8.00 uur ​12.00 uur
​15.00 uur ​9.00 uur ​13.00 uur
​16.00 uur ​10.00 uur ​14.00 uur

Let op
Wordt u een dag vóór de operatie al opgenomen? Dan hoeft u niet nuchter te komen.

Mag ik mijn medicijnen slikken voor de operatie?

Als u medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u of u deze gewoon kunt innemen of dat u tijdelijk moet stoppen. Gebruikt u bloedverdunners, dan kan het zijn dat u een aantal dagen vóór de operatie moet stoppen. Van uw anesthesioloog of van de Trombosedienst hoort u wanneer u met uw bloedverdunners moet stoppen en wanneer u weer kunt beginnen.

Kort voor de operatie controleren we of er iets aan uw gezondheid of medicijngebruik is veranderd. Wordt u in Isala Zwolle geopereerd, dan krijgt u op de dag dat u wordt opgenomen een korte lijst met vragen. Als u in Isala Meppel wordt geopereerd, bellen wij u een dag voor uw opname.

De operatie

Ongeveer een uur voor de operatie begint, krijgt u pijnstillers. Daarna wordt u naar de voorbereidingsruimte (holding) van de operatieafdeling gebracht. U wordt aangesloten op verschillende bewakingsapparaten. In uw arm krijgt u een infuus om vocht en medicatie toe te dienen.

De anesthesioloog vraagt u te gaan zitten of op een zij te gaan liggen en uw rug goed bol te maken. Met een heel dun naaldje prikt de anesthesioloog net door de ruggenmergvliezen en spuit het verdovingsmiddel in. Als de verdoving is ingespoten, merkt u eerst dat uw benen warm worden en gaan tintelen. Daarna worden ze gevoelloos en slap, net als de rest van uw onderlichaam.

Tijdens de operatie blijft u wakker. Als u toch liever slaapt, kunt u om een slaapmiddel vragen. Ook al bent u wakker, u ziet niets van de operatie. Het operatiegebied wordt met doeken afgeschermd.

Na de operatie

 Na de operatie duurt het één tot drie uur voordat de verdoving helemaal is uitgewerkt. U merkt dat de verdoving verdwijnt, doordat uw benen gaan tintelen. De beweging komt het eerste terug en daarna pas het gevoel.

Pijnbestrijding na de operatie

Het is belangrijk dat u na de operatie zo min mogelijk last heeft van pijn, daarom krijgt u pijnstilling. De anesthesioloog heeft met u afgesproken welke vorm van pijnbestrijding u zult krijgen. Hieronder staan de twee vormen:

  • Medicijnen
    Tijdens uw opname kunt u pijnbestrijding krijgen in de vorm van tabletten, zetpillen of via het infuus.
  • PCA-pomp
    Met een PCA-pomp kunt u uzelf kleine hoeveelheden pijnstillende middelen geven. Als u te veel pijn voelt, kunt u op de knop drukken. PCA staat voor Patient Controlled Analgesia.

Bijwerkingen en complicaties

De volgende bijwerkingen en complicaties kunnen bij een ruggenprik voorkomen:

  • Een lage bloeddruk. De anesthesioloog houdt dit extra in de gaten en neemt zo nodig maatregelen.
  • Soms komt het voor dat het verdoofde gebied zich wat verder naar boven uitbreidt. Uw handen kunnen bijvoorbeeld gaan tintelen. In een enkel geval kan de ademhaling moeilijker gaan. De anesthesioloog dient u dan extra zuurstof toe.
  • U kunt misselijk zijn. Meld dit dan, er is goede medicatie tegen misselijkheid.
  • U kunt moeite hebben met plassen. Een enkele keer kan het nodig zijn de blaas met een katheter (slangetje) leeg te maken.
  • De plek waar u de ruggenprik heeft gekregen kan nog wat gevoelig zijn. Dit gaat na een tijdje vanzelf over. Heeft u op een andere plek rugpijn, dan kan dit komen doordat u tijdens de operatie langere tijd in dezelfde houding heeft gelegen. Deze pijn verdwijnt meestal binnen enkele dagen.
  • Heel soms krijgt iemand vervelende hoofdpijn na een ruggenprik. De hoofdpijn kan meteen na de operatie beginnen, maar ook pas na 24 uur. Meestal verdwijnt deze hoofdpijn binnen een week vanzelf. Als de klachten zo hevig zijn dat u in bed moet blijven, neemt u dan contact op met de anesthesioloog.

Naar huis

Nadat u een ruggenprik heeft gehad, reageert u tijdelijk wat minder snel. Als u op de dag van de operatie naar huis mag, zorg er dan voor dat u de eerste nacht na ontslag uit het ziekenhuis niet alleen thuis bent. Ook mag u niet zelf naar huis rijden. Zorg er dus voor dat iemand u naar huis brengt. Verder mag u die dag geen gevaarlijke machines bedienen en kunt u beter geen belangrijke beslissingen nemen.

Doe het thuis de eerste 24 uur na de operatie rustig aan. Zorg dat u voldoende pijnstillers in huis hebt zoals paracetamol, ibuprofen of diclofenac. Houdt u zich verder goed aan de instructies die u krijgt van de arts die u heeft geopereerd.

Het is heel gewoon dat u zich na een operatie nog enige tijd niet fit voelt. Dat ligt niet alleen aan de ruggenprik, maar ook aan de ingrijpende gebeurtenis die iedere operatie nu eenmaal is. Het lichaam moet zich in zijn eigen tempo herstellen.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Preoperatief onderzoek
088 624 21 39 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur) 

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 7585

Gerelateerde folders