Contact
  1. 8077-Laserbehandeling oog

​Binnenkort wordt bij u een laserbehandeling van het oog verricht. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken bij deze ingreep.

Wat is laser?

Een laser is te beschouwen als een soort speciale lamp, die een heel dunne en felle, zuivere lichtstraal uitzendt. Via een microscoop kan deze lichtstraal gericht worden om in het oog een brandplekje te geven (coagulatie) . Met laserstralen kan zeer nauwkeurig gewerkt worden. Er bestaan verschillende soorten lasers. Zij verschillen in sterkte en kleur van de lichtstraal. Voor verschillende
aandoeningen worden verschillende typen lasers gebruikt. Laserstralen hebben niets te maken met röntgenstralen of radioactiviteit.

Doel van de ingreep

Behandeling met laserstralen wordt verricht om een verdere verslechtering van het zien te voorkomen.
Bespreekt u van tevoren met uw arts welke resultaten u kunt verwachten.

Waar moet u zijn?

U meldt zich op de afgesproken tijd bij de secretaresse van de oogarts. De ingreep wordt op de polikliniek uitgevoerd.

Voorbereiding

Om de behandeling goed te kunnen uitvoeren moet de pupil soms van tevoren wijd of nauw gemaakt worden. U krijgt hiervoor speciale oogdruppels. Deze worden op de polikliniek toegediend, vlak voor de ingreep.

De ingreep

De oogarts geeft u eerst een verdovend druppeltje in het oog en zet daarna een lens met spiegeltjes op het te behandelen oog. Hierdoor kunt u uw oog niet sluiten tijdens de behandeling. U zit in een stoel met de kin in een bakje en het voorhoofd tegen een band. De oogarts richt en schiet de laserstralen in uw oog. Dit ziet u als een lichtflits. Aan het eind van de behandeling haalt de oogarts de lens van uw oog af. U hoort van tevoren hoe lang de ingreep duurt. In sommige gevallen is de behandeling wat pijnlijk.

Verschillende aandoeningen

Met laserbehandeling kunnen de volgende aandoeningen behandeld worden:

Scheurtjes in het netvlies

Gaatjes of scheurtjes in het netvlies kunnen leiden tot een netvliesloslating (ablatio). Dit kan voorkomen worden door de gaatjes of scheuren vast te 'lassen' met een laser. Als het netvlies al is losgelaten kan de laser niet meer gebruikt worden en is operatie noodzakelijk.

Suikerziekte in het oog

Suikerziekte (diabetes mellitus) kan afwijkingen aan het oog veroorzaken (diabetische retinopathie).
Met de laser is het mogelijk de beschadiging van het netvlies te vertragen of tot stilstand te brengen. Herstel is niet mogelijk, maar het gezichtsvermogen kan hierdoor wel zo goed mogelijk bewaard blijven.

Afhankelijk van de aard van de afwijkingen zijn één of meer behandelingen nodig, soms korte tijd na elkaar. Vaak is later aanvullende behandeling noodzakelijk, omdat de beschadiging van het netvlies door suikerziekte langere tijd kan doorgaan.

Hoge oogdruk

Hoge oogdruk kan leiden tot een toenemende blijvende beschadiging van de oogzenuw (glaucoom). Dit veroorzaakt verkleining van het gezichtsveld en leidt uiteindelijk tot blindheid. Er bestaan verschillende soorten glaucoom. Voor elke soort is er een aparte behandelmethode met de laser. In de meeste gevallen geeft de behandeling een goede drukdaling. De behandeling is meestal pijnloos.

Nastaar

Het lenskapsel, dat in principe blijft zitten na een staaroperatie, kan troebel worden. Dit wordt nastaar
genoemd. Met behulp van laser kan een kleine opening in het kapsel gemaakt worden. Hierdoor verbetert uw gezichtsscherpte.

Andere afwijkingen van het netvlies

Verschillende andere afwijkingen van het netvlies kunnen met laser behandeld worden.

Na de ingreep

De dag van de behandeling kunt u het beste rustig aan doen (niet werken). Wanneer u na de behandeling voor nastaar met de laser last heeft van lichtflitsen moet u direct contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde. Na de laserbehandeling voor glaucoom is het oog meestal rood en schrijnt
het. Als het echt pijn doet moet u contact met uw oogarts opnemen.

Naar huis

Direct na de ingreep ziet u vaak minder scherp door de laserlichtflitsen en de druppels die u heeft gehad. Het is daarom niet verstandig zelf naar huis te fietsen of auto te rijden. Hetzelfde geldt voor reizen met het openbaar vervoer. Probeert u daarom te regelen dat u opgehaald wordt of begeleid wordt naar huis.

Controle

Na de behandeling blijft u onder controle van de oogarts. U krijgt een afspraak voor controle op de polikliniek mee.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Oogheelkunde

088 624 30 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
088 624 50 00 (bij spoed na 17.00 uur en in het weekend)

Laatst gewijzigd 19 september 2022 / 8077