Lipbiopsie Lipbiopsie

Bij een lipbiopsie worden kleine stukjes speekselklierweefsel uit de binnenzijde van uw onderlip weggehaald. Deze kleine stukjes weefsel onderzoekt de patholoog daarna onder de microscoop. U mist de weggehaalde stukjes speekselkliertjes niet. U krijgt na de verwijdering geen extra droge mond. Het wondje is buiten uw mond niet zichtbaar.

Doel

U ondergaat een lipbiopsie om te onderzoeken of u het syndroom van Sjögren heeft. De patholoog onderzoekt het weggehaalde speekselklierweefsel op de ontstekingsverschijnselen die passen bij het syndroom van Sjögren.

Een lipbiopsie is de meest gebruikte test om het syndroom van Sjögren vast te stellen. Het is een eenvoudig onderzoek die een betrouwbare uitslag geeft.

Soms wordt er in plaats van een lipbiopt een biopt genomen van een oorspeekselklier. Dit wordt vooral gedaan als uw arts ook (ook) aan andere ziektebeelden denkt. Dit biopt heeft daardoor soms voordelen, maar het nemen van een oorspeekselklierbiopt is wel ingewikkelder dan een lipbiopt.

Voorbereiding

U hoeft zich niet speciaal voor te bereiden op een lipbiopsie. Wel zijn er enkele dingen waar u van te voren aan moet denken:

• Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, meld dit dan voor het nemen van het lipbiopt aan de kaakchirurg. Het stoppen met bloedverdunnende medicijnen is bijna nooit nodig.
• Heeft u in het verleden een allergische reactie op een verdovingsmiddel gehad, meld dit dan van tevoren aan de kaakchirurg.

Voor de lipbiopsie neemt de kaakchirurg nog kort de ingreep met u door. Ook vraagt hij om uw goedkeuring om het lipbiopt bij u te mogen afnemen.

Ingreep

De lipbiopsie duurt ongeveer 10 minuten. U krijgt plaatselijke verdoving via een prikje in de onderlip. Deze verdoving is vergelijkbaar met een verdoving zoals die door de tandarts wordt gegeven. Vervolgens wordt er een klein sneetje (8 tot 10 millimeter) gemaakt en worden enkele speekselkliertjes weggenomen. Daarna wordt het wondje met twee of drie oplosbare hechtingen dichtgemaakt.

Na de ingreep

Als alles goed gaat, mag u na de ingreep direct weer naar huis. Het is belangrijk om te weten dat de verdoving niet direct is uitgewerkt. Past u daarom op met het drinken van warme dranken; u zou zich namelijk kunnen branden zonder het te voelen. Meestal heeft u dezelfde dag al geen last meer van het wondje in uw mond.
Thuis kunt u er met ijswater of een ijsje voor zorgen dat de bloedvaatjes goed dichtgaan en de zwelling van de lip wat wordt voorkomen. 

Complicaties

Bij iedere ingreep kunnen complicaties ontstaan. Bij een lipbiopsie komen bijna nooit ernstige complicaties voor.

• Meestal zwelt de lip gedurende 2 tot 3 dagen wat op. Dit is normaal.
• Soms lost een hechting vertraagd of niet op. Als een hechting langer dan 5 tot 7 dagen blijft zitten, dan kan dat een ontstekingsreactie geven. Neem dan contact op met de polikliniek Kaakchirurgie. De hechtingen kunnen daar eenvoudig verwijderd worden, waarna de klachten snel zullen verdwijnen.
• Het wondje kan gaan bloeden. Druk dan een gaasje tegen het wondje aan. Het bloeden stopt dan meestal. Is dat niet het geval, neem dan contact op met de polikliniek Kaakchirurgie.

In zeldzame gevallen kan een gevoelszenuw in uw onderlip beschadigd raken. U heeft dan een doof gevoel in uw onderlip. Tegenwoordig is de snede bij een lipbiopsie zo ondiep dat dit risico heel klein is. Heeft u toch een doof gevoel in uw onderlip, dan verdwijnt dit meestal binnen een aantal maanden.

Nabehandeling

De uitslag van de lipbiopsie krijgt u via uw behandelend arts/reumatoloog.

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Kaakchirurgie
088 624 28 81 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
088 624 50 00 (bij spoed)

Hattem

088 644 13 13
Spreekuur op afspraak op woensdag, donderdag of in de avonduren 
088 624 50 00 (bij spoed) 

Ziekenhuis Bethesda, Hoogeveen

(0528) 286 505