Contact
  1. 8265-PEG-sonde endoscopische plaatsing bij kinderen PUSH METHODE (PID): H3 De verzorging van de PEG-sonde

Verzorging van de PEG-sonde

In de eerste week zal het wondje in de buik genezen. Tijdens de genezing begint ook de vorming van het fistelkanaal (de opening tussen de buik en de maag). Het is belangrijk dat in deze periode de ankertjes goed vast blijven zitten. De huid rond de insteekopening en de sonde zelf moeten goed schoon blijven. Voorkomen dat de sonde vastgroeit in de maagwand. Houdt u zich daarom aan de volgende regels met de vier D’s voor een goede PEG-verzorging.

De eerste 10-14 dagen na plaatsing (zolang de ankertjes nog in situ zijn)

  • Dagelijks de insteekopening inspecteren.
  • Dagelijks controleren of de hechtingen/dopjes van de ankertjes nog goed vastzitten.
  • Dagelijks inspecteren of de hechtingen niet te strak zitten en/of er sprake is van een ontsteking.
  • Dagelijks de afstand van de fixatiedisk tot de buikhuid controleren, zo nodig de fixatiedisk weer aanschuiven totdat deze strak op de ankertjes zit.
  • Dagelijks de insteekopening schoonmaken met een nat gaasje (lauw kraanwater).
  • Drogen met een gaasje en nieuw splitgaasje rond de fixatiedisk plaatsen.
  • Doorspoelen: 4-6 keer per dag met 20 ml lauw kraanwater, altijd vóór en na toediening van voeding en/of medicatie.
  • Tot 1 week na plaatsing; niet douchen (niet baden zolang ankertjes in situ zijn).

Vanaf 10-14 dagen na plaatsing (na het verwijderen van de ankertjes)

Na 10-14 dagen wordt er een afspraak gepland op de polikliniek van de voedingsverpleegkundigen en worden de hechtingen van de ankertjes verwijderd.   

  • Dagelijks insteekopening inspecteren.
  • Dagelijks insteekopening schoonmaken met een nat gaasje (lauw kraanwater).
  • Drogen met een gaasje en nieuw splitgaasje onder de fixatiedisk plaatsen.
  • Als de insteekopening droog is, dan geen splitgaasje meer gebruiken.
  • Doorspoelen: 4-6 keer per dag met 20 ml lauw kraanwater, altijd vóór en na toediening van voeding en/of medicatie.
  • Dagelijks de sonde Draaien (180 graden links en rechtsom).
  • Twee keer per week de sonde 'Dompelen'. Plan hiervoor vaste dagen. Hieronder leest u hoe dit moet.
  • Eenmaal per week de inhoud van de ballon controleren.
  • Eenmaal per 3 maanden de sonde wisselen.

Dompelen

  • Pak de sonde tussen duim en wijsvinger.
  • Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 á 4 cm van de buikhuid af.
  • Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug.
  • Herhaal deze beweging een aantal keer.
  • Schuif de fixatiedisk terug, naar ongeveer 2 mm van de buikhuid (een muntdikte ertussen).

Balloncontrole

1x per week moet u een balloncontrole uitvoeren:

  • Plaats een lege spuit op het ventiel van de ballonpoort.
  • Trek de ballon leeg met behulp van de lege spuit.
  • Lees af hoeveel water er nog in de ballon zat. Indien dit nog evenveel is als bij plaatsing, hetzelfde water terug spuiten.
    Indien dit minder is, hetzelfde water terug spuiten en daarna aanvullen tot de maximale hoeveelheid. Of de ballon leeghalen en vullen met nieuw water.
  • De lege spuit in een draaiende beweging van de ballonpoort verwijderen.
  • Blijkt er bij balloncontrole niet meer voldoende water in de ballon aanwezig te zijn? Herhaal dan de balloncontrole na 1 à 2 dagen. Is er weer veel water uit? Dan is de ballon waarschijnlijk lek en moet de button gewisseld worden.
  • Een sonde moet elke drie maanden vervangen/gewisseld worden. 

Het is belangrijk dat u een extra sonde als reserve heeft. Deze kunt u plaatsen als de ballon lek is, de sonde eruit gevallen is of er andere problemen zijn.

Let op
Neem bij het uitvallen van de sonde direct contact op met de voedingsverpleegkundigen via telefoonnummer 088 624 42 18. Buiten kantooruren belt u het algemene telefoonnummer van Isala 088 624 50 00. Vraag naar de dienstdoende maag-darm-leverarts of dienstdoende kinderarts.

U moet zo snel mogelijk (binnen 2 uur) een vervangende sonde ingebracht krijgen om te voorkomen dat het fistelkanaal dichtgroeit. Eventueel mag dit bij nood ook de oude sonde of een blaaskatheter zijn. 

Laatst gewijzigd 28 mei 2024 / 8265 / P