Fysiotherapie na een gebroken sleutelbeen Fysiotherapie na een gebroken sleutelbeen
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8332-Fysiotherapie na gebroken sleutelbeen
U heeft een gebroken sleutelbeen (clavicula fractuur). In deze folder staan oefeningen en adviezen die helpen om de breuk beter te maken. Het gaat om algemene oefeningen. Misschien gelden er voor u speciale afspraken. Volg altijd de afspraken op die u met uw fysiotherapeut heeft gemaakt.
Gebroken sleutelbeen
Een gebroken sleutelbeen komt vaak voor na een val. Het is een breuk die vaak makkelijk beter wordt. Een operatie is meestal niet nodig. Als er geen problemen optreden, wordt de breuk vanzelf beter in ongeveer 6 weken. Na 6 weken is uw sleutelbeen nog niet zo sterk als het was. U mag de arm aan de aangedane kant daarom pas volledig gebruiken na 3 maanden. Tot die tijd moet u voorzichtig zijn met duwen, trekken en steunen. Stop met die bewegingen als ze pijn doen.
De behandeling
Een gebroken sleutelbeen wordt het beste beter als u rust afwisselt met oefeningen van de fysiotherapeut.
Rust
U geeft uw arm rust door een sling te dragen. De fysiotherapeut legt u uit hoe u de sling zelf kunt omdoen. Op de afbeelding ziet u hoe u de sling op de juiste manier draagt.
- De hand mag niet lager hangen dan de elleboog.
- Uw nek en schouder moeten ontspannen zijn tijdens het dragen van de sling.
Afbeelding: Het dragen van de arm in een sling
Blijven bewegen
Naast rust is het belangrijk dat u uw arm blijft bewegen. Dit doet u met oefeningen. Oefenen is belangrijk:
- om te voorkomen dat u een stijve schouder, elleboog, pols, hand of vingers krijgt;
- om te voorkomen dat u onnodig spierkracht verliest;
- omdat oefeningen helpen bij het beter worden van de breuk.
Oefeningen
Met uw fysiotherapeut heeft u afspraken gemaakt over de oefeningen die u doet. Deze afspraken zijn leidend. De oefeningen in deze folder helpen u daarbij.
- Probeer de oefeningen 5 keer per dag te doen.
- Oefen 5 minuten per keer.
- Het gaat niet om het trainen van kracht, maar om rustig oefenen door bewegingen te maken.
- U mag bij de oefeningen een lichte rek voelen.
- Scherpe pijn moet u vermijden.
- Neem als het nodig is een pijnstiller tegen de pijn, bijvoorbeeld paracetamol.
Oefenen in week 1
Geef uw arm in de eerste week voldoende rust. Draag de sling zo vaak als u dat prettig vindt. Oefen uw vingers, pols, onderarm en elleboog zoals te zien is op de afbeeldingen bij oefeningen 1 tot en met 4. Hoe krachtig u oefent, hangt af van de pijn die u voelt. Laat de pijn leidend zijn voor wat er mogelijk is.
Oefening 1: strekken en buigen van de vingers
Doe dit gedurende 15 seconden.
Afbeelding: Strekken en buigen van de vingers
Oefening 2: buigen en strekken van de pols
Doe dit gedurende 15 seconden.
Afbeelding: Buigen en strekken van de pols
Oefening 3: draaien van de onderarm
- Houd uw ellebogen in de zij.
- Draai afwisselend de handpalm en handrug naar boven.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: Draaien van de onderarm met handpalm boven
Afbeelding: Draaien van de onderarm met handpalm onder
Oefening 4: buigen en strekken van de elleboog
Doe dit gedurende 15 seconden.
Afbeelding: Buigen en strekken van de elleboog
Oefenen in week 2
- Draag de sling in week 2 zo vaak als u dat prettig vindt.
- Blijf alle oefeningen doen uit week 1.
- Doe ook oefening 5.
Oefening 5: pendelen van de hele arm
- Ga wat voorover gebogen staan.
- Steun op een stoel of kastje met uw 'goede' arm (de zijde waar niet de breuk zat).
- Laat de arm die beter moet worden gestrekt hangen.
- Draai rondjes met deze arm.
- Draai vanuit de schouder, niet vanuit de elleboog.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: Pendelen van de hele arm
Oefenen in week 3
- Draag de sling in week 3 steeds minder vaak.
- Blijf alle oefeningen uit week 1 en 2 doen.
- Doe ook oefeningen 6, 7, 8 en 9. Dit zijn oefeningen waarbij u de schouder gaat bewegen tot schouderhoogte.
- Stop met oefeningen 6, 7, 8 en 9 als het pijn doet.
Oefening 6: de arm omhoog bewegen
- Ondersteun de arm die beter moet worden met uw gezonde arm.
- Beweeg de arm afwisselend omhoog en omlaag.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: De arm omhoog bewegen
Oefening 7: de arm opzij bewegen
- Ondersteun de arm die beter moet worden met uw gezonde arm.
- Beweeg de arm afwisselend van links naar rechts. Dit lijkt op de beweging waarbij u een baby wiegt.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: De arm opzij bewegen
Oefening 8: de schouder draaien
- Zet de elleboog van de arm die beter moet worden in uw zij.
- Draai de onderarm opzij.
- Leg daarna de onderarm op de rug.
- Doe dit gedurende 15 seconden.
Afbeelding: De schouder draaien
Oefening 9: optrekken en laten zakken van de schouders
- Ga ontspannen zitten.
- Trek beide schouders omhoog.
- Laat de schouders daarna weer zakken.
- Doe dit gedurende 15 seconden.
Afbeelding: Optrekken en laten zakken van de schouders
Oefenen na week 3
- Na 3 weken mag u proberen om uw hele arm weer te bewegen. Op de afbeelding ziet u welke bewegingen u weer mag maken.
- Stop als het pijn doet.
- Krachtige bewegingen zoals duwen, trekken en steunen mag u nog niet doen.
Afbeelding: De arm naar voren, achteren en opzij bewegen
Oefenen vanaf 6 weken
- Vanaf 6 weken mag u weer voorzichtig beginnen met duwen, trekken en steunen.
- Stop als het pijn doet.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:
Zwolle
Fysiotherapie
088 624 32 24 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Meppel
Fysiotherapie
088 624 23 05 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)