Fysiotherapie na een gebroken onderbeen Fysiotherapie na een gebroken onderbeen
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8333-Fysiotherapie na gebroken onderbeen
U heeft een gebroken onderbeen (cruris fractuur). In deze folder staan oefeningen en adviezen die helpen om de breuk beter te maken. Het gaat om algemene oefeningen. Misschien gelden er voor u speciale afspraken. Volg altijd de afspraken op die u met uw fysiotherapeut heeft gemaakt.
Gebroken onderbeen
Het onderbeen bestaat uit twee lange botten; het scheenbeen en het kuitbeen. Het scheenbeen vormt samen met het bovenbeen het kniegewricht. Het scheenbeen en het kuitbeen samen vormen met de voet het enkelgewricht. Het scheenbeen is vele malen dikker en sterker dan het kuitbeen en draagt veruit het meeste gewicht van het lichaam.
Omdat het scheenbeen een erg sterk bot is, is er vaak veel kracht nodig om het onderbeen te breken. Vaak gaat het om een verkeersongeval, een val van hoogte of een harde directe trap tegen het onderbeen. Bij een breuk van het onderbeen zijn bijna altijd zowel het scheenbeen als het kuitbeen gebroken. Soms is alleen het scheenbeen gebroken.
Afbeelding 1: Het onderbeen
Behandeling
Meestal vindt bij een gebroken onderbeen een operatie plaats. Afhankelijk van de soort breuk en de schade aan de weke delen (spieren, pezen, gewrichtskapsels en vet- en bindweefsel) bepaalt de chirurg of de operatie met spoed moet gebeuren, of dat de operatie kan worden uitgesteld. Bij uitstel wordt uw onderbeen tot aan de operatie tijdelijk gestabiliseerd.
Gips
Als het onderbeen niet ernstig is beschadigd, kan er voor gekozen worden om uw been voor bepaalde tijd in het gips te zetten en zonder operatie beter te worden. Het duurt dan vaak wel langer voordat de breuk sterk genoeg is om weer op uw been te kunnen staan. Omdat de knie bij een gipsbehandeling ook voor een lange tijd moet worden meegegipst, wordt deze vaak ook stijf.
Operatie
Wanneer zowel uw scheenbeen als uw kuitbeen gebroken zijn, is het meestal voldoende om alleen uw scheenbeen vast te zetten omdat dit het sterkste bot is. Of uw kuitbeen ook moet worden vastgezet, is afhankelijk van de hoogte van de breuk en de stand van de bijkomstige kuitbeenbreuk. Vaak is dit niet nodig.
Als u geopereerd wordt, zal de traumachirurg proberen de breukdelen van het scheenbeen weer in de juiste vorm en richting aan elkaar te zetten. De traumachirurg kan dit op verschillende manieren doen. Welke operatie u krijgt, is afhankelijk van de eigenschappen van de breuk, de toestand van de huid en de spieren, de aanwezigheid van eventuele andere ernstige letsels en de voorkeur van uw chirurg. Hieronder lichten wij de operatiemogelijkheden toe:
Pen in de mergholte
Veel gebruikt is een pen in de mergholte van het bot, die vlak onder de knie kan worden ingebracht. De pen wordt vervolgens met dwarse schroefjes aan het begin en het einde van de pen vastgezet.
Afbeelding 2: Pen in de mergholte
Platen en schroeven
Een andere optie is het gebruik van platen en schroeven om de verschillende breukdelen stevig aan elkaar vast te zetten. Voor het plaatsen van een plaat is wel een grotere snede nodig dan voor een pen.
Afbeelding 3: Platen en schroeven
Externe fixateur
Als de huid en spieren ernstig beschadigd zijn, kan uw chirurg er ook voor kiezen om de breuk, al dan niet tijdelijk, van buitenaf vast te zetten met een extern fixatie mechanisme (de zogenaamde 'externe fixateur').
Afbeelding 4: Externe fixateur
Na de operatie
Na de operatie bepaalt uw chirurg of u het been direct weer mag belasten of niet. Dit is onder andere afhankelijk van het soort breuk en het gebruikte fixatiemateriaal. Als u niet direct mag belasten, dan mag dat meestal wel na 6 tot maximaal 12 weken.
De chirurg streeft er naar een oefenstabiele situatie te verkrijgen. Dat betekent dat u meteen na de operatie mag gaan beginnen met het doen van oefeningen. De fysiotherapeut komt hier voor bij u langs.
Waarom oefenen?
Het oefenen met het bewegen van uw been draagt bij aan:
- de doorbloeding en beweeglijkheid van het been;
- het verminderen van de zwelling en de pijn;
- het beperken van verlies aan spierkracht;
- het onderhouden van het bewegingsgevoel;
- het beter worden van uw onderbeen.
Als u te veel oefent, zult u merken dat u te veel doet met uw been. Als u te weinig oefent en beweegt, zult u merken dat uw been stijf en pijnlijk blijft. Een goede balans vinden is dus belangrijk. De fysiotherapeut helpt u daarbij.
Oefeningen
Met uw fysiotherapeut maakt u afspraken over de oefeningen die u doet. Deze afspraken zijn leidend. Probeer de oefeningen 5 keer per dag te doen.
Oefening 1: flipperen met de voeten
- Probeer in bed (of op een stoel) regelmatig te flipperen met uw voeten.
- U beweegt uw tenen afwisselend richting het voeteneinde en richting de neus.
- Hierbij beweegt u vanuit de enkel, niet vanuit de tenen.
- Oefen dit met een gestrekte en met een gebogen knie.
- Probeer de beweging zo groot mogelijk te maken.
- U mag rek voelen in de kuit en in de knieholte. Dat kan geen kwaad en is juist goed.
Afbeelding: Flipperen met de voeten in bed
Afbeelding: Flipperen met de voeten op de stoel
Als het niet lukt om de beweging van oefening 1 zonder hulpmiddel te maken, dan kan een koord of band u helpen. De fysiotherapeut legt uit hoe dat gaat. Op de afbeelding kunt u zien hoe u met een koord of band de voet naar u toe trekt. Deze oefening kan helpen om een spitsvoet te voorkomen. Bij een spitsvoet staat uw voet op een afwijkende manier. Uw voet ligt dan in het verlengde van het onderbeen.
Afbeelding: Flipperen met een koord of band
Oefening 2: buigen en strekken van de knie
Als bij u tijdens de operatie een pen net onder de knie is geplaatst om het onderbeen vast te zetten, kan de knie pijnlijk en stijf aanvoelen. Regelmatig strekken en buigen van de knie is dan belangrijk. Dat voorkomt stijfheid. Probeer bij deze oefening steeds verder te strekken en te buigen, totdat u de knie weer helemaal kunt buigen.
Afbeelding: Knie strekken in de stoel
Afbeelding: Knie buigen met een handdoekje onder de voet
Afbeelding: Knie strekken met een handdoekje onder de voet
Weer lopen
De chirurg bepaalt of en wanneer u weer mag gaan lopen. De fysiotherapeut helpt u bij het leren lopen met een looprekje, krukken of een rollator.
Als u weer gaat lopen, kan het nog enige tijd duren voordat dit ook echt goed gaat. Helemaal normaal en zonder pijn bewegen van uw been kan 3 tot 6 maanden en soms nog langer duren.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:
Zwolle
Fysiotherapie
088 624 32 24 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Meppel
Fysiotherapie
088 624 23 05 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)