Contact
  1. 8460-Ontwrichte knieschijf

Een ontwrichte knieschijf is vaak het gevolg van een plotselinge draaibeweging van de knie in een licht gebogen stand. De medische term is patella luxatie. Een andere term die ook wel wordt gebruikt is dat de knie ‘uit de kom’ is. In deze folder leest u wat een ontwrichte knieschijf is, welke klachten erbij horen en hoe de behandeling eruit ziet.

Wat is een ontwrichte knieschijf?

De patella is een sesambot en de Nederlandse vertaling hiervan is de knieschijf. Luxatie betekent ontwrichting en dit is het uit de kom schieten van een gewricht. Een patella luxatie is het uit de kom raken van de knieschijf (afbeelding 1 en 2).

De knieschijf zit aan de voorzijde van de knie en beweegt zich door een groeve van het dijbeen (de trochlea) wanneer de knie buigt en strekt. Doordat deze trochlea opstaande randen heeft, vormt dit een groeve en kan de knieschijf, mede door stevige kapsel structuren, in deze groeve blijven. De stevige kapselstructuur aan de binnenzijde van de knie heet het mediale patellofemorale ligament (MPFL) (zie afbeelding 2).

De knieschijf zit aan de bovenzijde vast aan de pees van de bovenbeenspier (musculus quadriceps) en aan de onderzijde aan de knieschijfpees, die beide aan de voorzijde van het bovenbeen lopen. De bovenbeenspier, knieschijf en knieschijfpees zorgen samen voor de strekfunctie van de knie.

Illustratie vooraanzicht onderdelen van de knie

Afbeelding 1: knie met de pees van de bovenbeenspier (quadricepspees), knieschijf (patella) en knieschijfpees (patellapees). Je ziet de verplaatsing van de knieschijf naar de buitenzijde.

Illustratie bovenaanzicht ontwrichte knie

Afbeelding 2: groeve van het bovenbeen (trochlea), de knieschijf (patella) en de stevige kapselstructuur aan de binnenzijde (mediaal patellofemoraal ligament). De knieschijf is ontwricht en ligt aan de buitenzijde naast de groeve van het dijbeen.

Wat is de oorzaak?

De oorzaak van een ontwrichte knieschijf is vaak een combinatie van verschillende factoren. De meest voorkomende oorzaken zijn:

Traumatisch letsel

De meest voorkomende knieschijfluxaties komen voort uit direct uitwendig letsel. In de meeste gevallen zal dit komen door het naar buiten draaien van de knie die dan in een lichte buigingsstand staat. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens het sporten of bij een val.

Anatomisch afwijking

Door onderontwikkeling van de groeve (trochlea) kan er te weinig ruimte zijn in de groeve voor de knieschijf en kan deze makkelijker ontwrichten. Daarnaast is er bij een hoge positie van de knieschijf een grotere kans op een luxatie. Als laatste is er een grotere kans op een ontwrichte knieschijf wanneer de knieschijfpees verder naar buiten vastzit op het onderbeen.

Eerdere knieschijfluxaties

Na een eerste knieschijfluxatie is de kans dat de knieschijf opnieuw luxeert groter. Zo is de kans ongeveer 36% dat de knieschijf opnieuw luxeert na een conservatieve behandeling (geen operatie).

Wat zijn de klachten?

In de meeste gevallen luxeert de knieschijf naar de buitenkant van de knie. Dit doet veel pijn en de knie ziet er dan ook anders uit. Bij het strekken van de knie zal de knieschijf meestal vanzelf weer terugschieten in de groeve van het dijbeen. Wanneer dit niet lukt zal een arts op de spoedeisende hulp of een ambulanceverpleegkundige aan de buitenzijde van de knieschijf drukken terwijl het been gestrekt wordt, waardoor de knieschijf weer op zijn plaats komt. Wanneer deze weer op zijn plek zit, zal al gauw de pijn afnemen. Wel kan de knie daarna opzwellen.

Welk onderzoek wordt er gedaan?

De orthopedisch chirurg (of een arts in opleiding/physician assistant) stelt u eerst vragen en doet daarna lichamelijk onderzoek. Door een combinatie van het verhaal en de bevindingen tijdens lichamelijk onderzoek (bijvoorbeeld pijn bij bepaalde lichamelijke testen) kan de diagnose gesteld worden.

Soms kan het zinvol zijn om aanvullend onderzoek te doen. Met een röntgenfoto van de knie kan vaak al een groot gedeelte van anatomische afwijkingen gevonden worden zoals de (hoog) stand van de knieschijf en er kan gekeken worden of de groeve van het dijbeen goed is ontwikkeld. In enkele gevallen kan de arts een MRI- of een CT-scan overwegen.

Wat is de behandeling?

Acute fase

In de meeste gevallen zal de knieschijf spontaan terugschieten in de oude positie. Wanneer dit niet lukt is hierbij hulp nodig van bijvoorbeeld een spoedeisende hulp arts of een ambulanceverpleegkundige. Deze zal dan aan de buitenzijde van de knieschijf duwen terwijl de knie langzaam in de strekstand wordt gebracht. Hierdoor schiet de knieschijf weer op zijn oude plaats.
Nadien zal u een brace krijgen voor 6 weken waarmee u in zes weken de bewegelijkheid van de knie weer voorzichtig kunt opbouwen. U zult verwezen worden naar de fysiotherapeut voor een oefentraject ter bevordering van de stabiliteit van de knieschijf.

Conservatieve behandeling

Instabiliteit van de knieschijf kan meestal goed behandeld worden met een conservatieve (niet operatieve) behandeling. U zult een verwijzing krijgen naar een fysiotherapeut voor een intensief oefentraject gericht op de stabiliteit van de knieschijf. Bij voorkeur kiest u voor een fysiotherapeut gespecialiseerd in klachten van de knie(schijf). In een 3-6 maanden durend oefentraject zult u oefeningen krijgen voor de stabiliteit en coördinatie van de spieren rondom de knieschijf. Daarnaast krijgt u mogelijk een tapebehandeling en is er aandacht voor training van de romp/heup spieren. Het resultaat van de conservatieve behandeling is in grote mate afhankelijk van uw eigen inzet. Meer dan de helft van de patiënten is tevreden na een conservatieve behandeling en een nieuwe knieschijfluxatie treedt bij 13 – 52% van de patiënten op.

Operatie

Bij een eerste knieschijf luxatie zal geen operatie overwogen worden, dan gaat de voorkeur uit naar een conservatieve behandeling. Bij herhaaldelijke knieschijf luxaties of bij een blijvend instabiel gevoel van de knieschijf kan een operatie overwogen worden. Het doel van een operatie is te streven naar een stabiele knieschijf. Na een operatie volgt altijd een intensief oefentraject met de fysiotherapeut. Welk soort operatie er uitgevoerd wordt is afhankelijk van de bijkomende anatomische afwijkingen. De operaties kunnen in twee categorieën worden verdeeld: een operatie van het bot en een operatie van de weke delen (zoals het kapsel).

Operatie van het bot

Er zijn twee soorten operaties aan het bot rondom de knie. Bij de eerste operatie wordt de aanhechting van de knieschijfpees op het onderbeen verplaatst. Hierbij wordt het stuk bot van het onderbeen waar de knieschijfpees op vast zit losgemaakt en meer naar de binnenzijde vastgezet (tuberositas transpositie). De tweede operatie is zeer zeldzaam. Bij deze operatie wordt de groeve van het dijbeen waar de knieschijf doorheen loopt aangepast (trochlea plastiek).

Operatie van de weke delen

Als de stevige kapselstructuur aan de binnenzijde (MPFL) erg slap is of gescheurd dan wordt er een kapselreconstructie uitgevoerd. Het kapsel aan de binnenzijde wordt strakker gemaakt (mediale reefplastiek) of er volgt een reconstructie met behulp van een lichaamseigen hamstring pees (MPFL reconstructie). Indien het kapsel aan de buitenzijde van de knie erg strak is wordt dit wat losgemaakt (laterale release)

Resultaat

Het doel van de operatieve behandeling is een stabiele knieschijf die niet meer luxeert. Na een operatieve behandeling is het overgrote deel van de patiënten zeer tevreden. In 0-30% van de patiënten treedt opnieuw een luxatie van de knieschijf op ondanks een operatie. Na een knieschijf luxatie is er een verhoogde kans op het ontstaan van slijtage van de knieschijf op de lange termijn. Een operatie lijkt geen invloed te hebben op deze verhoogde kans op slijtage.

Complicaties

De operatie wordt door gespecialiseerde kniechirurgen en met zorg uitgevoerd echter kunnen er soms complicaties optreden. Algemene complicaties bestaan uit een wondinfectie, een trombosebeen, anesthesie gerelateerde risico’s en een nabloeding. Specifieke complicaties zijn het opnieuw optreden van een luxatie van de knieschijf, een gevoelsstoornis van de huid aan de voorzijde van de knie, pijnklachten aan schroeven die worden gebruikt. Daarnaast kan er sneller slijtage van de knieschijf ontstaan. Gelukkig komen de complicaties niet vaak voor.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Orthopedie
088 624 96 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 15 maart 2022 / 8460