Contact
  1. 8777-Blaasmarkering voor bestraling van de blaas (op de polikliniek)

Uw uroloog heeft met u gesproken over prikken (injecties) in uw blaaswand om blaasmarkers aan te brengen. Een blaasmarker is een druppeltje dikke vloeistof dat in de blaaswand wordt geïnjecteerd. Dit zorgt ervoor dat uw blaas preciezer bestraald kan worden. In deze folder leest u hoe u zich voorbereidt, hoe de behandeling gaat en wanneer u contact moet opnemen.

Hoe bereidt u zich voor?

  • Heeft u een verblijfskatheter of doet u aan zelfkatheterisatie? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie. U moet dan 2 weken voorafgaand aan uw behandeling een urinekweek inleveren bij het laboratorium. Zo kunnen wij onderzoeken of u een urineweginfectie heeft.
  • Heeft u geen katheter, maar wel pijn of een branderig gevoel bij het plassen 2 weken voorafgaand aan uw behandeling? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie. U moet dan een urinekweek inleveren bij het laboratorium. 
  • Als de uroloog dit voorschrijft slikt u op de dag van de behandeling antibiotica. Zo zorgt u ervoor dat u geen ontsteking krijgt. Slik de antibiotica 2 uur voorafgaand aan uw behandeling. U krijgt van ons een recept voor de antibiotica.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Geef dit dan aan bij uw uroloog, voorafgaand aan uw behandeling. In overleg met uw arts stopt u met deze medicijnen. U hoort van uw arts wanneer u moet stoppen.
  • U mag gewoon eten en drinken zoals u gewend bent.

Hoe gaat de behandeling?

  • Een half uur voor het plaatsen van de blaasmarkers, brengt de verpleegkundige een katheter in. Via de katheter krijgt u een verdovende vloeistof in uw blaas.
  • Bij vrouwen wordt de katheter daarna verwijderd. Bij mannen blijft de katheter zitten tot de behandeling, om de blaas vlak voor de behandeling goed leeg te kunnen maken.
  • U kunt daarna in de wachtkamer gaan zitten of op de behandeltafel blijven liggen. Probeer niet te plassen of te drinken, zodat de verdoving in uw blaas blijft.
  • De verpleegkundige haalt u op en brengt u naar een kleedkamer. Hier trekt u uw kleding van uw onderlichaam uit. De rest houdt u aan. Als u dat wilt, krijgt u een handdoek van de verpleegkundige om uw onderlichaam mee te bedekken.
  • Voor de behandeling moet u eerst plassen. Bij mannen wordt de blaas leeggemaakt en de katheter verwijderd.
  • Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op een behandeltafel. Uw onderlichaam is bedekt met een handdoek.
  • De uroloog brengt dan via uw plasbuis een kijkbuisje in uw blaas.
  • Via de kijkbuis kan de uroloog in uw blaas kijken en zo de naald met blaasmarkers in de blaaswand brengen.
  • De uroloog brengt op 4 plekken in de blaasspier, rondom de tumor, een paar blaasmarkers in. Soms worden 1 of 2 extra blaasmarkers geplaatst.
  • De behandeling duurt ongeveer 30 minuten.

Wat gebeurt na de behandeling?

  • Na uw behandeling kleedt u zich weer aan.
  • Omdat u een plaatselijke verdoving in uw blaas heeft gekregen, mag u na de behandeling niet zelf autorijden. Zorg er daarom voor dat iemand u na afloop naar huis kan brengen.
  • Drink na uw behandeling minimaal 2 liter. Zit er wat bloed in uw urine? Drink dan wat meer.

Wat zijn mogelijke risico’s?

U loopt tijdelijk meer risico op een urineweginfectie, zoals een blaasontsteking.

Neem contact met ons op:
  • als u niet meer kunt plassen.
  • als u een blaasontsteking krijgt.
  • als u na 1 week nog bloed of -stolsels in uw urine hebt en dit niet minder wordt.
  • als u erge brandende pijn heeft bij het plassen.
  • als u koorts heeft (boven 38,5 graden).

Contact

Heeft u nog vragen, bel dan met:

polikliniek Urologie

088 624 27 40 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Laatst gewijzigd 23 april 2025 / 8777

Gerelateerde folders