Contact
  1. ‘Elke reanimatie is anders’

Het reanimatieteam van Isala in Zwolle komt gemiddeld ongeveer 400 keer per jaar in actie. Het team in Meppel gemiddeld 5 tot 8 keer. Hoewel de protocollen hetzelfde zijn, is iedere reanimatie anders. Het team is dan ook op alles voorbereid.

IC-verpleegkundige en reanimatiecoördinator Debby Elderkamp

Debby Elderkamp: 'Het mooiste is het als alles soepel verloopt.'

In Meppel bestaat het reanimatieteam uit een IC-verpleegkundige, Spoedeisende hulp-arts (SEH-arts) en SEH-verpleegkundige. Buiten kantooruren vervangt de House Officer de SEH-arts. In het Zwolse ziekenhuis zitten een Cardiac care-verpleegkundige, arts-assistent van de Intensive care (IC), een cardioloog of diens assistent en een intensivist in het reanimatieteam. De samenstelling van het team in Zwolle is 24 uur per dag hetzelfde. IC-verpleegkundige en reanimatiecoördinator Debby Elderkamp legt uit dat dit verschil komt doordat in Zwolle, een groot ziekenhuis, vaker een reanimatie plaatsvindt. ‘Meppel behandelt alleen de patiënten die ín het ziekenhuis een hartstilstand krijgen. Zwolle doet dit ook en reanimeert daarnaast patiënten die per ambulance binnen komen. Deze laatste vormt de grootste groep.’

Verschillende rollen

Tijdens de reanimatie heeft iedereen een eigen rol. ‘Eén iemand is de peddelverpleegkundige. Die sluit een apparaat aan dat het onderliggend ritme in beeld brengt. Op basis van wat het apparaat aangeeft, wordt een schok toegediend of zonder schok doorgegaan met reanimatie. Elke twee minuten kijkt de peddelverpleegkundige hiernaar. Het kan zijn dat een patiënt eerst wel een schok toegediend moet krijgen en dan niet, of andersom. Dus je moet constant scherp blijven. Het kan ook dat de situatie vraagt om het toedienen van adrenaline en/of cordarone. Die krijgt hij van de karverpleegkundige. De karverpleegkundige reikt ook hulpmiddelen aan, indien nodig. Denk aan een tube voor beademing.’

Tijdens reanimatie proberen de arts-assistent en de intensivist de onderliggende oorzaak te achterhalen. De intensivist is de hoofdbehandelaar en heeft een superviserende rol, de cardioloog bepaalt wat er met de patiënt moet gebeuren. Bijvoorbeeld of hij naar de hartkatheterisatiekamer moet of naar de IC.’ Het reanimeren zelf gebeurt door twee personen die elkaar afwisselen. Soms kan een reanimatie ruim een uur duren, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een longembolie. Dan wordt de AutoPulse gebruikt, die de hartmassage overneemt.

Soepel verloop

Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van de vele keuzes die tijdens een reanimatie kunnen worden gemaakt. Debby: ‘Het hangt van de situatie af wat we doen. Geen enkele reanimatie is hetzelfde. Maar we trainen wekelijks en iedereen weet altijd wat hij of zij moet doen. Dat is het mooiste aan dit werk: wanneer alles vloeiend verloopt.’

De komende periode plaatsen we meer artikelen met betrekking tot acute zorg.