Contact
  1. ‘Ik ben wel echt een Weezenlands meisje’

In het kader van 25 jaar Isala vroegen we verschillende collega’s over hun mijlpalen bij en herinneringen aan Isala te vertellen. De komende maanden delen we deze verhalen op intranet en onze site. Dit keer is Rolina Oosting aan het woord. Ze begon haar carrière bij Isala als operatieassistent in Ziekenhuis De Weezenlanden. Eerst bij algemene chirurgie, waarna zij zich specialiseerde in hartchirurgie. ‘Mijn specialisme is het mooiste specialisme.’

Eén mijlpaal staat voor Rolina in die 25 jaar Isala als een paal boven water. ‘Als operatieassistenten kregen wij de kans om zelf te opereren. We halen een ader uit het been of een slagader uit de arm, zodat de thoraxchirurg een bypass kan uitvoeren. Voorheen via een grote incisie, maar inmiddels via een methode genaamd endoscopic vessel harvesting. Later ben ik zelf in deze methode training gaan geven aan arts-assistenten en PA’s, met name in Zwitserland en Duitsland.’

‘Het is soms hard werken, helemaal als je wordt opgeroepen in de nacht. Dan nog blijft mijn specialisme het mooiste specialisme. Er zijn in de afgelopen jaren tal van mooie innovaties geweest. Zo stond ik aan de wieg van het TAVI-programma (aortaklep operatie via een kleine incisie in de lies of borstkas). Daarnaast deed de Da Vinci robot zijn intrede bij ons. Heel bijzonder, want robotchirurgie bij hartoperaties is nog steeds vrij uniek in Nederland.’

Volgende bladzijde

‘Natuurlijk waren er ook moeilijkere periodes. Het samengaan met het Sophia Ziekenhuis en het werken met collega’s die een andere werkwijze gewend zijn, was zeker een uitdaging. Aan het nieuwe gebouw waar we in 2013 naartoe verhuisden, moesten we in het begin erg wennen. Af en toe denk ik nog weleens met weemoed terug aan het simpele vierkante gebouw van De Weezenlanden, middenin de stad. Ja, ik ben wel echt een Weezenlands meisje.’

‘De covid- en postcovid tijd was voor velen van ons lastig. Eerst werd er weinig geopereerd, daarna moesten we de nodige inhaaloperaties verrichten. Wij, als operatieassistenten en anesthesiemedewerkers van de hartchirurgie, hebben indirect ook last gehad van de problemen die er waren bij het Hartcentrum. Zodra je ergens vertelt dat je werkt bij hartchirurgie, wordt daar meteen aan gerefereerd. Jammer, want het Hartcentrum is zoveel meer dan dat. Ik ben er van overtuigd dat we die bladzijde in de nabije toekomst weer kunnen omslaan.’