Contact
  1. ‘Je probeert in de korte tijd die je betrokken bent zoveel mogelijk voor mensen te betekenen’

In Isala komen regelmatig mensen die naast een medische behandeling een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. Zij worden geholpen door onze medisch maatschappelijk werkers. Vandaag op de Internationale dag van het maatschappelijk werk, vertellen medisch maatschappelijk werkers Mariëtte Schreurs en Leonie Sterken over hun werk. Ze maken deel uit van dit team bestaande uit 11 mensen en zijn de 2 vaste gezichten van de locatie in Meppel.

Portret Leonie Sterken en Mariëtte Schreurs

Links Leonie Sterken rechts Mariëtte Schreurs

Van een luisterend oor bieden tot het heel praktisch helpen regelen van bijvoorbeeld een scootmobiel. ‘Eigenlijk is er geen hulpvraag waar we niet voor komen’,  zegt Leonie. ‘Elke afdeling van het ziekenhuis zou ons kunnen inschakelen voor een patiënt. We proberen zo laagdrempelig mogelijk te zijn en zijn altijd bereid om mee te denken. Blijkt een bepaalde hulpvraag toch niet bij ons thuis te horen, dan zorgen we dat de patiënt alsnog met de juiste hulpverleners in contact komt.’

Grote verscheidenheid aan patiënten

Iets extra’s kunnen betekenen voor mensen die iets moeilijks meemaken, bijvoorbeeld vanwege een heftige diagnose. Dat is voor zowel Mariëtte als Leonie een belangrijke beweegreden om te doen wat ze doen. Leonie: ‘We zien een heel grote verscheidenheid aan patiënten. Ziekte overkomt immers iedereen.’ Hoe ziet het werk van de maatschappelijk werkers in Isala er eigenlijk uit? Mariëlle: ‘Wij zien zowel poliklinisch patiënten als patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis. Meestal signaleert de betrokken zorgverlener, bijvoorbeeld de verpleegkundige of dokter, dat een patiënt extra hulp kan gebruiken. Zij schakelen ons vervolgens in.’

Wanneer komen de medisch maatschappelijk werkers in beeld? ‘Bijvoorbeeld als patiënten net heftig nieuws te horen hebben gekregen en overspoeld worden door emoties. Of als blijkt dat iemand zorgbehoevend is en weer naar huis mag maar geen vangnet heeft. Dan is het bijvoorbeeld nodig om bepaalde thuishulp op te starten. Soms kunnen situaties behoorlijk schrijnend zijn. Je probeert in de korte tijd die je betrokken bent zoveel mogelijk voor mensen te betekenen. Soms is het ook zo dat de patiënt niet zoveel zorgen heeft, maar diens familie of partner des te meer. In dat geval zijn we er juist meer voor hen.’

Kortstondig contact

De contacten die de maatschappelijk werkers kunnen kortstondig zijn. Leonie: ‘Tenzij we een patiënt die we klinisch hebben gezien, nog poliklinisch vervolgen, bijvoorbeeld voor een stukje verwerking. Dan duurt het contact wat langer.’ ‘Als iemand na opname thuis is, bellen we vaak 1 of 2 weken later nog eens om te kijken hoe het gaat. Veel patiënten hebben aan zo’n telefoontje genoeg, maar soms is er nog een extra hulpvraag, bijvoorbeeld omdat zijn leven helemaal anders moet inrichten. We kunnen dan bijvoorbeeld meedenken met hoe iemand het beste zijn dag kan indelen en leert wat zijn grenzen zijn. Dit kan met acceptatie en verwerking te maken hebben. Is er sprake van meer psychische problematiek, dan kunnen we doorverwijzen naar de psycholoog.’

In Zwolle hebben de maatschappelijk werkers ieder hun eigen aandachtsgebieden. Het ziekenhuis in Meppel is kleinschaliger en daarom zijn de patiënten heel divers. Leonie: ‘Wij zien MS-patiënten (het MS-centrum zit ook in Meppel), patiënten van de Oncologie, Cardiologie, Neurologie en de Interne geneeskunde. Mariëtte schuift aan bij het Multidisciplinair overleg (MDO) voor MS-patiënten en ik doe dat wekelijks bij MDO’s voor hartpatiënten. Mariëtte: ‘Het is heel prettig om met alle disciplines die bij de patiënt betrokken zijn af te stemmen.’

Leonie: ‘Het leuke van ons werk vind ik dat je van te voren niet weet hoe de dag gaat verlopen. Je doet je computer aan, kijkt op de werklijst en gaat aan de slag. Vaak heb je 2 of 3 poliklinische afspraken al ingepland staan. Maar het grootste gedeelte van ons werk is ongepland. Je kunt zo maar 2 of 3 nieuwe aanvragen binnenkrijgen, die met pittige casussen te maken hebben. Natuurlijk, sommige doen meer met je dan andere. Het fijne is dat we als collega’s een hecht team vormen en er goed met elkaar over praten. Dat helpt in het ook weer loslaten van die heftige zaken.’