Contact
  1. Onderzoek Isala: nieuwe borstkankerprocedure zeer effectief

Voorheen werden bij een uitzaaiing van borstkanker in de lymfeklieren altijd alle okselklieren verwijderd. Deze ingreep leidde vaak tot klachten zoals een gezwollen arm, beperkingen van de schouder en pijn. In 2016 introduceerde Isala de zogeheten TAD-procedure. Deze nieuwe behandelmethode is uiterst effectief, zo blijkt uit onderzoek binnen Isala. ‘Dankzij TAD is het aantal vrouwen bij wie alle okselklieren verwijderd worden met 84 procent gedaald. Dat is goed nieuws voor deze patiëntencategorie’, benadrukken onderzoekers Joni Nijveldt en Kiran Rajan.

Twee portretten naast elkaar van chirurg-oncoloog Maarten Beek en ANIOS chirurgie en onderzoeker Kiran Rajan

Links chirurg-oncoloog Maarten Beek en rechts ANIOS chirurgie en onderzoeker Kiran Rajan

TAD staat voor targeted (doelgericht), axillary (oksel) en dissection (verwijdering). Deze procedure begint met echografisch onderzoek van de oksel en afname van wat weefsel. Als een lymfeklier een uitzaaiing bevat, wordt deze gemarkeerd met een radioactief jodiumzaadje. Na voorbehandeling verwijdert de chirurg de gemarkeerde klier. Dit gebeurt vaak samen met de operatie van de borst. Deze procedure wordt gecombineerd met het verwijderen van de schildwachtklier. ‘De combinatie van het verwijderen van de jodium-gemarkeerde klier en schildwachtklier noemen we TAD’, verduidelijkt Maarten Beek, chirurg-oncoloog en supervisor van de onderzoekers. ‘Isala was een van de eerste ziekenhuizen die deze techniek op grote schaal toepaste. Hierdoor hebben we de mogelijkheid én ook de plicht om onze resultaten te delen.’

Enorme database

Omdat de TAD-procedure relatief nieuw is, was er nog weinig bekend over de effectiviteit ervan. Dat Zwolle hierin het voortouw nam, is volgens Maarten geen toeval. ‘Isala is een van de grootste regionale borstkankercentrum van Nederland. Dankzij het grote aantal patiënten beschikken wij over een enorme database op het gebied van de TAD-procedure.’

Onderzoekers Joni en Kiran hebben het afgelopen jaar alle 312 Zwolse TAD-dossiers doorgespit. Dankzij hun monnikenwerk weten we nu dus dat het aantal okselklierverwijderingen dankzij TAD is gedecimeerd. Daarnaast hoefde 14 procent van alle behandelde patiënten geen radiotherapie te ondergaan. ‘De TAD-procedure is effectief met behoud van oncologische veiligheid’, concluderen de onderzoekers.

Ongelooflijk trots

Chirurg-oncologen Maarten Beek en Anne Brecht Francken, die Joni en Kiran met raad en daad terzijde staan, zijn ‘ongelooflijk trots’ op het werk van de jonge onderzoekers. ‘Ze hebben een zeer gedegen studie opgezet en de resultaten zijn opzienbarend’, vindt Maarten. ‘Dankzij dit onderzoek kunnen we patiënten met borstkanker nog beter behandelen. Het is erg leuk en belangrijk om daar als chirurg een steentje aan te kunnen bijdragen.’

Goede samenwerking

Dat dit onderzoek in Isala plaatsvond, is zoals gezegd mede te danken aan de grote patiëntenaantallen. Maar er is nóg een reden dat de TAD-procedure juist in Zwolle onder de loep is genomen. ‘Borstkankerzorg is een samenspel van verschillende vakgebieden. Van radiologen en radiotherapeuten tot chirurgen, pathologen en nucleair geneeskundigen’, somt Maarten op. ‘Om hoogwaardige zorg én onderzoek te kunnen realiseren, is ieders medewerking en inzet essentieel. Deze multidisciplinaire samenwerking is uitstekend in Isala. De lijntjes zijn kort, als artsen weten we elkaar goed te vinden.’

Vervolgstudies

De presentatie van de onderzoeksresultaten is een belangrijke mijlpaal, maar dit traject is niet klaar. ‘Fase 1 is afgerond, nu gaan we aan de slag met vervolgstudies’, benadrukt Maarten. Hij verwijst naar het toepassen van kunstmatige intelligentie op het gebied van PET-scans. ‘Door het PET-programma te voeden met tumorkenmerken, kun je de voorspellende waarde van die scans (na voorbehandeling) wellicht vergroten’, vertelt de chirurg. ‘Kortom, dit TAD-onderzoek smaakt naar meer.’

Naast deze ‘eigen’ borstkankerstudies neemt Isala ook deel aan landelijke onderzoeken. Zo zijn er op dit moment dwarsverbanden met het UMCG, het Martini Ziekenhuis en het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. ‘Als dokter wil ik het beste voor mijn patiënten, onderzoek is daarbij onmisbaar.’

Afwisseling

Kiran weet één ding zeker: onderzoek doen geeft veel voldoening, maar fulltime onderzoeken is voor hem geen optie. ‘Ik zou het klinisch werken niet willen missen’, verzekert hij. Maarten denkt daar precies zo over. ‘Het is juist de afwisseling die mij zo aanspreekt.’