Contact
  1. PEC Zwolle en Isala: beter een goede buur…

Beter een goede buur dan een verre vriend. Dat credo zullen zowel PEC Zwolle als Isala van harte onderschrijven.

De afgelopen vijftien jaar is de band tussen beide organisaties flink versterkt. Deze ontwikkeling is vooral te danken aan de sportartsen van Isala die de medische conditie van de Zwolse profvoetballers bewaken. Voor aanvoerder Bram van Polen is topvoetbal zonder professionele medische begeleiding ondenkbaar. ‘Het voetbal van nu vraagt het uiterste van je lichaam. Als je een pijntje of blessure hebt, is de sportarts altijd dichtbij. Klachten worden snel en adequaat opgepakt, dat geeft een vertrouwd gevoel.’

Pim van Klij en Bram van Polen in de behandelkamer

Vrijdagochtend 10.30 uur. Op het trainingsveld naast het MAC³PARK-stadion werken 22 spelers zich tijdens een oefenduel flink in het zweet. Het gaat er stevig aan toe als voorbereiding op de volgende wedstrijd. De verrichtingen worden nauwlettend gevolgd door de medische staf van de Zwolse eredivisionist, inclusief hoofd en sportarts Pim van Klij.

Bram Bembom, head of performance, beoordeelt ondertussen de sportieve prestaties op het veld. Zijn tablet toont exact welke afstand spelers afleggen plus hun bijbehorende (sprint)snelheid. Wie de streefwaarden niet haalt, moet zich na de training melden. ‘Als ze mij zien aankomen, weten ze al hoe laat het is’, lacht Bram. Op deze ochtend blijven alle scores in het groen. Ook Pim kan tevreden zijn, want de spelers verlaten ongeschonden het groene strijdtoneel.

Bram Bembom

Kleinschalig

De nieuwe sportarts nam vorig najaar het stokje over van collega Mineke Vegter, die dertien jaar betrokken was bij PEC Zwolle. ‘Zij werd zeer gerespecteerd binnen de club’, benadrukt Pim. Hoewel hij relatief kort sportarts is, voelt hij zich volledig thuis in het MAC³PARK. Gehuld in trainingspak beweegt Pim zich soepel door het stadion. Hij groet iedereen, kleinschaligheid troef. ‘Heel wat anders dan Isala’, lacht hij.

Met zijn 31 jaar is Pim weliswaar een jonge sportarts, maar heeft ruime ervaring. Zo was hij eerder actief bij de voetbalacademie van Feyenoord en Landstede Hammers. Zijn fascinatie voor topsport(ers) is vergelijkbaar met zijn motivatie binnen Isala’s Beweegcentrum. ‘In mijn werk als sportarts draait alles om mobiliteit en beweging. Dat geldt zowel voor patiënten die revalideren na een operatie als voor profvoetballers die nóg beter willen presteren. Ik vind het heel mooi om daar een bijdrage aan te leveren.’

Pim van Klij, sportarts

Ice ice baby

Als de spelers onderweg zijn naar de kleedkamer, vult Pim de twee nieuwe ijsbaden. Bij gebrek aan een tuinslang (‘binnenkort even naar de bouwmarkt) sjouwt hij zelf met emmers water en zakken ijs. ‘Daar ben ik niet te beroerd voor.’ Verzorger Erwin Vloedgraven vindt de bedrijvigheid in ‘zijn’ keuken iets te veel van het goede. ‘Pim, ik vind je heel aardig, maar ik moet hier nu shakes maken.’ Routineus vult hij de kannen met eiwitwitrijke drank en topt ze af met een handvol ijsblokjes. ‘Ice ice baby’, zingt een passerende voetballer gevat.

Even later verzamelen enkele voetballers zich bij de halfvolle baden. Het ene bassin is ‘on the rocks’, het andere juist lekker warm. De jongens geinen terwijl het water hun spieren ontspant. ‘Zo’n ijsbad is heerlijk, mijn benen blijven de hele middag tintelen.’

Pim van Klij vult het ijsbad

Broodje vegaburger

Kort daarna volgt de gezamenlijke lunch in het restaurant. Het menu omvat brood, maïssoep en zelfs een broodje vegaburger. ‘Dat is een uitzondering hoor’, verzekert de clubarts. De voetballers zitten in groepjes aan verschillende tafels, er wordt gekaart en gelachen. Pim zoekt bewust een rustig plekje op. ‘De jongens hebben ruimte nodig om samen te kletsen, óók over de staf. Professionele afstand is belangrijk.’

De lunch is een mooi moment om meer over zijn rol als clubarts te vertellen. Samen met de andere disciplines van de medische staf verzorgt hij de sportmedische begeleiding van het eerste elftal en van individuele voetballers. ‘Inclusief blessureconsulten, preventieve sportmedische onderzoeken en inspanningstesten.’ Collega Marloes Buitenhuis-Stapel vervult een vergelijkbare functie bij het vrouwenelftal en de jeugdacademie van PEC Zwolle.

Verder geeft Pim acte de présence tijdens wedstrijden, een taak die hij deelt met huisarts Michiel Schouwink. ‘Zo bewaren we een goede balans tussen werk en privé.’ Als een speler geblesseerd raakt, rent eerst de verzorger het veld op. ‘Als Erwin begint te zwaaien, weet ik dat het menens is en kom ik in actie.’ Die taak gaat verder dan het stelpen van een hoofdwond. ‘In een acute situatie moet je als sportarts vooral de-escaleren. Zo’n jongen staat bol van de adrenaline, dan is het belangrijk om rust te creëren.’ Bovendien moet Pim beslissen of de geblesseerde voetballer verder kan spelen. De tussenstand speelt daarbij geen enkele rol. ‘De gezondheid van de speler is altijd leidend.’

Ferdy Druijff in het ijsbad

Veilige haven

Pim verzorgt ook de medische keuring van nieuwe spelers. Zo’n consult omschrijft hij als een ‘fijn startpunt, waarbij we elkaar recht in de ogen kunnen kijken. Ze weten dat ik hun gegevens vertrouwelijk behandel; in dat opzicht vorm ik een veilige haven.’

Als hij specifieke expertise nodig heeft, zijn Pim’s collega’s altijd dichtbij. ‘Binnen Isala is er genoeg gelegenheid voor ruggenspraak. De meeste dokters vinden topsport-casussen een mooie afwisseling op de reguliere patiëntenzorg.’

Aanvoerder Bram van Polen is blij met het korte en stevige lijntje met Isala. ‘Het is fijn dat alle gespecialiseerde kennis zo dichtbij beschikbaar is. En als een blessure ernstig lijkt, kunnen we meestal snel in Isala terecht. Ik besef heel goed dat wij bevoorrecht zijn en ik zou graag meer terug willen doen’, vertelt de aanvoerder. ‘Bijvoorbeeld in de vorm van extra bezoekjes aan de kinderafdeling of een voetbalclinic voor medewerkers.’

Pim benadrukt dat hij met plezier heeft meegewerkt aan deze reportage, maar het moet geen gewoonte worden. ‘Voor spelers en staf ben ik heel toegankelijk, maar voor de buitenwereld blijf ik liever onzichtbaar. Ik hoef niet in de schijnwerpers.’

Bram van Polen