Contact
  1. ‘We hebben de service richting patiënten enorm kunnen verbeteren’

In mei 2022 opende Isala de deuren van het Heupcentrum. Sindsdien plaatsen diens orthopedisch chirurgen jaarlijks zo’n 750 tot 800 nieuwe heupen. Goede samenwerking achter de schermen maakt het tot een succes, weten orthopedisch chirurg Karlijn van Overvest en leidinggevende Karin Kramer (rechts op de foto) van Radiologie.

Orthopedisch chirurg Karlijn Overvest en leidinggevende Karin Kramer van Radiologie staan naast elkaar

‘Met de oprichting van het Heupcentrum hebben we de service richting patiënten willen verbeteren’, begint Karlijn. ‘Denk hierbij aan kortere wachttijden en minder terugkom-momenten. En dat is gelukt. Hoe we dat voor elkaar hebben gekregen? Door de verschillende processen rondom heupoperaties goed op elkaar af te stemmen.’ Onder meer over de volgorde en doorstroom is goed nagedacht.

Karlijn: ‘De keten rondom deze zorg begint al bij de huisartsen. Wij als orthopeden scholen hen regelmatig bij zodat zij weten wanneer het nodig is om patiënt met pijn in de heup door te verwijzen. Als een huisarts eenmaal verwijst, willen we iemand eigenlijk binnen twee weken op de polikliniek zien. We proberen de verschillende onderzoeken en afspraken die vervolgens nodig zijn, zoveel mogelijk op één dag te plannen, zodat iemand hier niet apart voor terug hoeft te komen. Denk hierbij aan bloedprikken, foto’s laten maken, afspraak met de orthopeed en een OK-datum bepalen met de planning. Meestal is iemand daarna binnen zes weken aan de beurt voor een operatie in Meppel.’

Elke discipline een eigen rol

Karin: ‘Radiologie zorgt voor de foto’s voor en na de operatie, fysiotherapie komt langs om mensen te begeleiden in wat ze wel en niet mogen na de operatie. Zo zijn er binnen het Heupcentrum allerlei disciplines betrokken. Iemand die ’s ochtends geopereerd is en zich goed genoeg voelt, kan vaak die middag nog een foto krijgen.’ ‘Mensen vinden dit heel prettig’, weet Karlijn. ‘Als ik ’s middags bij de geopereerde patiënten langsloop om te kijken hoe het met ze gaat, en ik kan hen gelijk de foto laten zien, vinden ze dat interessant en vaak ook een hele geruststelling. Ze weten snel waar ze aan toe zijn.’