Sperma doneren aan de spermadonorbank Sperma doneren aan de spermadonorbank
- Isala
- Patiëntenfolders
- 5095-Sperma doneren aan de spermadonorbank
Informatie voor spermadonoren
Hartelijk dank voor uw interesse in Isala Fertiliteitscentrum en dat u erover nadenkt om spermadonor te worden. Dankzij spermadonoren kunnen anderen de gelukkige ouders worden van een zeer gewenst kind. Voor hen kan een behandeling met donorsperma de laatste mogelijkheid zijn om een kind te krijgen. In deze folder leest u wat u kunt verwachten als u spermadonor wordt.
Wat is de spermadonorbank?
Bij de spermadonorbank worden zaadcellen van gezonde spermadonoren ingezameld, ingevroren en bewaard. Deze zaadcellen zijn voor mensen die graag zwanger willen worden, maar die dit op een natuurlijke manier niet kunnen. Met kunstmatige inseminatie (KID) of reageerbuisbevruchting (IVF) kan de droom van ouderschap werkelijkheid worden.
Wie kan donor worden?
Een man kan spermadonor worden als hij:
- tussen de 18 en 45 jaar is en
- in Nederland woont, een BSN nummer heeft en
- minimaal 1 jaar lang elke maand sperma doneert en
- geestelijk en lichamelijk gezond is en niet behoort tot risicogroepen met een verhoogde kans op overdraagbare aandoeningen en
- waar in zijn familie geen ernstige erfelijke afwijkingen voorkomen en
- zich ieder kwartaal laat onderzoeken op seksueel overdraagbare ziekten (het resultaat hiervan kan reden zijn tot afwijzing) en
- niet bij een andere spermadonorbank doneert
- voldoende zaadcellen heeft, die ook geschikt zijn om in te kunnen vriezen en te gebruiken.
Hoe kunt u zich aanmelden?
Bel een van onze medewerkers via 088 624 52 24 of mail naar spermadonorbank@isala.nl. U ontvangt dan een aanmeldformulier. Vul het formulier in en stuur het aan ons terug. Dan maken we daarna eerst een afspraak om uw sperma te laten onderzoeken. Ook maken we dan gelijk een afspraak voor een intakegesprek.
Spermaonderzoek
Na uw aanmelding nodigen wij u uit voor een onderzoek naar de kwaliteit van uw sperma. Omdat uw sperma wordt ingevroren, is het belangrijk dat uw sperma van goede kwaliteit is. Door het invriezen gaat namelijk een deel van de spermacellen verloren. Soms blijkt het sperma dan na ontdooiing niet meer geschikt te zijn voor een behandeling. Lees ook onze folder over ‘Spermaonderzoek’.
Hoe bereidt u zich voor op een spermaonderzoek?
- Wij adviseren u 2 tot 3 dagen, voordat u sperma inlevert, geen zaadlozing of seksuele gemeenschap te hebben. Anders heeft uw sperma mogelijk te weinig zaadcellen.
- Langere onthouding dan 3 dagen raden we af. Dan kan het aantal sterke en bewegende zaadcellen te laag worden.
- Heeft u koorts gehad? Dan kan dit tot 3 maanden erna invloed hebben op uw sperma. Laat het ons daarom weten als u koorts heeft gehad. We maken dan mogelijk een nieuwe afspraak voor het spermaonderzoek.
Uitslag van het spermaonderzoek
U hoort de uitslag van een van onze medewerkers van de spermadonorbank. Is uw sperma van goede kwaliteit? Dan nodigen wij u uit voor een intakegesprek.
Intakegesprek
Hoe gaat een intakegesprek?
U heeft dan een gesprek met een embryoloog van het fertiliteitscentrum. De embryoloog bekijkt of u geschikt bent als spermadonor. Ook is er tijd om uw vragen te beantwoorden.
- Tijdens dit gesprek worden ook de praktische zaken rondom het donorschap en de juridische kanten ervan met u besproken.
- Ook bespreken wij uw redenen om donor te worden en de gevolgen voor u en uw naasten (nu en later).
- Ook onderzoeken wij u op seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA). Wij onderzoeken dan uw bloed en urine op: HIV, hepatitis-B, hepatitis-C, lues, cytomegalovirus, chlamydia en gonorroe.
- Na het intakegesprek kunt u gelijk sperma doneren.
Sperma doneren
Hoe bereidt u zich voor op sperma doneren?
- Wij adviseren u de 2 tot 3 dagen, voordat u sperma inlevert, geen zaadlozing of seksuele gemeenschap te hebben. Anders heeft uw sperma mogelijk te weinig zaadcellen.
- Langere onthouding dan 3 dagen raden we af. Dan kan het aantal sterke en bewegende zaadcellen te laag worden.
Soms is extra onderzoek nodig
Op basis van het intakegesprek en de onderzoeken, beslist de embryoloog of u spermadonor kunt worden. Soms hebben wij daarvoor meer informatie nodig. Bijvoorbeeld om uit te zoeken of u een medische voorgeschiedenis heeft, die gevolgen kan hebben voor uw nakomelingen. Zo kunnen wij uw (huis)arts vragen om extra informatie. Dat doen wij uiteraard alleen als u daarvoor toestemming hebt gegeven.
Positief advies: u kunt donor zijn
Kunt u inderdaad spermadonor zijn? Dan nemen wij contact met u op om een afspraak voor donatie te maken. Vanaf dat moment gaat alle communicatie via de medewerkers van de spermadonorbank. Voor vragen kunt u ook bij hen terecht.
Hoe gaat het donatieproces?
Hoe vaak u doneert hangt af van de kwaliteit van uw sperma en het aantal gezinnen dat u wilt helpen. U mag maximaal 12 gezinnen helpen (volgens de wet), maar minder mag natuurlijk ook. U bepaalt zelf hoeveel gezinnen u wilt helpen. Dit leggen wij vast in een donorcontract.
Veranderingen in uw gezondheid
Geef veranderingen in uw gezondheid tijdens én na de periode van doneren, door aan de spermadonorbank. Ook als in uw familie een kind wordt geboren met een (mogelijk) erfelijke afwijking.
Op afspraak sperma doneren
U kunt ons bellen voor een afspraak om sperma te komen donoren. De afspraak plannen wij bij voorkeur aan het eind van de ochtend of het begin van de middag in.
Spermakwaliteit
Het is voor de kwaliteit van de zaadcellen beter als het sperma in het ziekenhuis wordt geproduceerd. Dat kan in een van de speciale kamers of in de wc-ruimte. Bij hoge uitzondering mag u het sperma ook thuis produceren. Dit moet in een schoon potje, dat u bij ons fertiliteitslaboratorium kunt ophalen. Zorg ervoor dat uw sperma binnen 45 minuten bij het laboratorium wordt ingeleverd. Is het sperma langer onderweg, dan betekent dit kwaliteitsverlies van de zaadcellen.
Mindere spermakwaliteit
Weet dat het aantal zaadcellen in uw sperma een paar maanden minder kan zijn dan gewend. Bijvoorbeeld omdat u ziek bent geweest en hoge koorts heeft gehad. Ook het gebruik van antibiotica of andere medicijnen kan invloed hebben op uw zaadproductie. Na een tijdje herstelt dit vanzelf. Vanaf de start van het aanmaken van nieuwe zaadcellen duurt het ongeveer 3 maanden, totdat ze in uw sperma terechtkomen.
Vragenlijst
Elke keer als u doneert, vragen wij u een vragenlijst in te vullen. Daarin beantwoordt u vragen over uw gezondheid, medicijngebruik en onthouding.
Onkostenvergoeding
Nadat u het potje met sperma heeft afgegeven bij het fertiliteitslaboratorium, ontvangt u hiervoor een onkostenvergoeding zoals afgesproken.
Uw gegevens bewaren en opvragen
Door de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting, is anoniem sperma doneren niet meer mogelijk. Deze wet zorgt ervoor dat kinderen die via kunstmatige bevruchting zijn verwekt, makkelijker kunnen uitzoeken wie hun biologische ouders zijn.
Gegevens bewaren
Wij zijn verplicht de volgende gegevens te bewaren:
- medische gegevens over uw gezondheid en ziekten in de familie
- sociale en fysieke donorgegevens, dit zijn gegevens over uw uiterlijke kenmerken (bijvoorbeeld kleur ogen), karakter, opleiding, beroep en motivatie (waarom u spermadonor wilt worden). Deze gegevens kunnen niet leiden tot uw identiteit.
- persoonsgegevens: uw naam, BSN, adres en geboortedatum
Vervolgens geven wij uw gegevens door aan het College donorgegevens kunstmatige bevruchting (CDKB). Daar komen de gegevens in een databank te staan. Een databank is een plek waar veel informatie wordt opgeslagen. Op verzoek van een kind, ouder of arts kan het CDKB bepaalde gegevens openbaar maken.
Goed om te weten
- Het CDKB vertelt nooit aan een spermadonor welke vrouwen met uw zaadcellen zijn bevrucht.
- Ook kunt u nooit bij het CDKB informeren naar kinderen, die mogelijk met uw zaad zijn verwekt.
Gegevens opvragen
- Het CDKB bewaart 80 jaar uw donorgegevens (medische gegevens, sociale en fysieke donor- en persoonsgegevens).
- Zolang het donorkind jonger is dan 12 jaar, kunnen alleen ouders de sociale en fysieke donorgegevens opvragen.
- Een donorkind van 12 jaar of ouder kan zelf gegevens over zijn biologische vader opvragen bij het CDKB. De CDKB geeft aan kinderen van 12 tot 16 jaar alleen de sociale en fysieke donorgegevens (deze gegevens kunnen niet leiden tot uw identiteit).
- Als het donorkind 16 jaar of ouder is, geeft het CDKB de persoonsgegevens aan het FIOM. Het FIOM begeleidt het kind en de donor verder in het traject en geeft de persoons identificerende gegevens.
- Uw medische gegevens kunnen alleen worden opgevraagd door de huisarts van het donorkind.
- Als een donorkind is geboren met een genetische ziekte (een ziekte door een afwijking in een chromosoom of gen), dan kan een klinisch geneticus bij het CDKB uw persoonsgegevens opvragen om contact met u op te nemen voor genetisch onderzoek.
Wilt u bezwaar maken?
Voordat het CDKB uw persoonsgegevens beschikbaar stelt, informeert het CDKB u.
- Heeft u bezwaar tegen het beschikbaar stellen van uw gegevens? Dan bekijkt het CDKB of dit belangrijk genoeg is om uw gegevens niet te delen. Ga er daarbij vanuit dat de voordelen voor het kind altijd voorop staan. Tegen het besluit van het CDKB kan het donorkind, maar ook de donor bezwaar maken. Dat kan via de bezwaarprocedure van het CDKB.
Geen ouderlijke plichten
- U heeft als spermadonor geen ouderlijke plichten (in wettelijke zin) als een donorkind uw gegevens opvraagt.
- Ook heeft het kind geen speciale rechten omdat het weet wie zijn biologische vader is.
Meer informatie
Wilt u meer weten? Neem dan ook eens een kijkje op een van deze websites:
Contact
Heeft u vragen of wilt u spermadonor worden? Dan kunt u ons mailen of bellen:
Fertiliteitscentrum
088 624 52 24 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.00 uur en in het weekend bij dringende gevallen van 9.00 tot 12.00 uur)
spermadonorbank@isala.nl