Contact
  1. 5577-TIA-service Isala

In overleg met uw huisarts bent u met spoed voor nader onderzoek naar onze polikliniek in Zwolle verwezen in verband met een (mogelijke) TIA. TIA staat voor Transient Ischemic Attack, dat wil zeggen: een voorbijgaande beroerte waarbij de bloedstroom naar de hersenen tijdelijk is verstoord. Een TIA is een belangrijk waarschuwingsteken. Dit kan de voorbode zijn van een beroerte en van andere hart- en vaatziekten.

TIA-service

Indien na een consult bij de neuroloog/verpleegkundig specialist sprake is van een TIA, dan doen wij gelijk alle noodzakelijke aanvullende onderzoeken. Hiermee onderzoeken wij de oorzaak van de TIA. Direct na de onderzoeken gaat u opnieuw naar de neuroloog/verpleegkundig specialist. Deze bespreekt de uitslagen met u en bepaalt het behandelplan. Dit duurt ongeveer een dagdeel.

Hieronder leest u wat de onderzoeken inhouden. Sommige onderzoeken gebeuren op de polikliniek Neurologie. Voor andere onderzoeken gaat u, op eigen gelegenheid, naar een andere afdeling. Als u dat wil, neem dan iemand mee die u begeleidt. U krijgt van ons een routebeschrijving en tijdschema. De volgorde waarin de onderzoeken gebeuren, hangt af van de planning van ons ziekenhuis.

Onderzoeken

Consult neuroloog en neurologisch onderzoek

Als eerste komt u bij de neuroloog/verpleegkundig specialist op de polikliniek Neurologie (V4.1). De neuroloog/verpleegkundig specialist stelt vragen over uw klachten tijdens de mogelijke TIA en uw gezondheid. Daarna krijgt u een neurologisch onderzoek.

Echografie van de halsvaten

De afdeling Klinische neurofysiologie (KNF) bevindt zich op de polikliniek Neurologie (V4.1). Een echografie van de halsvaten heet een ‘Duplex-onderzoek carotiden’. Hiermee onderzoeken wij de slagaders in uw hals. Daarbij bekijken wij of er sprake is van onregelmatigheden en/of vernauwingen van de vaatwand. Bij een ernstige vernauwing is het herhalingsrisico op een TIA of beroerte namelijk groter en moet dit eventueel behandeld worden. Voor het onderzoek ligt u op een onderzoeksbank. De laborant brengt gel aan op de huid van uw hals. Daarna beweegt hij een apparaatje over uw hals. Dit zendt geluidsgolven uit die worden teruggekaatst en omgezet in beeld. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Laboratoriumonderzoek

U hoeft niet nuchter te zijn. U gaat hiervoor naar de afdeling Bloedafname (V4.0) op de begane grond. U meldt zich aan de balie en neemt plaats in de wachtkamer.

ECG (hartfilmpje)

U gaat hiervoor naar de functieafdeling Cardiologie (V2.2). Een Electro Cardio Gram (ECG) is een hartfilm. Hiermee onderzoeken wij of de TIA vanuit uw hart is ontstaan. U krijgt elektroden op uw borstkas, polsen en enkels. Deze elektroden registreren uw hartslag. Het ECG duurt ongeveer 15 minuten.

CT-scan van het hoofd

Een CT-scan is een röntgenonderzoek. Hierbij maken wij verschillende opnamen van de hersenen. Hierbij ligt u stil op een tafel. Het CT-apparaat draait om u heen. Ook de tafel wordt bewogen, zodat er vanuit verschillende hoeken foto's kunnen worden genomen. Dit onderzoek duurt ongeveer 15 minuten. Als het noodzakelijk is, maken wij aansluitend een scan van de bloedvaten in uw hals en hersenen. U krijgt dan contrastvloeistof met een injectie in uw arm.

Bloeddrukmeting

Ook krijgt u een bloeddrukmeting. Dit duurt ongeveer 15 minuten. U gaat hiervoor naar de afdeling Interne geneeskunde (V2.0). U neemt (zonder uw eventuele begeleider) plaats in een aparte kamer. Wij meten dan ongeveer zes keer uw bloeddruk. Probeer zoveel mogelijk ontspannen te zitten en drink geen koffie voorafgaand aan de meting. De meting wordt gedaan op uw blote arm. Voor een goede vergelijking met eerdere en toekomstige metingen, meten wij bij voorkeur (en indien mogelijk) uw linker arm. 

Eindgesprek

Na de CT-scan en bloeddrukmeting komt u terug op polikliniek Neurologie (V4.1). U heeft hier een eindgesprek met de neuroloog/verpleegkundig specialist. U krijgt dan, voor zover bekend, de uitslagen van de onderzoeken. Afhankelijk van de uitslagen bespreken wij met u de verdere behandeling en eventuele vervolgonderzoeken. Soms zijn afspraken bij andere specialisten nodig en/of een ziekenhuisopname.

Vervolg

Als uit de onderzoeken blijkt dat u een TIA heeft gehad, is het volgende belangrijk:

  • U mag twee weken na de TIA niet autorijden.
  • U krijgt medicijnen voorgeschreven; vervolgrecepten kunt u bij uw huisarts halen.
  • De neuroloog/verpleegkundig specialist stuurt het behandeladvies naar uw huisarts ter informatie.

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

Op de dag van de TIA-service neemt u het volgende mee naar het ziekenhuis:

  • Uw identiteitsbewijs.
  • Overzicht met alle medicijnen die u gebruikt.
  • Trek op de dag van uw afspraak gemakkelijk zittende kleding aan zoals een blouse of een overhemd met knoopjes.
  • Een (puzzel)boek of tijdschrift voor de momenten dat u moet wachten.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Klinische neurofysiologie (KNF)
088 624 24 63 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 11.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur)

Neurologie
088 624 24 58 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 5577

Gerelateerde folders