Contact
  1. 6188-Maagkanker: Gastro-enterostomie

Patiënten Informatie Dossier

​Wanneer een tumor de maaguitgang blokkeert en niet verwijderd kan worden, kan de chirurg een verbinding maken tussen de maag en de dunne darm. Om te zorgen dat het voedsel vanuit de maag naar de darmen kan blijven doorgaan, kan de chirurg een verbinding maken tussen maag en dunne darm. Dit wordt een ‘overloopje’ genoemd. Andere benamingen zijn omleidingsoperatie, bypassoperatie of gastro-enterostomie. De gastro-enterostomie is een palliatieve operatie. Hier leest u meer over deze operatie.

 

Medische illustratie gastro-enterostomieAfbeelding 1: Gastro-enterostomie 

Voorbereiding

Preoperatief bureau

Wanneer u op de opnamelijst geplaatst wordt voor een operatie, wordt u verwezen naar het Preoperatief bureau voor een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog is de medisch specialist die verantwoordelijk is voor de verdoving (anesthesie) tijdens de operatie en de pijnbestrijding erna. Hij beoordeelt het risico van de narcose en zal indien nodig aanvullend onderzoek laten verrichten. Meestal is dit bloedonderzoek, een hartfilmpje of een poliklinisch bezoek aan cardioloog of longarts.

Voorafgaand aan of aansluitend op uw afspraak op het Preoperatief bureau heeft u een gesprek bij de regieverpleegkundige oncologie die de gang van zaken rondom de operatie zal toelichten.

Opnamedatum

Een week vóór uw ziekenhuisopname krijgt u telefonisch te horen op welke datum en tijd u verwacht wordt. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie en het tijdstip waarop u geopereerd wordt, wordt u óf op de dag vóór de operatie opgenomen óf op de ochtend van de operatie.

Uitstel

Het komt helaas een enkele keer voor dat de operatie op het laatste moment moet worden uitgesteld. Wij zijn ons ervan bewust hoe vervelend dit is en we streven er naar zo spoedig mogelijk een nieuwe operatietijd of -datum aan u door te geven.

Opname

Op de opnamedag meldt u zich bij de opnamebalie. Op de verpleegafdeling krijgt u van de verpleegkundige informatie over de gang van zaken op de opnamedag, de operatiedag en het verblijf op de afdeling. Ook bespreekt zij met u of de opvang na ontslag is geregeld.

Om trombose (bloedstolling) te voorkomen krijgt u tijdens uw opname elke avond een injectie fraxiparine®.

Eten en drinken

  • Op de dag vóór de operatie mag u gewoon eten en drinken. Het is belangrijk dat u deze dag minstens anderhalve liter drinkt, uiteraard geen alcoholische dranken. 
  • Op de operatiedag mag u tot maximaal zes uur vóór de operatie nog eten en drinken. 
  • Tot maximaal twee uur vóór de operatie mag u nog heldere vloeibare dranken gebruiken (ranja, thee, water, appelsap), tenzij de anesthesioloog anders met u heeft afgesproken. 
  • Vroeg in de ochtend van de operatie krijgt u enkele glazen drinkvoeding. Dit energieverrijkende drankje heet Fantomalt® en bevat vooral voedende suikers. Als uw operatie ’s middags is gepland, krijgt u ’s morgens nog een licht ontbijt en later in de ochtend Fantomalt®. Bent u diabetespatiënt, dan is Fantomalt® niet geschikt voor u.

Naar de operatiekamer

De verpleegkundigen van uw afdeling brengen u in uw bed naar de operatieafdeling. Daar ziet u de chirurg, anesthesioloog en anesthesiemedewerker.

U krijgt een infuusnaald in de arm. Via deze naald wordt de narcose toegediend. Voordat de anesthesioloog de narcose toedient, brengt hij tussen uw ruggenwervels een slangetje in: de zogenoemde epiduraal katheter. Via deze katheter kan hij tijdens de operatie de pijn optimaal bestrijden.

Tijdens de operatie wordt ook een slangetje in de blaas (urinekatheter) ingebracht, omdat de blaas door de epiduraal katheter minder goed kan functioneren.

Operatie

Tijdens de operatie zal de chirurg een verbinding maken tussen de maag en de dunne darm om zo de passage van voedsel weer mogelijk te maken en te waarborgen. De operatie duurt ongeveer anderhalf tot twee uur.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer en vandaar weer naar de verpleegafdeling. De verpleegkundigen controleren onder andere hoe u zich voelt, uw bloeddruk, de wond, de pijnscore en of u goed kunt ophoesten/ doorademen. Zij doen dit regelmatig, indien nodig ook gedurende de nacht.

De verpleegkundige belt de eerste contactpersoon als u terug bent op de verpleegafdeling. De afdelingsarts brengt u na afloop van de ingreep op de hoogte van het verloop van de operatie. Meestal gebeurt dat op de dag na de operatie.

Pijnbestrijding

Na de operatie krijgt u, naast de epidurale pijnbestrijding, ook vier keer per dag twee tabletten paracetamol. Het is belangrijk deze pijnstillers in te nemen, ook als u geen pijn heeft, zodat u een zogenoemde spiegel van de paracetamol in uw bloed opgebouwd heeft als de epidurale katheter verwijderd wordt.

Om een goede indruk te krijgen van de kwaliteit van de pijnbestrijding wordt u gevraagd bij te houden hoeveel pijn u ervaart met een zogenaamde pijnscore.

Sondes, katheters en drains

  • Naast de epidurale katheter voor de pijnbestrijding heeft u een infuus in uw arm voor vochttoediening. 
  • Tijdens de operatie is ook een slangetje in de blaas (urinekatheter) ingebracht. 
  • Verder zit er een plastic slangetje in uw neus dat via de slokdarm in de maag ligt en ervoor zorgt dat het overtollige maagsap kan worden afgezogen (maagsonde). Hierdoor loopt u minder kans om misselijk te worden. De maagsonde kan irritatie in de keel veroorzaken en wordt meestal snel na de operatie weer verwijderd. 
  • Ook krijgt u zuurstof toegediend via een slangetje in uw neus. 
  • In de buurt van de buikwond kan de chirurg een plastic slangetje (drain) achtergelaten hebben om overtollig bloed en wondvocht te laten afvoeren. Deze slangetjes worden verwijderd zodra dat mogelijk is.

Voeding

Na de operatie mag u, in opdracht van de arts, langzaam aan weer beginnen met drinken en gaat u via vloeibare voeding over op normale, vaste voeding. 

  • Om uw vochthuishouding weer op peil te brengen is het belangrijk dat u snel weer drinkt. 
  • De anesthesioloog schrijft middelen voor om misselijkheid en braken tegen te gaan. Toch kan misselijkheid niet altijd voorkomen worden. Vooral de grootte van de operatie en de reactie van uw lichaam op de operatie bepalen of u misselijk wordt. 
  • Als u niet misselijk bent, probeer dan minstens een halve liter te drinken na de operatie.
    De diëtiste zal u indien nodig gedurende de opname begeleiden op het gebied van voeding.

Beweging

Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Bovendien kunt u beter ademhalen als u rechtop zit en dat verkleint bijvoorbeeld weer de kans op luchtweginfecties.

Na de operatie is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer in beweging komt. De avond van de operatiedag komt u onder begeleiding van de verpleegkundige voor het eerst uit bed of mag u even op de bedrand zitten indien u hiertoe in staat bent. Lukt dit niet dezelfde avond, dan helpt de verpleegkundige u de dag erna uit bed. Verder krijgt u adviezen over het uitbreiden van uw activiteiten.

Begeleiding

Een maagoperatie is ingrijpend. Het is medisch gezien een grote operatie, die lichamelijk een geruime tijd van herstel zal vergen. Daarnaast kunnen allerlei gevoelens, zoals onzekerheid en angst, een grote rol spelen bij u en uw naasten.

Aarzel niet om een beroep te doen op de verpleegkundigen wanneer u steun nodig hebt. De regieverpleegkundige oncologie zal u op de afdeling Chirurgie bezoeken na de operatie.

Complicaties

Na iedere operatie kunnen er complicaties optreden. Zo is er ook bij een operatie aan de maag een kans op complicaties aanwezig zoals trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfecties.

Weer naar huis

De opname duurt gemiddeld vijf tot zeven dagen. U mag naar huis wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: 

  • als u voelt dat u in staat bent om naar huis te gaan; 
  • als u voldoende voeding binnen krijgt; 
  • als u geen of weinig pijn meer heeft.

Uiteraard wordt de definitieve beslissing of u naar huis mag, in overleg met u, genomen door de zaalarts op de afdeling.

Zoals eerder opgemerkt, is een maagoperatie medisch gezien een grote operatie, die lichamelijk een geruime tijd van herstel zal vergen. Mocht u thuis extra zorg nodig hebben, dan wordt dit via de verpleegafdeling geregeld met medewerkers van het Steunpunt zorg.

Nazorg

  • De eerste weken thuis kan de operatiewond nog gevoelig zijn of wat zwellen. Bij de eerste controle op de polikliniek zal het herstel van de wond worden gecontroleerd. 
  • Uw pijnklachten zullen nog niet weg zijn als u thuis bent. U zult merken dat, wanneer u zich wat meer gaat inspannen, u mogelijk wat meer pijnklachten krijgt. U kunt hiervoor drie tot vier maal per dag één of twee tabletten paracetamol gebruiken. 
  • U mag gewoon douchen met de wond. 
  • Neem bij klachten gerust contact op met de polikliniek Chirurgie. Zie contact.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de afdeling waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Maag-, darm- en leveroncologie
088 624 2 7  87 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6188 / P