Behalve de grootte, uitbreiding en de plaats van de tumor spelen ook nog andere, persoonlijke factoren mee. Uw lichamelijke conditie bijvoorbeeld. En welke behandelingen u zelf wilt ondergaan. Uw arts zal dan ook altijd de mogelijkheden en verschillende behandelingen met u bespreken. De mogelijke behandelingen bij maagkanker zijn:
- operatie (chirurgie);
- chemotherapie (behandeling met celdelingremmende medicijnen);
- radiotherapie (bestraling);
- plaatsen van een voedingsbuisje (endoprothese of stent).
Vaak is een combinatie van deze behandelmethoden nodig.
Operatie
Isala en Gelre ziekenhuizen werken samen aan oncologische topzorg
Dit betekent dat alle slokdarm- en maagoperaties plaatsvinden in Gelre Oncologisch centrum in Apeldoorn en de alvleesklier-, galweg- en leveroperaties in Isala Oncologisch centrum in Zwolle. Door deze samenwerking concentreren wij specifieke operaties in een beperkt aantal ziekenhuizen. Chirurgen en andere betrokken zorgverleners die regelmatig dit soort tumoren verwijderen, zijn meer vertrouwd met de ingreep en beschikken daardoor over meer ervaring en specialistische kennis.
U kan terecht in uw eigen ziekenhuis voor onderzoeken, diagnose en de voor- en nabehandelingen. De zorg wordt tussen de ziekenhuizen afgestemd en vastgelegd in gezamenlijke zorgtrajecten. Ook de multidisciplinaire patiëntenbesprekingen (MDO) vinden gezamenlijk tussen de ziekenhuizen plaats via videoconferencing. Zo krijgt u de best mogelijke zorg.
Let opWordt u geopereerd en vindt uw operatie in Gelre ziekenhuizen plaats? In de folder ‘
Operatie bij maagkanker’ van Gelre leest u hoe u zich voorbereidt, hoe de operatie verloopt en welke nazorg nodig is.
Doel van de operatie
Bij maagkanker is een operatie de meest voorkomende behandeling. Bij een operatie wordt de tumor verwijderd met een deel van het daaromheen liggende gezonde maagweefsel. Zo mogelijk worden ook de lymfeklieren in het gebied van de maag weggehaald. Dit gebeurt om uitzaaiingen via de lymfeklieren zo veel mogelijk te voorkomen.
Wanneer de tumor te groot is of als er al uitzaaiingen zijn, dan is een operatie niet altijd mogelijk. Soms kan via chemotherapie de tumor verkleind worden, waarna de operatie alsnog kan worden uitgevoerd.
Afhankelijk van de soort operatie die u onderging, ontstaan na de ingreep soms problemen met eten. In hoofdstuk 5 'Voedingsadviezen' beschrijven we de meest voorkomende voedingsproblemen en hoe u hiermee het beste kunt omgaan.
Curatief of palliatief
Vóór de operatie is niet altijd met zekerheid bekend of de ingreep curatief zal zijn. Het komt voor dat de chirurg tijdens de operatie vaststelt dat de tumor niet (geheel) te verwijderen is of dat er uitzaaiingen zijn en dat hij besluit niet verder te opereren. Op dat moment kan ook worden besloten tot een palliatieve operatie, die meestal minder uitgebreid is en erop gericht is om de klachten te verminderen of om klachten te voorkomen.
Er bestaan verschillende operatietechnieken. Afhankelijk van de plaats en de grootte van de tumor zijn de volgende operaties mogelijk:
Distale maagresectie
Bij een distale maagresectie wordt het onderste deel van de maag of maaguitgang (het distale deel) verwijderd. Daarnaast wordt ook het eerste deel van de twaalfvingerige darm verwijderd (resectie is een medische term voor verwijdering). De twaalfvingerige darm is het eerste deel van de dunne darm dat direct na de maag begint. De chirurg maakt een nieuwe verbinding tussen het overgebleven deel van de maag en de dunne darm.
Totale maagresectie
Bij een totale maagresectie worden de gehele maag en een deel van de twaalfvingerige darm verwijderd (resectie is een medische term voor verwijdering). Er wordt een nieuwe verbinding tussen de slokdarm en een verder gelegen stuk dunne darm gemaakt, meestal volgens het Roux-Yprincipe.
Omdat de hele maag is weggenomen, vormen slokdarm en dunne darm na de operatie een doorlopende buis.
Gastro-enterostomie
Wanneer de tumor de maaguitgang blokkeert, kan de chirurg een rechtstreekse verbinding maken tussen het middelste deel van de maag en een bepaald stuk van de dunne darm. Deze verbinding wordt een ‘overloopje’ genoemd. Andere benamingen zijn bypassoperatie of gastro-enterostomie. De verbinding zorgt ervoor dat het voedsel via een omweg de darmen kan bereiken. De gastro-enterostomie is een palliatieve operatie.
Wigexcisie
Dit is een operatie waarbij de tumor met omringend gezond weefsel wordt uitgesneden in een wigvorm (excisie betekent uitsnijding). Het is mogelijk zonder maag of met slechts een deel van de maag te leven.
Chemotherapie
Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Cytostatica zijn medicijnen die kankercellen doden of de groei ervan remmen. Steeds vaker wordt voorafgaand aan de operatie chemotherapie gegeven. Dit wordt een neo-adjuvante behandeling genoemd. Deze chemotherapie heeft als doel om de tumor eventueel te verkleinen en om mogelijke uitzaaiingen in de buurt van de tumor te vernietigen.
Een operatie wordt vaak gevolgd door een aanvullende (adjuvante) behandeling. Of een gecombineerde behandeling mogelijk is, hangt onder andere af van het stadium van de ziekte, uw leeftijd en uw algemene conditie. In een aantal gevallen wordt daarom alleen een operatie verricht. Uw behandelend arts zal met u bespreken wat in uw situatie de beste behandeling is.
Als de chirurg de tumor niet of niet volledig heeft kunnen weghalen, zal uw behandelend arts de mogelijkheden van een palliatieve behandeling met u bespreken.
Radiotherapie
Radiotherapie (bestraling) is een plaatselijke behandeling met als doel kankercellen te vernietigen, terwijl de gezonde cellen zo veel mogelijk gespaard blijven. Radiotherapie als enige vorm van therapie wordt bij maagkanker weinig gebruikt omdat is gebleken dat het nauwelijks effect op de ziekte heeft. Soms wordt radiotherapie toegepast omdat een operatie niet mogelijk is en de patiënt klachten van de tumor heeft, bijvoorbeeld bloedverlies uit de maag of restmaag. Ook kunnen uitzaaiingen die klachten geven soms worden bestraald. De bestraling heeft tot doel de klachten te verminderen. Het gaat dan om een palliatieve behandeling.
Voedingsbuisje (stent)
Als de tumor bij de maagingang of maaguitgang zit en een operatie niet mogelijk is, kan de arts een stent plaatsen. Dit is een palliatieve behandeling. Een stent (of voedingsbuisje) wordt tijdens een gastroscopie ingeklapt in de maag gebracht. Ter hoogte van de tumor wordt de stent uitgeklapt. De doorgang voor voedsel van de slokdarm naar de maag of van de maag naar de dunne darm wordt op die manier hersteld.
Afbeelding 1: plaatsen van voedingsbuisje
Na het plaatsen van een stent kan het maagzuur makkelijker terugvloeien naar de slokdarm. U kunt hierdoor last krijgen van ‘zuurbranden’ en oprispingen. In verband met deze problemen én om te zorgen dat het buisje niet door voedsel verstopt raakt, is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Wanneer u klachten blijft houden of wanneer er opnieuw klachten ontstaan, is overleg met uw arts noodzakelijk.
Twijfelt u over (verdere) behandeling?
Het kan gebeuren dat bij u of bij uw arts de indruk bestaat, dat de belasting of de mogelijke bijwerkingen of gevolgen van een behandeling niet (meer) opwegen tegen de te verwachten resultaten. Als u twijfelt aan de zin van (verdere) behandeling, bespreek dit dan in alle openheid met uw specialist of huisarts. Iedereen heeft het recht om af te zien van (verdere) behandeling. Uw arts zal u de noodzakelijke medische zorg en begeleiding blijven geven om de hinderlijke gevolgen van uw ziekte zo veel mogelijk te bestrijden.