Contact
  1. 6667-Maagkanker (PID): H5 Voedingsadviezen

Patiënten Informatie Dossier

U krijgt voedingsadviezen na een gehele of gedeeltelijke maagresectie. Deze operatie heeft een aantal gevolgen waardoor eten niet (meer) vanzelfsprekend, leuk en lekker is. We maken onderscheid tussen:

  • voedingsadviezen na een gehele of gedeeltelijke maagresectie;
  • voedingsadviezen bij een stent (endoprothese) in de slokdarm of maag.

Na een gehele of gedeeltelijke maagresectie

Bij deze operatie is uw maag geheel of gedeeltelijk verwijderd. Dit heeft gevolgen voor de spijsvertering en kan voedingsproblemen geven. De voedingsproblemen verschillen van persoon tot persoon. Het spijsverteringskanaal past zich na verloop van tijd aan de nieuwe situatie aan. Hierdoor kunnen veel klachten na verloop van tijd verminderen of zelfs verdwijnen. Het is daarom de moeite waard om producten die vlak na de operatie last geven, na een paar weken opnieuw te proberen. Sommige patiënten zijn in staat om hun eetgewoonten aan te passen en weten zelf op de duur het beste wat goed en minder goed gaat; andere blijven voedingsproblemen houden.

Hieronder beschrijven we de meest voorkomende voedingsproblemen en hoe u hiermee het beste kunt omgaan. Het kan zijn dat de adviezen terugkomen bij verschillende voedingsproblemen. Ook kan het voorkomen dat de adviezen elkaar tegenspreken. Ga dan voor uzelf na van welk probleem u de meeste hinder ondervindt en houd u aan de betreffende adviezen.

Kleinere maag

Door de operatie is de reservoirfunctie (opslagfunctie) van de maag verminderd of helemaal weggevallen. Hierdoor zit u sneller vol en kunt u minder grote porties eten dan u was gewend. Vaak herstelt dit zich (enigszins) in de loop der tijd. Eet u te veel, dan kunt u last hebben van pijn, misselijkheid, braken en vol gevoel.

Advies

  • Eet overdag en ’s avonds elke twee uur iets en verdeel de voeding over minstens zes kleine maaltijden. 
  • Gebruik liever zo weinig mogelijk soep, bouillon, koffie of thee. Deze geven snel een vol gevoel maar leveren geen of nauwelijks calorieën.

Dumpingklachten

Met dumpingklachten wordt een combinatie van klachten bedoeld die kunnen optreden na een snelle maagontlediging. Deze snelle maagontlediging wordt veroorzaakt doordat de maagportier (pylorus) ontbreekt. Het voedsel wordt niet meer mooi gedoseerd en gelijkmatig aan de darmen afgegeven. Dit kan een vol gevoel, misselijkheid, braken, hartkloppingen, transpireren, benauwd gevoel en diarree veroorzaken.

De dumpingklachten zijn in twee vormen te onderscheiden, namelijk de vroege en late dumping. De vroege dumping ontstaat ongeveer vijftien tot dertig minuten na de maaltijd. Late dumping ontstaat ongeveer anderhalf tot twee uur na de maaltijd en wordt veroorzaakt door een snelle stijging en vervolgens daling van uw bloedsuikerspiegel. Vaak worden de dumpingverschijnselen na verloop van tijd minder.

Advies

  • Verhoog de hoeveelheid vet in de voeding enigszins. 
  • Gebruik vaak en kleine maaltijden. Eet rustig en kauw goed. 
  • Vermijd te hete en ijskoude gerechten en dranken. 
  • Gebruik een voeding met voldoende voedingsvezel. Een vezelrijke voeding blijft langer in het restant van de maag en heeft een gunstig effect op de darmwerking. Rijk aan vezels zijn bijvoorbeeld bruin- en volkorenbrood, groente en fruit. 
  • Gebruik niet te veel vocht tijdens de maaltijd. Neem het drinken eventueel een half uur voor of na de maaltijd. 
  • Ga eventueel na de warme maaltijd even rusten. 
  • Wees voorzichtig met voedingsmiddelen die dumpingklachten kunnen veroorzaken.

Voedingsmiddelen die dumpingklachten kunnen veroorzaken zijn: 

  • suiker (alle soorten) en honing
  • limonade, vruchtensap, vruchten uit blik of glas
  • melk, pap, vla en met melk bereide puddingen; zure melkproducten geven meestal minder klachten (karnemelk, kwark, hangop en yoghurt zonder suiker)
  • alcohol en koolzuurhoudende dranken.

Het gebruik van bovengenoemde voedingsmiddelen hoeft u alleen te beperken als u regelmatig dumpingklachten heeft.

Oprispingen (refluxklachten)

Na de operatie kan het zijn dat de sluitspier op de overgang slokdarm/ maag minder goed werkt. Hierdoor kan voedsel met verteringssappen de verkeerde kant op gaan en in het eerste deel van de slokdarm terechtkomen. De klachten kunnen zijn een brandende pijn achter het borstbeen, vol gevoel, misselijkheid en braken.

Advies

  • Zorg dat u tijdens en vlak na het eten rechtop zit, zodat het voedsel beter kan zakken. 
  • Gebruik vaak kleine maaltijden. 
  • Vermijd vetrijke maaltijden 
  • Gebruik binnen twee uur voor het slapen gaan geen maaltijden meer, zodat het eten volledig is gezakt. Gebruik een extra kussen in de rug of zet uw hoofdsteun eventueel omhoog. 
  • Vermijd het gebruik van koolzuurhoudende dranken, alcohol, koffie, chocolade, pepermunt, sinaasappel-, appel- en druivensap.

Vezelbol (bezoar)

Vezels, zaden of schillen blijven soms achter in de restmaag of dunne darm en kunnen een vezelbol vormen die klachten van een vol gevoel, pijn in de maagstreek en misselijkheid met braken kunnen geven.

Advies

  • Goed kauwen. 
  • Voorzichtig zijn met mandarijnen, sinaasappels of grapefruits. Het vruchtvlees wordt minder goed verteerd en kan problemen in de darmen veroorzaken. Snijd het fruit eventueel in kleine stukjes of neem geperst fruit.
  • Voorzichtig zijn met vezelige groenten zoals bleekselderij, rabarber, peultjes of asperges. Alleen gebruiken als ze klein gesneden zijn.

Passagestoornis

Bij een gedeeltelijke maagresectie waarbij de maagportier (pylorus) in tact blijft, kunnen passagestoornissen ontstaan. De afstemming tussen maag en darm is gestoord waardoor de pylorus niet goed werkt. Bij ernstige passageklachten kunt u met uw arts overleggen over eventuele medicatie.

Advies

  • Gebruik vaak kleine maaltijden.

(Vet)Diarree

Na de operatie passeert de voeding sneller het spijsverteringkanaal. Bovendien verloopt door de operatie de uitscheiding van spijsverteringssappen zoals gal onregelmatig. Het gevolg is dat het eten minder goed met de spijsverteringssappen wordt gemengd en daardoor slechter verteert. Door die slechte vertering kan diarree ontstaan. Bij ernstige diarree kunt u met uw arts overleggen over eventuele medicatie.

Advies

  • Drink voldoende, minstens twee liter vocht per dag.
  • Door de voeding in kleine porties over de dag te verdelen wordt de spijsvertering minder belast en daardoor verloopt deze beter. 
  • Voedingsvezels uit brood, groente en fruit houden het vocht beter vast waardoor de ontlasting dikker wordt. 
  • Het is niet goed om vetarm te gaan eten. De diarree wordt hierdoor niet minder terwijl het gewichtsverlies groter wordt.

Gewichtsverlies

Gewichtsverlies komt regelmatig voor na een (gedeeltelijke) maagresectie. Houd uw gewicht in de gaten door bijvoorbeeld één keer per week op de weegschaal te gaan staan. Bij gewichtsafname kunt u samen met de diëtist bekijken hoe uw voeding aangepast kan worden.

Advies

  • U kunt gebruik maken van energierijke (dieet)producten. Hiervoor kunt u geadviseerd worden door uw diëtist.

Tot slot

Tot slot nog enkele algemene voedingsadviezen: 

  • Eet gevarieerd. 
  • Eet rustig, op uw gemak en kauw goed. Blijf na het eten nog even natafelen, zodat de spijsvertering in alle rust kan plaatsvinden. 
  • Gebruik een vezelrijke voeding onder andere in de vorm van bruin- of volkorenbrood, groenten en fruit. 
  • U mag in principe alles eten. Zijn er toch voedingsmiddelen waarvan u merkt dat u ze niet goed verdraagt, laat deze dan even achterwege en probeer ze na een paar weken opnieuw.

Heeft u nog vragen over de voeding, dan kunt u contact opnemen met uw diëtist.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6667 / P