MRI-geleid vacuümbiopt van de borst MRI-geleid vacuümbiopt van de borst

Wat is een MRI?

Met een MRI maken we doorsnede-opnames, bijvoorbeeld van een orgaan of weefsel. De afkorting MRI staat voor Magnetische Resonantie Imaging. Voor het maken van de opnames worden dan ook een magneetveld en radiogolven gebruikt. Een computer vormt uit deze signalen een beeld van het lichaam. Er worden dus geen röntgenstralen gebruikt. Het onderzoek is veilig en pijnloos.

Vooraf

• Wanneer u zwanger bent of denkt dit te zijn laat ons dat dan tijdig weten. Om alle risico's te vermijden is het beter om tijdens de eerste 13 weken van de zwangerschap geen MRI-onderzoek te laten uitvoeren. 
• Wanneer het (bloed)prikken bij u moeilijk gaat, laat ons dit van te voren weten.
• Laat metalen en magnetiserende voorwerpen zoveel mogelijk thuis.

Heeft u medische implantaten?

De magnetische straling kan een geïmplanteerd medisch apparaat ontregelen. Metalen voorwerpen of metaalsplinters in het lichaam kunnen zich verplaatsen en zo schade aanrichten.
Het gaat bijvoorbeeld om:

• een pacemaker;
• een (niet afkoppelbare) insulinepomp;
• gehoorbeenimplantaten;
• een kunstgewricht (binnen 6 weken na de operatie);
• een glucosemeter (bijvoorbeeld een Freestyle Libre);
• een neurostimulator;
• vaatclips in het hoofd.

In sommige gevallen is een MRI-onderzoek toch mogelijk. Uw behandelend arts overlegt hierover met de radioloog.
Als u twijfelt of u in de MRI mag, neem dan contact met ons op.

De dag van het onderzoek

Meld u een kwartier voor de afgesproken tijd in het ziekenhuis. In de folder ‘Aanmelden bij de digitale aanmeldzuil’ leest u, hoe u zich meldt voor uw afspraak.

Wat neemt u mee:

• uw identiteitsbewijs;
• makkelijk zittende kleding, bijvoorbeeld een joggingbroek of een pyjama. Deze kleding kunt u dragen tijdens het onderzoek. Het is belangrijk dat er geen metaal zoals knopen, ritsen en opdruk in de kleding zit.

Voor het onderzoek

Omdat de MRI een grote magneet is, mogen er geen magnetiserende voorwerpen mee de MRI-ruimte in. Ze zouden ongelukken kunnen veroorzaken. Laat metalen voorwerpen daarom zoveel mogelijk thuis. Voorbeelden van metalen of magnetiserende voorwerpen zijn:

• muntgeld, creditcards;
• sieraden/piercings;
• sleutels;
• horloge;
• haarspelden;
• gekleurde contactlenzen;
• mascara (bevat vaak metaaldeeltjes);
• beugels van bh's;
• gezichtscrème/bodylotion met glittertjes.

Uw kunstgebit, hoorapparaat of bril kunt u in een afsluitbare kleedkamer achterlaten.
Door de MRI kunnen mobiele telefoons, creditcards, bankpassen en andere pasjes met magneetcodering kapotgaan. Laat ze daarom achter in de kleedkamer. Of laat ze thuis, als u ze niet per se nodig heeft.

Contrastvloeistof

Voor dit MRI-onderzoek krijgt u een contrastvloeistof toegediend. U krijgt hiervoor een infuus geprikt in de arm, welke tot een kwartier na toediening van het contrastmiddel in uw arm blijft zitten. Van het inspuiten van de contrastvloeistof voelt u niets. 

Het onderzoek

U gaat op uw buik op de onderzoekstafel liggen met uw handen boven uw hoofd. Voor het onderzoek is het nodig, dat uw bovenlichaam ontbloot is. Het is belangrijk dat u zo gaat liggen dat u lekker ligt, want u moet tijdens het onderzoek heel stil liggen. De borst waaruit het biopt gehaald wordt, wordt samengedrukt net als bij de mammografie. Dit blijft gedurende het hele onderzoek zo. Als u goed ligt, schuift de laborant de tafel in de tunnel van de MRI. Deze tunnel is aan het hoofd- en voeteneinde open.
Als u niet in een kleine ruimte durft, kan dit soms moeilijk zijn. Bespreek dit met uw behandelend arts. Hij kan u een rustgevend middel geven.

Tijdens het onderzoek kan de laborant via een intercom met u praten. De laborant kan u ook zien tijdens het onderzoek. Tijdens het maken van de beelden hoort u een zeer sterk kloppend geluid. Om minder last van dit geluid te hebben en uw gehoor te beschermen, krijgt u een koptelefoon op en/of oordopjes in. U kunt door deze koptelefoon ook naar muziek luisteren. Wanneer u dat prettig vindt, kunt u een eigen cd meenemen. Die kan de laborant laten horen tijdens het onderzoek.

Er wordt een aantal scans achter elkaar gemaakt. U krijgt hierbij via het infuus een deel van de contrastvloeistof in de bloedbaan toegediend. Op de scans wordt het plekje opgezocht waarin geprikt gaat worden. Als de plek gevonden is, schuift u uit de MRI-tunnel. De borst wordt gedesinfecteerd met alcohol. De radioloog geeft u een verdovingsprik en brengt vervolgens de naald voor het biopt op de juiste plek in. Dit wordt gecontroleerd met behulp van een scan waarvoor u de MRI-tunnel weer inschuift. Voor deze scan krijgt u weer contrastvloeistof. Als de controle-scan goed is, wordt u weer uit de tunnel geschoven en worden er vervolgens meerdere biopten genomen. Dit maakt een zoemend en brommend geluid. Dit mag u voelen, maar mag geen pijn doen. Er kan altijd extra verdoving worden toegediend.

Als laatste wordt een marker in de borst geplaatst. Deze is op normale röntgenfoto’s terug te zien. Dit markeert de plek waar het biopt is genomen.

Na het onderzoek wordt de druk van de borst gehaald en wordt het infuus verwijderd. De laborant drukt uw borst nog even aan om nabloeden te voorkomen.

Er worden meerdere opnamen gemaakt gedurende het onderzoek. De totale duur van het onderzoek bedraagt ongeveer 75 minuten.

Na het onderzoek

Mocht u op dat moment nog ongemakken ondervinden van het onderzoek, kunt u dit aangeven bij de laborant. Als het nodig is, kan er dan nog even overlegd worden met de radioloog.

Na het onderzoek wordt er nog een mammografie gemaakt om de positie van het marker in de borst goed vast te leggen. 

De eerste paar dagen na de biopsie moet u uw borst ontzien. Dit betekent dat:

• U de rest van de dag rust moet nemen. De volgende dag kunt u afhankelijk van uw klachten weer wat doen.
• U s ’avonds kort mag douchen. De pleister gaat vanzelf in de loop van de dagen eraf. U mag de eerste 2 dagen niet in bad of zwemmen.
• U kunt enkele dagen een zeurend gevoel in uw borst hebben.
• U kunt wel aan het werk na de biopsie. Het is verstandig om overmatige inspanning te vermijden omdat de wond hierdoor kan gaan bloeden. Probeer de arm aan de onderzochte kant wat te ontzien. En doe rustig aan met sporten. De borst kan na de punctie blauwe plekken vertonen en plaatselijk opzwellen.

Verder houdt u rekening met het volgende:

• Trek na het onderzoek een stevige bh aan. Eventueel kunt u deze ook ’s nachts aanhouden.
• Als de wond pijnklachten geeft, kunt u een pijnstiller nemen, bijvoorbeeld paracetamol. Gebruik geen aspirine, ibuprofen of gelijksoortige pijnstillers. Deze groep pijnstillers verdunt uw bloed en kan daardoor overmatige bloedingen veroorzaken.
• De borst kan na de punctie blauwe plekken vertonen en wat opzwellen. Wanneer er in de loop van de dag of avond een grote zwelling ontstaat, moet u contact opnemen met de Spoedeisende hulp. U belt dan naar telefoonnummer 088 624 5000.
• Als de wond bloedt, oefent u dan eerst tien tot vijftien minuten druk uit op de wond. Blijft de wond bloeden, neem dan contact op met de Spoedeisende hulp.
• Voelt de borst na twee tot drie dagen rood en warm aan op de plek waar de borst is aangeprikt en krijgt u koorts, dan moet u contact opnemen met de poli Chirurgie (overdag) of met de Spoedeisende hulp (in de avond/ nacht of weekend). 

De uitslag

De (huis)arts die het MRI-onderzoek voor u heeft aangevraagd, krijgt de uitslag toegestuurd. Deze arts bespreekt de uitslag van het onderzoek met u. 

Goed om te weten

Een onderzoek en/of behandeling kost geld. Deze kosten worden misschien niet, of alleen voor een deel, door uw zorgverzekeraar vergoed. En vallen onder uw 'eigen risico'. Wat wel en wat niet vergoed wordt, kan per verzekering verschillen. Heeft u hier vragen over? Neem dan contact op met uw zorgverzekeraar.

Op de afdeling Radiologie werken ook stagiair(e)s. Heeft u er bezwaar tegen dat een stagiair(e) bij uw onderzoek is? Vertel dit dan aan de laborant die u ophaalt uit de wachtkamer.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Radiologie
088 624 28 82 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur).