Permanente ascitesdrain Permanente ascitesdrain

Wat is een permanente drain?

Een permanente drain is ongeveer 40 cm lang. Het wordt ook wel Rocketdrain genoemd.
Aan het eind van de katheter zit een manchet. Deze manchet is een iets dikker gedeelte van de drain, gemaakt van zacht materiaal. Het deel van de drain met de manchet plaatsen wij bij u onder de huid. De manchet groeit vast in het weefsel zodat de drain er niet uitglijdt.
Door de drain onder de huid te plaatsen, heeft u minder kans op ontstekingen. Aan het uiteinde van de drain zitten kleine gaatjes, hierdoor stroomt het vocht vanuit de buikholte gemakkelijk naar buiten. Aan het uiteinde van de drain aan de buitenkant kan een opvangzak worden aangesloten zodat het ascites vocht daarin kan lopen. De drain kan langdurig blijven zitten.

Het plaatsen van de drain

Op de afgesproken tijd meldt u zich op de verpleegafdeling. Vanuit daar gaat u naar de afdeling Radiologie waar u de permanente drain krijgt.
Wij verdoven de plek waar de drain komt. Daarna maakt de radioloog een klein sneetje in uw buikwand.
Met hulp van een echo brengt de radioloog daarna de drain met een holle naald naar binnen. Hierna kan het ascitesvocht aflopen. De manchet heeft enige tijd nodig om in de buikwand vast te groeien. Daarom maken wij eerst het uiteinde van de drain vast met een hechting. De drain is afgedekt met een fixatiepleister en daarover heen een transparante folie. Het plaatsen van de drain duurt ongeveer 30 minuten.

Na het plaatsen van de drain

Na het plaatsen van de drain brengen wij u terug naar de verpleegafdeling waar u bent opgenomen. Hier meten wij uw bloeddruk, hartfrequentie en temperatuur.
Door het aflopen van de grote hoeveelheid vocht kan uw bloeddruk namelijk dalen. Misschien voelt u zich hierdoor duizelig.
Als de controles goed zijn, mag u weer naar huis.

Samen met de thuiszorg of uw huisarts bespreekt u hoeveel ascitesvocht in één keer mag aflopen.

Mogelijke complicaties of bijwerkingen

Tijdens de ingreep kunnen er complicaties ontstaan:

• Infectie van de insteekopening;
• Pijn;
• Nalekken;
• Verstopping van de drain

Gebruik van de ascitesdrain

Na het plaatsen van de drain raden wij u aan om de totale hoeveelheid ascites niet in één keer af te laten lopen. Zet het kraantje om de 2 liter ongeveer een uur dicht. Het draineren van de totale hoeveelheid ascites kan namelijk buikpijn of een daling van de bloeddruk veroorzaken.

De hoeveelheid vocht die vervolgens door middel van de permanente drain afloopt, is per patiënt anders. Dit kan variëren van 2 x per week tot continue drainage. Hoeveel en hoe vaak er vocht afloopt bepalen wij aan de hand van uw behoefte en uw klachten.

Vanwege de hygiëne raden wij u aan om niet vaker dan 2 maal per dag de afloopzak aan- en af te koppelen. Is dit niet voldoende? Dan kunt u over gaan op continue drainage.

Bij intermitterende drainage spuit u de drain dagelijks door met een zoutoplossing. Bij continue drainage doet u dit alleen als de drain verstopt lijkt te zijn. Lukt het niet om de drain weer vrij te maken? Neemt u dan contact op met uw regieverpleegkundige.

Verzorging van de drain

De thuiszorg regelt de verzorging van de drain.
1x per week verschoont de verpleegkundige van uw thuiszorgorganisatie de fixatiepleister en de transparante folie.
De verpleegkundige maakt dan de insteekopening schoon en controleert of de drain nog goed loopt. Hij of zij kijkt ook of er geen tekeningen van infectie zijn.
Krijgt u al thuiszorg? Dan kan de verpleegkundige van de thuiszorg de dagelijkse inspectie doen. Krijgt u dit niet? Dan kunt u ook zelf de insteekopening controleren op infecties en bij vragen en/of onduidelijkheden de thuiszorg benaderen.

Verwijderen van de drain

Wanneer de drain niet meer doorgankelijk is, geïnfecteerd is of om een andere reden niet meer nodig is, kan hij verwijderd worden. Dit is een medische handeling die alleen een arts mag doen.

Leefregels

U kunt met de ascitesdrain gewoon douchen. De folie beschermt de insteekopening van de drain tegen water indien deze goed is bevestigd en niet los laat.

Contact

Thuiszorg eerste aanspreekpunt

Heeft u problemen met uw drain of heeft u vragen? Neem dan altijd eerst contact op met uw thuiszorgorganisatie. Na ontslag is uw huisarts uw hoofdbehandelaar. De thuiszorg kan bij problemen contact opnemen met uw huisarts. Als het nodig is, dan neemt de huisarts contact op met het ziekenhuis.
Heeft u verbandmateriaal nodig? Dan kunt u of de verpleegkundige van de thuiszorg dit zelf bestellen bij de leverancier.

Wanneer neemt u contact op het met ziekenhuis?

Neem contact op met het ziekenhuis bij:

• buikpijn en als paracetamol niet helpt;
• koorts boven de 38,5 graden;
• bij roodheid, zwelling en/of warmte van de insteekopening;
• verstopping van de drain (de vloeistof loopt dan niet in de opvangzak).

Zwolle

Regieverpleegkundige gynaecologie
088 624 27 84 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)