Fysiotherapie na een beenamputatie Fysiotherapie na een beenamputatie
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8642-Fysiotherapie na een beenamputatie
Na een beenamputatie is het belangrijk dat u zo snel mogelijk begint met oefentherapie. Dat kan al tijdens uw opname in het ziekenhuis. Ook wanneer u nog in bed moet blijven of in een rolstoel zit. In deze folder vindt u alleen de oefeningen die u kunt doen zonder prothese.
De fysiotherapeut bespreekt met u welke oefeningen u moet doen. Deze kruist de fysiotherapeut voor u aan.
Waarom zijn oefeningen tijdens uw opname in het ziekenhuis nodig?
U krijgt oefeningen voor uw beide benen, uw bovenlichaam en uw armen. Het doel van de oefeningen is:
- Het verbeteren van uw spierkracht.
- Het verbeteren van uw lenigheid.
- Het verbeteren van uw coördinatie.
- Het verminderen van de zwelling.
Verder verkleint u door te oefenen ook de kans op een trombose.
Ook leert u door te oefenen hoe u zichzelf zo gemakkelijk en veilig mogelijk kunt verplaatsen. Bijvoorbeeld van bed naar de (rol-)stoel of van de rolstoel naar het toilet. Meestal gebruikt u daarbij een hulpmiddel, zoals een looprekje, een rollator of krukken. Welk hulpmiddel voor u het beste is, hangt af van wat u wel en niet kunt.
Kunt u staan? Dan kunt u ook de balans- en loopoefeningen erbij doen.
Wat wordt er aangebracht om de stomp na het verwijderen van het onderbeen (transtibiale amputatie)?
Na het verwijderen van het onderbeen wordt er een Össur Rigid Dressing (ORD) om de stomp aangebracht. Dit doet de vaatchirurg in de operatiekamer.
De ORD zorgt ervoor dat:
- De stomp extra wordt beschermd bij een eventuele val.
- De stomp voorbereid wordt op het dragen van een prothese.
- De knie niet in dwangstand (flexiecontractuur) komt.
- Er na de operatie minder oedeem (=vochtophoping) in de stomp ontstaat.
Heeft de arts aangegeven dat u de ORD-spalk niet meer hoeft te dragen? Dan wordt de stomp ingegipst. Het gips zorgt ervoor dat:
- De wond beschermd wordt.
- Oedeem (=vochtophoping) voorkomen wordt.
- Zich een goede stomp vormt. Dit is belangrijk om u zo snel mogelijk een tijdelijke prothese te kunnen aanmeten.
- Het verkorten van de spieren aan de achterzijde van uw bovenbeen wordt tegengegaan. Zo voorkomen we dat uw knie in dwangstand komt te staan.
Wat krijgt u aangemeten na een amputatie van het bovenbeen (transfemorale amputatie)?
Meestal krijgt u na de operatie een oedeembroekje. Het materiaal van het broekje zorgt er, samen met bewegen, voor dat vochtophoping afneemt. Of dat nieuwe vochtophoping voorkomen wordt.
Wat is een contractuur en hoe ontstaat het?
In de eerste fase na de operatie zit u voornamelijk in een (rol-)stoel. Hierbij is uw heup (en bij een onderbeenamputatie ook uw knie) ongeveer 90 graden gebogen. Doordat u veel zit of ligt, strekt u uw gewrichten minder vaak dan normaal. Hierdoor hebben uw spieren de neiging zich te verkorten en uw gewrichten te verstijven. Als dat gebeurt, kunt u uw heup en/of knie minder goed strekken. Dit maakt staan of lopen moeilijker.
Hoe kunt u een contractuur voorkomen?
Contracturen zijn gemakkelijker te voorkomen dan te verhelpen. Bewegen is het belangrijkste wat u kunt doen om een contractuur te voorkomen. Het is belangrijk dat u meerdere keren per dag wisselt in één of meer van de volgende houdingen. En dat u de oefeningen doet.
Wissel af in verschillende houdingen in bed
Advies buikligging
U ligt op uw buik zonder hoofdkussen. U draait daarbij uw hoofd naar de niet-geamputeerde zijde. Door een opgerolde handdoek of een kussentje net boven de knie, aan de voorkant van het geamputeerde been te leggen, kan de rek vergroot worden.
Advies zijligging
U gaat liggen op de kant zonder amputatie. U trekt de knie van het niet-geamputeerde been naar uw borst. U brengt het geamputeerde been zo ver mogelijk naar achteren. U mag hierbij rek voelen in de lies of het bovenbeen. Let op: houd uw rug recht en niet hol.
Advies rugligging
U ligt volledig gestrekt op uw rug in bed zonder hoofdkussen.
Oefeningen na een beenamputatie
Terwijl u op uw buik of op uw zij ligt, kunt u ook oefeningen doen. Hierdoor traint u tijdens het rekken de spierkracht van uw been en strekt het gewricht beter. Doe deze oefeningen in het begin (als u nog geen prothese heeft) 3 keer per dag:
Mobiliteitsoefeningen
Oefening 1: rekken binnenkant van het been in zijligging.
U ligt op uw kant zonder amputatie. Beweeg uw stomp zo ver mogelijk omhoog. U kunt deze oefening doen om uw spieren sterker te maken. Beweeg uw geamputeerde been zo hoog mogelijk. Breng het daarna weer terug naar de beginpositie. U mag 3 series van 10 herhalingen doen.
Extra oefeningen bij een amputatie van het onderbeen (transtibiaal)
Oefening 1: rek achterkant van de knie
U ligt op uw rug en spant uw bovenbeenspieren aan.
Spierkrachtoefeningen
In de beginfase zijn de oefeningen bedoeld om spierafbraak tegen te gaan. Als u in het revalidatieproces komt, gaan we werken aan spieropbouw.
Oefening 1: krachtoefening zijkant heup met behulp van een dynaband (weerstandsband)
U ligt op uw niet-geamputeerde zijde met een dynaband boven de knie. Beweeg nu uw geamputeerde been zover mogelijk omhoog totdat u weerstand voelt.
![]() |
![]() |
Lukt het niet om deze oefening op uw zij uit te voeren? Dan kunt u hem ook doen terwijl u op uw rug ligt.
![]() |
![]() |
Oefening 2: spierkracht oefening voor achterkant armen
U zit in de rolstoel met beenlade. Duw uzelf af aan de stoelleuningen.
![]() |
![]() |
Werken aan zelfstandig bewegen uit bed
Transfer zit-stand met looprek
U zit op de bedrand. Duw uzelf met de handen af aan het bed om te komen staan.
![]() |
![]() |
Verplaatsen naar een rolstoel met beenlade
Verplaatst u zichzelf van bijvoorbeeld bed naar uw rolstoel? Let er dan op dat uw geopereerde been het zitvlak van de rolstoel raakt, voordat u gaat zitten. Beweeg vervolgens uw handen naar de stoelleuningen om daarna te gaan zitten.
![]() |
![]() |
![]() |
Zelfstandig bewegen met uw rolstoel
Met u niet geamputeerde been kunt u trippelen in de rolstoel. Dit doet u door met uw hak af te zetten op de ondergrond. De wielen van de rolstoel kunnen daarnaast ook gebruikt worden om zelfstandig te rijden met de rolstoel.
![]() |
![]() |
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:
Fysiotherapie
088 624 23 05 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)