Contact
  1. 5590-Meerlingenzwangerschap

​Een zwangerschap van meer dan één kind is voor de aanstaande ouders meestal een verrassing en brengt extra vragen met zich mee. Hier geven we informatie over soorten meerlingen, de zwangerschap en de bevalling.

Wat is meerlingenzwangerschap

Meerlingen ontstaan meestal na bevruchting van meerdere eicellen. Bij bevruchting van twee eicellen ontstaat een tweelingzwangerschap; bij bevruchting van drie eicellen ontstaat een drielingzwangerschap. Men spreekt dan van een twee-eiige of drie-eiig meerling. Een tweelingzwangerschap kan ook ontstaan doordat uit één bevruchte eicel twee kinderen groeien. Dan spreekt men van een eeneiige tweeling. Een combinatie is eveneens mogelijk. Zo kan bijvoorbeeld een drieling bestaan uit een eeneiige tweeling en een derde kind uit een andere eicel. Echter de meeste drielingen zijn drie-eiig.

Waardoor ontstaat een meerling?

De meeste spontane tweelingzwangerschappen ontstaan doordat er door onbekende oorzaken twee eicellen bij de eisprong vrijkomen die ook bevrucht worden.

  • Bij deze twee-eiige tweelingen speelt een zekere mate van erfelijkheid via de familie van de vrouw een rol.
  • De kans op een spontane tweelingzwangerschap neemt toe met de leeftijd van de zwangere. Zo is de kans op het krijgen van een tweeling voor een 25-jarige vrouw ongeveer 1 op 90 en voor een 40-jarige vrouw 1 op 60.
  • Het grootst is de kans op een meerlingzwangerschap bij behandelingen die het ontstaan van een zwangerschap bevorderen. Hierbij stimuleert men met hormonen de groei van meerdere eicellen die spontaan of in het laboratorium bevrucht kunnen worden. Bij reageerbuisbevruchting (IVF en ICSI) plaatst men vaak één, soms twee in het laboratorium bevruchte eicellen in de baarmoeder. Van elke duizend zwangerschappen in Nederland zijn er ongeveer vijftien een tweelingzwangerschap. Spontane drielingzwangerschappen zijn zeldzaam: in Nederland zijn dat er gemiddeld 20 tot 25 per jaar. De meeste zwangerschappen van drie of meer kinderen zijn het gevolg van zwangerschapsbevorderende behandelingen.

Wanneer en hoe ontdekt men een meerling?

Soms ontdekt men een meerling al vroeg in de zwangerschap bij echoscopisch onderzoek. Bij andere vrouwen blijkt dat de baarmoeder sneller groeit dan verwacht, en toont echoscopisch onderzoek pas later in de zwangerschap een meerling aan. In zeer zeldzame gevallen blijft een meerling de hele zwangerschap onopgemerkt, en blijkt pas bij de bevalling dat er meer dan één kind in de baarmoeder zit.

Het ‘verdwijnen’ van een vruchtje

Als men zeer vroeg in de zwangerschap (bijvoorbeeld vóór 7 weken) een meerling ziet, groeit bij zo’n 10 tot 20% van de zwangerschappen een van de vruchtjes niet door. Het komt niet naar buiten, maar wordt in het lichaam opgeruimd en ‘verdwijnt’. Dit gaat nogal eens gepaard met bloedverlies. Bij de bevalling is er niets meer van het vruchtje terug te vinden. Voor de andere vrucht(en) zijn er voor zover bekend geen gevaren. De kans op zwangerschapscomplicaties is door zo’n ‘verdwijnende’ vrucht niet groter geworden.

Soorten meerlingen

In de baarmoeder bevindt zich rond het vruchtwater een vruchtzak. Deze vruchtzak bestaat uit een dun binnenste vlies en een dikker buitenste vlies.

Eeneiige tweeling

Een eeneiige tweeling ontstaat uit één eicel die bevrucht is door één zaadcel. Hierdoor ontwikkelen de kindjes zich altijd in twee sterk op elkaar lijkende kindjes. Door tot nu toe onbekende oorzaken splitst de bevruchte eicel zich kort na de bevruchting in tweeën. Deze splitsing kan plaatsvinden op verschillende momenten na de bevruchting. Er zijn vier verschillend varianten van een eeneiige tweeling.

Wanneer de splitsing kort na de eerste celdelingen plaatsvindt, ontstaat er een meerling waarvan beide kindjes een eigen placenta en eigen vliezen hebben. Zij nestelen zich afzonderlijk - maar wel vlak bij elkaar - in de baarmoederwand in. Het tussenschot bestaat uit vier vliezen. Ook wel een Dichoriaaldiamnionitische (DCDA) tweeling genoemd (zie afbeeldingen 1 en 2).

Afbeelding samengegroeide placenta
Afbeelding 1: twee tot een samengegroeide placenta, twee buitenvliezen, twee binnenvliezen.
 
Afbeelding dubbele placenta's buitenvliezen en binnenvliezen
Afbeelding 2: twee placenta's, twee buitenvliezen, twee binnenvliezen.
  
Wanneer de splitsing plaatsvindt nadat de placenta is aangelegd (tussen vier en acht dagen na de bevruchting), ontstaat er een tweeling met één gemeenschappelijke placenta. Het buitenste vlies hebben de kindjes dan gemeenschappelijk, het binnenste vlies hebben ze ieder voor zich. Dit wordt ook wel een Monochorialediamnionitische (MCDA) tweeling genoemd. Ze liggen dus in een eigen vlies omgeven door een gezamenlijk tweede vlies. Het tussenschot bestaat uit twee vliezen. (zie afbeelding 3).
 
Afbeelding tussenschot twee vliezen
Afbeelding 3: een placenta, een buitenvlies, twee binnenvliezen.
 
De splitsing kan ook op een nog later tijdstip plaatsvinden, zelfs wanneer de placenta én de vliezen al zijn aangelegd (tussen acht en twaalf dagen na de bevruchting). In dit geval hebben ze samen één placenta en liggen ze helemaal samen in één vlies, omgeven door het tweede buitenste vlies. Dit komt slechts bij 1% van alle eeneiige tweelingen voor. Er is in dat geval geen tussenschot aanwezig. Ook wel een Monomhorialemonoamnionitische (MCMA) tweeling genoemd. (zie afbeelding 4).
Afbeelding MCMA tweelingAfbeelding 4: een placenta, een buitenvlies, een binnenvlies. 
 
Twee-eiige tweeling
Een twee-eiige tweeling ontstaat wanneer twee aparte eicellen op hetzelfde moment bevrucht worden door twee zaadcellen. Deze eicellen kunnen uit één, maar ook uit twee eierstokken afkomstig zijn. Het erfelijk materiaal van een twee-eiige tweeling is dus niet hetzelfde zoals dat van een eeneiige tweeling. Twee-eiige tweelingkinderen hebben in de baarmoeder ieder een eigen vruchtzak en placenta (zie afbeelding 2). Twee-eiige tweelingkinderen kunnen net zo veel of weinig op elkaar lijken als de andere kinderen uit het gezin.
 

Een- of twee-eiig?

Hoe weten we nu of de tweeling een- of twee-eiig is? Twee kinderen met een verschillend geslacht zijn altijd twee-eiig. Twee kinderen van hetzelfde geslacht met ieder twee vruchtvliezen kunnen zowel een- als twee-eiig zijn. Bij slechts één vlies is er altijd sprake van een eeneiige tweeling. Alleen met een echo voor de 12e zwangerschapsweek kan dit met zekerheid aangetoond worden.
 

Zwangerschap en controles

Als u zwanger bent van een meerling, bent u onder controle in het ziekenhuis bij een verloskundig zorgverlener. (dit kan zijn een gynaecoloog, arts in opleiding of klinisch verloskundige, waarvan de laatsten altijd onder supervisie van een gynaecoloog werkzaam zijn). Meer informatie over zwangerschapscontroles en opname

Om de groei van de kinderen te beoordelen vindt regelmatig echoscopisch onderzoek plaats. In het begin van de zwangerschap probeert men het tussenschot tussen de kinderen te beoordelen. Bij onvoldoende groei verricht men vaak tijdens het echo-onderzoek een doppleronderzoek. Bij het doppleronderzoek meet men de bloeddoorstroming in de navelstreng en krijgt de arts extra informatie over het functioneren van de placenta. Ook wordt soms de lengte van de baarmoedermond gemeten om inzicht te krijgen in de kans op vroeggeboorte. Omdat bij een tweelingzwangerschap nogal eens bloedarmoede voorkomt, schrijft de gynaecoloog vaak ijzertabletten en extra foliumzuur voor.

Een meerlingzwangerschap vergt over het algemeen meer van de vrouw dan een eenlingzwangerschap.

  • In het begin van de zwangerschap is er een grotere kans op klachten als misselijkheid, braken en vermoeidheid.
  • Bij een meerlingzwangerschap geldt – net als bij een eenlingzwangerschap – dat u over het algemeen alles kunt blijven doen wat u ook deed toen u niet zwanger was, zoals werk, sport, seks, fietsen, autorijden, enz.
  • Omdat de baarmoeder snel groeit, zijn ook in de loop van de zwangerschap klachten als harde buiken, vermoeidheid en slecht slapen niet ongebruikelijk.
  • Zwangerschapsverlof mag in overleg met uw eigen arbo-arts, vaak rond een zwangerschapsduur van 30 weken ingaan bij een meerlingzwangerschap.
  • Zwangerschapsstrepen op de huid (striae) ontstaan sneller dan bij een eenlingzwangerschap.
  • De gemiddelde zwangerschapsduur bij de bevalling is bij een tweeling 37 weken, bij een drieling 34 weken en bij een vierling 31 weken.
  • Bij een meerlingzwangerschap is de kans op complicaties groter dan bij een eenlingzwangerschap.

Complicaties

De belangrijkste complicaties bij een meerlingzwangerschap zijn vroeggeboorte, groeiachterstand en een hoge bloeddruk in de tweede helft van de zwangerschap. Bij een eeneiige (MCMA) tweeling die samen een placenta en beiden omringt worden door één vlies is er kans op het ontwikkelen van het Twin-to-Twinsyndroom. 

Vroeggeboorte

Een vroeggeboorte is meestal het gevolg van spontane voortijdige weeën. De kans op een spontane vroeggeboorte is sterk verhoogd bij een drieling en nog sterker bij een vierling. Soms komen de kinderen te vroeg omdat de gynaecoloog het raadzaam vindt in te grijpen, bijvoorbeeld bij een ernstige groeiachterstand van een of alle kinderen.

Groeiachterstand

Kinderen van een meerlingzwangerschap wegen vaak minder zwaar dan ‘eenlingen’ bij eenzelfde zwangerschapsduur. Als bij echoscopisch onderzoek blijkt dat een of meer kinderen te weinig groeien, adviseert de verloskundig zorgverlener veelal opname in het ziekenhuis om de conditie van de kinderen goed te controleren. De situatie is soms bij een zwangerschapsduur van minder dan 33 tot 34 weken moeilijk als het voor het kleinste kind het beste is om geboren te worden, terwijl het grootste kind (of de grootste kinderen) hier nog niet aan toe is (zijn). De gynaecoloog zal in overleg met de kinderarts een beleid maken en u vertellen hoe het beste gehandeld kan worden en welke gezondheidsproblemen bij de kinderen te verwachten zijn. Het gebeurt nogal eens dat men bij deze zwangerschapsduur een injectie met corticosteroïden adviseert om de longrijping van de kinderen te bevorderen. Meer informatie vindt u in de folder Groeiachterstand.

Hoge bloeddruk

Een hoge bloeddruk komt vaker voor bij een meerlingzwangerschap. Evenals bij een eenlingzwangerschap krijgen moeder en kinderen dan extra aandacht.

Twin-to twin’-transfusiesyndroom (TTTS)

Dit is een complicatie die alleen optreedt bij een eeneiige tweeling (MCMA) die samen één placenta en binnen één vlies liggen. (Zie afbeelding 4 eerder in deze folder) Bij zo’n tweeling zijn er altijd bloedvatverbindingen tussen de twee delen van de placenta die elk kind van bloed voorzien. Daarbij kan een situatie ontstaan dat er meer bloed van het ene kind naar het andere kind gaat dan er terugkomt.

  • Het kind dat bloed ‘weggeeft’ (de donor) krijgt bloedarmoede en groeit daardoor vaak minder goed dan het broertje of zusje dat extra bloed krijgt (de ontvanger).
  • Ook het kind dat extra bloed krijgt, heeft vaak problemen: het hart kan het niet goed aan om dit extra bloed rond te pompen, met als gevolg dat zich vocht ophoopt in het lichaam.
  • Het kind dat bloed weggeeft, heeft te weinig bloedvolume; de nieren krijgen minder bloed en het kind gaat minder plassen. Het gevolg is dat het vruchtwater rond dit kind afneemt.
  • Het kind dat te veel bloed krijgt, gaat juist meer plassen; daardoor neemt het vruchtwater rond dit kind toe, wat een extra snelle groei van de baarmoeder veroorzaakt. Soms merkt de zwangere dit doordat de buik enorm gespannen aanvoelt. Deze te snelle groei kan aanleiding zijn voor een vroeggeboorte.
  • Het grootste gevaar is dat een van de kinderen in de baarmoeder overlijdt. Dit kan ook de dood van het andere kind veroorzaken, en als dat kind blijft leven bestaat er een grote kans op hersenbeschadiging.

Gelukkig komt een TTTS weinig voor. Als de gynaecoloog denkt aan een TTTS, bijvoorbeeld omdat bij echoscopisch onderzoek blijkt dat het gaat om een een-eiige tweeling met ook nog een groot verschil in vruchtwater tussen de twee kinderen, krijgt u een verwijzing naar een hierin gespecialiseerde gynaecoloog (perinatoloog) in Isala. Soms is een verwijzing naar een academisch ziekenhuis nodig.

  • Het is nog niet duidelijk wat de beste behandeling voor TTTS is. Door middel van een laserbehandeling kunnen de verbindende bloedvaten dichtgemaakt worden. Een andere manier is vruchtwater te laten aflopen.
  • Bij alle behandelingen echter blijft de uitkomst van een zwangerschap met een TTTS vaak zorgelijk. 

Voor meer informatie over het TTTS kunt u terecht bij uw verloskundig zorgverlener en op de website van de NVOG.

Bevallen van een meerling

Bij een tweelingzwangerschap kunt u in principe vaginaal bevallen, tenzij de gynaecoloog een ander advies geeft, bijvoorbeeld omdat er groeiachterstand of een liggingsafwijking bestaat. Bij 80% van de tweelingen ligt het eerste kind met het hoofd naar beneden, bij 60% liggen beide kinderen in hoofdligging. Ze kunnen ook allebei in stuitligging liggen, of de eerste in stuiten de tweede in hoofdligging. In deze laatste situaties bespreekt de gynaecoloog met u of een vaginale bevalling verantwoord is, of dat beter een keizersnede uitgevoerd kan worden. De bevalling van een drieling en een vierling gebeurt in principe per keizersnede.

Bij een vaginale bevalling zijn er – net als bij een eenlingzwangerschap – ontsluitingsweeën die ervoor zorgen dat de baarmoedermond opengaat.

  • Bij volkomen ontsluiting van de baarmoedermond begint de uitdrijving van het eerste kind.
  • Als het eerste kind geboren is, controleert de verloskundig zorgverlener de ligging van het tweede kind met een echoapparaat. Soms duurt het even voordat de uitdrijvingsweeën opnieuw op gang komen.
  • Tijdens de bevalling controleert men de harttonen van beide kinderen nauwkeurig door middel van een CTG.
  • Pas na de geboorte van het tweede kind worden de placenta’s geboren.

Problemen bij een meerlingbevalling

Als gevolg van de grote uitzetting van de baarmoeder zijn de ontsluitings- of uitdrijvingsweeën soms niet sterk genoeg en is het nodig deze krachtiger te maken door middel van een medicijn (oxytocine) dat men via een infuus toedient. Ook na de geboorte van de kinderen geeft men dit middel om de uitgerekte baarmoeder goed te laten samentrekken en veel bloedverlies te voorkomen. Soms daalt het tweede kind niet met het hoofd of de stuit in het bekken en blijft het dwars liggen. Er zijn dan twee mogelijkheden:

  • de gynaecoloog doet alsnog een keizersnede
  • de gynaecoloog pakt via de vagina in de baarmoeder een of twee beentjes van het kind vast en trekt het kind zo voorzichtig naar buiten.

Het kraambed

Als de kinderen niet te vroeg geboren zijn of een te laag geboortegewicht hebben, kunt u na een vaginale bevalling van een tweeling de kraamperiode thuis doorbrengen. Wij adviseren u bij het regelen van kraamzorg thuis aan te geven dat u zwanger bent van een meerling. Met de kraamzorg kunt u bespreken welke (extra) zorg u nodig hebt en kunt regelen.

Wanneer een of meerdere van uw kinderen zijn opgenomen op de kinderafdeling kunt u enige tijd in het ziekenhuis verblijven. De mogelijke opnameduur is afhankelijk van de wijze waarop de kinderen geboren zijn. Na een vaginale bevalling kunt u 3 dagen opgenomen blijven en na een keizersnede 5 dagen. Daarnaast hangt de duur van opname af van uw gezondheidstoestand. Na deze 3-5 opname dagen kunt u indien u dat wenst, tegen betaling, enige tijd verblijven in het Ronald McDonald Huis, welke naast het ziekenhuis is gelegen. Informeer bij uw zorgverzekering over de vergoeding van ligdagen en de eigen bijdrage voor het Ronald McDonald Huis, of kijk uw polis na.

Borstvoeding

Een tweeling/ meerling borstvoeding geven is zeker mogelijk omdat de melkproductie een kwestie is van vraag en aanbod. Hoe meer er gevraagd wordt, des te meer wordt er aangemaakt. Als u graag borstvoeding wil geven is het belangrijk om u hierop voor te bereiden. In het ziekenhuis krijgt u hulp en adviezen van de verpleging en kan de lactatiekundige u hierbij ondersteunen.

Eerste periode thuis

De eerste periode thuis met een meerling is voor veel ouders erg zwaar, hoezeer zij zich ook op hun kinderen verheugd hebben, en hoe gelukkig zij zich ook voelen. Twee kinderen, laat staan drie of vier, vragen immers meer tijd en aandacht dan één. De nachtrust is vaak chronisch gestoord en nogal eens zijn beide ouders doodmoe. Het leren kennen van de kinderen en het opbouwen van een emotionele band kosten meer tijd dan bij één kind. Oudere kinderen kunnen door de komst van een meerling ook meer aandacht dan voorheen vragen. Ook op pad gaan met een meerling is meestal een hele onderneming. De ouders hebben vaak geen tijd meer voor elkaar, wat tot spanningen kan leiden.

  • Het is dan ook goed de eerste tijd zo veel mogelijk hulp in te roepen bij de verzorging van de kinderen. Dit kan hulp van familie of vrienden zijn, maar u kunt ook denken aan gezinshulp. Het is verstandig dit al tijdens de zwangerschap te bespreken. 
  • Ook is het raadzaam dan al contact op te nemen met de vereniging van meerlingouders.

Naarmate de tijd verstrijkt en er meer routine ontstaat in de verzorging van de kinderen, lukt het vaak beter ook echt van de kinderen te genieten, en ook als echtpaar weer tijd voor elkaar te vinden.

Er is een leuk boek over tweelingen. Dat is Het grote tweelingboek van Duyvelaar en Geluk. Een echte aanrader!

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Gynaecologie/Verloskunde
088 624  35 55 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen op een afspraak? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

 

 

Bent u ongerust of heeft u vragen (buiten kantoortijden) die niet kunnen wachten dan kunt u bellen naar het spoednummer: 088 624 81 61.

Laatst gewijzigd 16 januari 2023 / 5590 / 328434