Contact
  1. 6125-Renale denervatie

Renale denervatie of nierarterie-ablatie is een behandeling met behulp van een kathetertechniek die kan zorgen voor verlaging van de bloeddruk. Hierbij worden de zenuwen rondom de slagaders van de nieren onderbroken. Overactieve zenuwbanen in deze slagaders kunnen een hoge bloeddruk veroorzaken doordat ze de nieren aanzetten tot het verhogen van de bloeddruk.

​Op deze pagina leest u meer informatie over de oorzaken en gevolgen van te hoge bloeddruk en wat de invloed van renale denervatie hierop kan zijn. Er wordt beschreven welke onderzoeken moeten plaatsvinden om te beoordelen of u voor renale denervatie in aanmerking kunt komen. Ook is het verloop van de opname, de behandeling en de nazorg beschreven. Deze behandeling is nieuw en vindt bij voorkeur plaats in een onderzoek naar de effecten ervan op de bloeddruk op korte en langere termijn. U zult worden gevraagd hieraan meer te doen.

Hoge bloeddruk

Het hart trekt in rust ongeveer zestig tot tachtig keer per minuut samen en pompt zo onafgebroken bloed door de slagaders naar alle organen en door de aders terug naar het hart. Het bloed vervoert zuurstof en voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam en voert afvalstoffen af.

De hoogte van de bloeddruk is afhankelijk van de weerstand die het bloed ondervindt als het in het lichaam wordt rondgepompt. Op het moment dat het hart samentrekt, wordt er veel bloed door de slagaders geperst en wordt de druk op de vaatwanden hoger. Dit is de bovendruk of systolische bloeddruk. Vervolgens ontspant het hart zich waardoor de druk op de vaatwanden afneemt. Dit is de onderdruk of diastolische bloeddruk.

Arts meet bloeddruk bij patiënt

Afbeelding 1: bloeddruk meten 

Wanneer is er sprake van een te hoge bloeddruk?

De bloeddruk van gezonde mensen schommelt. Zo is de bloeddruk in het algemeen ’s avonds en ’s nachts wat lager dan ’s ochtends en ’s middags. De bloeddruk stijgt bijvoorbeeld door lichaamsbeweging en praten. Ook stemmingen hebben invloed op de bloeddruk: door emoties zoals angst en boosheid stijgt de bloeddruk.

De waarde van de bloeddruk wordt weergegeven in millimeters kwik, afgekort mmHg. Bij een meting wordt altijd eerst de bovendruk genoemd en daarna de onderdruk. Een bloeddruk van >140/90 mmHg wordt als te hoog beschouwd. Of een bloeddruk te hoog is hangt echter ook af van de leeftijd en van eventuele andere aandoeningen die iemand heeft, bijvoorbeeld suikerziekte of een hartkwaal.

Als er sprake is van een te hoge bloeddruk is meestal zowel de onder- als de bovendruk verhoogd. Het komt ook voor dat alleen de bovendruk is verhoogd. De bovendruk is de belangrijkste factor bij de bepaling van het risico op een hart- of vaatziekte.

Oorzaken van een hoge bloeddruk

In negen van de tien gevallen is geen duidelijke lichamelijke oorzaak aan te wijzen voor een hoge bloeddruk. Wel is gebleken dat bepaalde leef- en eetgewoonten een nadelige invloed op de bloeddruk kunnen hebben. Mensen die roken of te zwaar zijn, hebben bijvoorbeeld meer kans op het krijgen van een hoge bloeddruk. Ook factoren als weinig lichaamsbeweging, overmatig alcoholgebruik en veel stress, verhogen de bloeddruk.

Een enkele keer is hoge bloeddruk het gevolg van een ziekte van de nieren of de bijnieren. De internist onderzoekt van tevoren of dit al of niet het geval is.

Erfelijkheid

Iedereen kan een te hoge bloeddruk krijgen, maar het komt in de ene familie meer voor dan in de andere. Erfelijke aanleg en leefstijl van de familie spelen hierbij een rol. In Nederland heeft dertig procent van de volwassenen een te hoge bloeddruk. Hoge bloeddruk kan op elke leeftijd voorkomen, maar naarmate mensen ouder worden neemt de kans daarop toe.

Vrouwen die tijdens hun zwangerschap een hoge bloeddruk hebben gehad, ontwikkelen op latere leeftijd vaker een te hoge bloeddruk. Ook mensen die op jongere leeftijd al een wat hogere bloeddruk hebben dan hun leeftijdgenoten, hebben meer kans om op oudere leeftijd een te hoge bloeddruk te krijgen.

Gevolgen van een hoge bloeddruk

Van een te hoge bloeddruk merkt u zelf meestal niets. Als de bloeddruk lange tijd te hoog is (meestal vele jaren), kan dit leiden tot hart- en vaatziekten.

Door de hoge bloeddruk kunnen beschadigingen in de vaatwanden van de slagaders ontstaan. Hierop zetten zich gemakkelijk vetten en cholesterol af, waardoor slagaderverkalking (atherosclerose) ontstaat. Hierdoor kunnen de bloedvaten langzaam nauwer worden. De weerstand in de bloedvaten neemt dan toe, waardoor het hart steeds harder moet werken om het bloed rond te pompen. Dit kan leiden tot een verdikte hartspier en uiteindelijk tot hartfalen. Dit betekent dat het hart minder bloed rond kan pompen, en dit geeft op den duur moeheid, verminderd inspanningsvermogen en vocht vasthouden.

Afsluiting

Vernauwing van de kransslagaders die het hart van zuurstof voorzien, kan beklemming op de borst (angina pectoris) veroorzaken. Vernauwing van de slagaders naar de benen kan etalagebenen (claudicatio) veroorzaken . Er kan een afsluiting van de slagader optreden, bijvoorbeeld door een losschietend bloedpropje, en dat kan in het hart een hartaanval (myocardinfarct) en in de hersenen een beroerte (herseninfarct) veroorzaken. Een beroerte wordt soms voorafgegaan door kortdurend krachtsverlies van een arm of been of uitval van het zien of de spraak, TIA’s genoemd.

Ook de ogen en de nieren kunnen door hoge bloeddruk worden beschadigd. Een dergelijke nierbeschadiging kan weer een reeks andere gezondheidsproblemen met zich meebrengen.

Het risico op hart- en vaatziekten wordt niet alleen door de bloeddruk bepaald. Ook risicofactoren als roken, overgewicht, een te hoog cholesterolgehalte in het bloed, diabetes mellitus (suikerziekte) en hart- en vaatziekten in de directe familie, vergroten het risico. Hoe meer risicofactoren u heeft, hoe groter de kans op hart- en vaatziekten.

Voor het verlagen van de bloeddruk is een aantal zaken belangrijk:

  • gezond eten en beperking van de zoutinname;
  • afvallen bij eventueel overgewicht;
  • het nastreven van een gezonde leefstijl (voldoende bewegen, niet roken);
  • behandeling met medicijnen.

Bloeddrukverlagende medicijnen

Hoge bloeddruk is meestal goed te behandelen met medicijnen. Er worden hierbij vaak combinaties van verschillende medicamenten gebruikt. Soms daalt de bloeddruk daarbij onvoldoende ondanks gebruik van drie of meer middelen, of worden de bloeddrukverlagende medicijnen niet goed verdragen door bijwerkingen.

In deze gevallen kan soms een nieuwe behandeling helpen, namelijk renale denervatie (ook wel nierarterie-ablatie genoemd). U zou voor deze behandeling in aanmerking kunnen komen. Deze nieuwe manier van behandeling van hoge bloeddruk kan worden toegepast bij patiënten met een te hoge bloeddruk die:

  • onvoldoende reageren op medicijnen of;
  • die bloeddrukverlagende medicijnen niet kunnen verdragen.

Voordat renale denervatie kan plaatsvinden moeten onderliggende oorzaken van niet goed te behandelen hoge bloeddruk uitgesloten worden, zoals een te hoge aanmaak van bloeddrukhormonen in de bijnieren, een afwijkende nierwerking of vernauwing in de nierslagaders.

Onderzoek: Uitsluiten onderliggende oorzaken hoge bloeddruk

Dit onderzoek vindt plaats op de vaatrisicopolikliniek op de polikliniek interne geneeskunde. Het onderzoek kan ongeveer twee maanden duren. Er wordt eerst een 24-uurs bloeddrukmeting gedaan om te beoordelen wat uw bloeddruk thuis en in uw dagelijks leven is.

Vervolgens wordt de medicatie die u voor bloeddruk gebruikt zoveel mogelijk gestopt, waarna u twee dagen gedurende twee maal 24 uur alle urine moet verzamelen. Ook wordt er bloedonderzoek verricht naar de werking van uw nieren en naar de bloeddrukhormonen. Bij het afbouwen van uw medicatie kan uw bloeddruk oplopen. Er vindt daarom een zorgvuldige controle van de bloeddruk plaats met thuismetingen, bloeddrukmetingen bij uw huisarts en/of controles op de vaatrisico-polikliniek. Als uw bloeddruk te sterk oploopt, krijgt u weer bloeddrukverlagende medicijnen. Er is hierbij een kleine kans dat u klachten of complicaties krijgt van de te hoge bloeddruk. U kunt dan altijd contact opnemen met de vaatrisicopolikliniek.

U krijgt verder een echo-onderzoek van de nieren en een CT-scan van de nierslagaders. Als alle gegevens bekend zijn, beoordelen de cardioloog, radioloog en internist samen of renale denervatie bij u kan plaatsvinden.

Renale denervatie

Renale denervatie of nierarterie-ablatie is een behandeling die de zenuwen rond de nierslagaders uitschakelt. Renale denervatie betekent letterlijk: ‘het onderbreken van de functie van de zenuwbanen van en naar de nieren’. Overactieve zenuwbanen in slagaders naar de nieren kunnen te hoge bloeddruk veroorzaken. Het onderbreken van deze zenuwen, ofwel renale denervatie, blijkt de bloeddruk te doen dalen.

Er is een nieuwe methode om op een niet al te ingewikkelde wijze, zonder operatie, de werking van de zenuwen van en naar de nieren te onderbreken. Dit lijkt een effectieve behandeling te zijn voor patiënten met moeilijk behandelbare bloeddruk die geen of onvoldoende baat hebben bij medicijnen of daar veel bijwerkingen van ondervinden. Bij het merendeel van de patiënten die renale denervatie ondergingen daalde de bloeddruk zonder bijwerkingen of nadelig effect op de werking van de nieren (zie ook: mogelijke complicaties).

Medische illustratie denervatie

Afbeelding 2: plaats van de denervatie (Bron: Medtronic) 

Voorbereiding

De behandeling gebeurt tijdens een ziekenhuisopname van één dag. Dat betekent dat u in de ochtend komt en de volgende ochtend naar huis kunt gaan. U moet dan nuchter komen. Dit houdt in dat u vanaf 24.00 uur de avond tevoren niets meer mag eten of drinken, behalve water. Als de behandeling pas in de middag plaatsvindt, mag u nog licht ontbijten (bijvoorbeeld één beschuitje met een kopje thee). U dient wel uw gebruikelijke medicijnen in te nemen op de ochtend van de behandeling, tenzij de arts anders met u heeft afgesproken.

Mocht u bloedverdunners gebruiken waarvoor u bij de trombosedienst wordt gecontroleerd, vertel dit dan aan de arts. In de meeste gevallen worden deze een aantal dagen voor de ingreep gestaakt, waarbij u soms tijdelijk spuitjes bloedverdunners als overbrugging moet gebruiken.

De behandeling vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer. U wordt van tevoren opgenomen op een van de verpleegafdelingen. Hierover krijgt u aanvullende informatie. Een cardioloog verricht de behandeling, die ongeveer een tot anderhalve uur duurt.

Als voorbereiding op de behandeling worden op de verpleegafdeling, indien nodig, uw liezen geschoren en krijgt u een infuusnaald ingebracht. U kunt vlak voor het onderzoek nog naar het toilet gaan. Doe uw sieraden en horloge af, en zorg ervoor dat er geen nagellak op uw nagels zit.

Bent u overgevoelig voor jodium of contrastvloeistof? Meldt u dit dan aan de arts, want er zit ook jodium in de contrastvloeistof. Eventueel kunt u voorafgaand aan de behandeling een rustgevend medicijn krijgen.

Verpleegkundigen van de verpleegafdeling begeleiden u met bed naar de hartkatheterisatiekamer.

Behandeling

De behandeling gebeurt op de hartkatheterisatiekamer. Op de hartkatheterisatiekamer mag u vanaf uw bed overschuiven op de behandeltafel.

De behandeling vindt plaats onder plaatselijke verdoving. U kunt dus met de cardioloog en de verpleegkundige blijven praten. Op de hartkatheterisatiekamer staat alles in het teken van het voorkómen van besmetting. Vandaar dat u mensen in steriele uniformen en met mondkapjes op ziet en apparatuur onder steriele doeken.

Om u heen staan gespecialiseerde hartkatheterisatiemedewerkers die uw lies met chloorhexidine schoonmaken, om ontsteking van de kathetergaatjes te voorkomen. Daarna bedekt een medewerker uw lichaam vanaf de hals met steriele doeken.

Inbrengen van de katheters

U krijgt een kleine verdovende prik in de lies. In het verdoofde gebied wordt een prikgaatje gemaakt in de slagader om een dun slangetje (katheter) in te brengen. U voelt er niets van dat de katheter door de slagader wordt geduwd, omdat er geen zenuwen zitten in de slagaders. De katheter wordt opgeschoven tot de slagaders die naar uw twee nieren (links en rechts) leiden.

Via de katheter wordt er contrastvloeistof ingespoten. Deze contrastvloeistof maken de nierslagaders zichtbaar. Dit toedienen van contrastvloeistof kunt u voelen, het lijkt dan net alsof u moet plassen. Dit is alleen een gevoel, u moet niet echt plassen. 

Beeldvorming tijdens onderzoek

Afbeelding 3: door contrastvloeistof zijn de nierslagaders zichtbaar 

Radiofrequente ablatie in nierslagader

Vervolgens wordt er een andere katheter met een elektrode aan de tip (ablatiekatheter) opgevoerd. Ook wordt de wand van de slagader van beide nieren op een aantal plaatsen via radiofrequente energie verhit. Hierdoor worden de zenuwbanen rondom de slagader deels uitgeschakeld. Dit kunt u voelen en het kan pijnlijk zijn. Hiervoor krijgt u een ‘roesje’ (geen algehele narcose) en pijnstilling. De daadwerkelijke behandeling duurt ongeveer 45 minuten.

Medische illustratie van behandeling

Afbeelding 4: schematische weergave van de ablatieplekken in de nierslagader 

Tijdens de procedure is het belangrijk dat u rustig blijft liggen om het verplaatsen van de katheters te voorkomen. Tijdens de behandeling worden uw hartritme en bloeddruk gecontroleerd.

Sluiten van de insteekopening

Als de cardioloog tevreden is met het resultaat wordt het buisje in de lies verwijderd. Het gaatje in het bloedvat wordt meestal afgedicht met een eiwitpropje (Angioseal®). Dit eiwitpropje ligt bovenop het bloedvat, onder de huid en lost binnen circa negentig dagen op.

Vervolgens wordt een stevig drukverband aangelegd om het risico op nabloeden te verkleinen. Het risico op nabloeden is iets groter vanwege het antistollingsmiddel dat u heeft gekregen voor de behandeling en uw hoge bloeddruk. Na het aanleggen van het drukverband brengt een verpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling.

Nazorg

U blijft ongeveer vier uur plat in bed liggen, zodat het bloedvat zich kan herstellen. De verpleegkundigen houden u ondertussen in de gaten. Als de zaalarts het wondje in uw lies heeft gecontroleerd mag u weer uit bed. U mag direct na de behandeling weer iets eten en drinken.

De verpleegkundige controleert:

  • de bloeddruk;
  • de plaats waar de lies is aangeprikt;
  • de doorbloeding van uw voeten.

Ook neemt de verpleegkundige bloed af (onder andere om de werking van de nieren te controleren). Als de behandeling goed is verlopen en er zijn geen complicaties ontstaan, mag u de volgende ochtend weer naar huis.

Mogelijke complicaties

Een renale denervatie of nierarteratie-ablatie lijkt in veel opzichten op een hartkatheterisatie of dotterbehandeling. Het aanprikken van de lies en het opvoeren van de katheter zijn veel uitgevoerde behandelingen. De meeste behandelingen verlopen zonder problemen.

Er kan echter een complicatie optreden, zoals:

  • een bloeding vanuit de insteekopening van de katheter. Deze bloeding kan zowel uitwendig als inwendig zijn;
  • een veel kleiner risico is eventueel het beschadigen van de nierslagaders met de gebruikte katheters. Er is geen schadelijk effect van de behandeling op de nierfunctie zelf aangetoond.

Mogelijke bijwerkingen

U kunt pijn voelen tijdens het afgeven van de warmte tijdens de behandeling. Daarom krijgt u medicijnen om de pijn tegen te gaan en rustgevende medicijnen.

Na de ingreep daalt de bloeddruk meestal geleidelijk in dagen tot weken, maar dit zou ook sneller kunnen optreden hetgeen duizeligheid kan geven. Daarom wordt u op de Vaatrisicopolikliniek gecontroleerd, waarbij zonodig de medicijnen kunnen worden verminderd. Bij erge klachten kunt contact opnemen.

Leefregels

  • Na de behandeling via de lies mag u een week lang NIET zwaar tillen, persen, fietsen en autorijden(in verband met het risico acuut te moeten remmen). De slagader die in de lies is aangeprikt heeft rust nodig om te herstellen.
  • De pleister mag u na twee dagen verwijderen. U mag na 24 uur wel douchen, maar de eerste vijf dagen mag u niet in bad of zwemmen, daarna wel.
  • Bij plotselinge klachten aan uw lies neemt u contact op met uw huisarts.
  • Als uw lies is gesloten met een Angioseal®, dan moet u het kaartje met de uitleg drie maanden bij u dragen (bijvoorbeeld in uw portemonnee). U mag namelijk binnen die drie maanden na de behandeling niet PRECIES op die plek in de lies geprikt worden. De angioseal (eiwitpropje) is na drie maanden opgelost. U kunt dan het kaartje met uitleg kunt weggooien.
  • De lies kan gevoelig zijn.
  • U moet rekening houden met de bloeddrukdaling die de periode na de ingreep zal optreden en duizeligheid zou kunnen geven. U moet daarom voorzichtig opstaan uit zittende of liggende houding, met name ’s nachts en ’s ochtends bij het opstaan.

Belangrijk

Bij eventuele klachten kunt u contact opnemen met de Vaatrisicopolikliniek van de afdeling Interne geneeskunde, en buiten kantoortijden met de dienstdoende internist of arts-assistent. Stop in geen geval zelf met uw medicijnen voor de te hoge bloeddruk, tenzij uw cardioloog of internist dit met u heeft afgesproken.

Controles

In de eerste tijd na de ingreep zullen er geregelde controles van de bloeddruk plaatsvinden op de Vaatrisicopolikliniek. De eerste controle is een week na de ingreep.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen of wilt u meer weten neemt dan contact op met:

  • de cardioloog tijdens het spreekuur bij vragen over renale denervatie of nierarterie-ablatie, het secretariaat Cardiologie voor vragen over de ziekenhuisopname en de ingreep (de renale denervatie of nierarterie-ablatie), t 088 624 23 74 (op werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur).
  • de Vaatrisicopolikliniek van de afdeling Interne Geneeskunde bij vragen over het onderzoek voor de ingreep of bij vragen of klachten na de ingreep, t 088 624 54 56 of 424 56 06 (buiten kantoortijden via t 088 624 50 00 en vraag naar de dienstdoende internist of arts-assistent).
Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6125