Contact
  1. 6444-Prostaatoperatie-Green-Light-Laser

Bij behandeling van een goedaardige prostaatvergroting wordt steeds vaker de Green Light Laser ingezet. In deze folder leest u wat de behandeling inhoudt.

Green Light Laser Therapie

Bij Green Light Laser Therapie wordt via een dunne werkschacht (veel dunner dan bij de traditionele manier van opereren) een laserdraad door de plasbuis naar binnen gebracht. De krachtige laserenergie verhit vervolgens het overtollige prostaatweefsel, waarna het weefsel verdampt. Heel soms is de vorm van de prostaat zodanig dat een laser niet de eerste keus van opereren is.

Voordelen

Inmiddels zijn wereldwijd meer dan vijfhonderdduizend patiënten behandeld met Green Light Laser Therapie. De voordelen ten opzichte van een ‘traditionele’ prostaatoperatie via de plasbuis zijn:

  • Veel kleinere kans op beschadigingen in de overige delen van de plasbuis door de kleine afmeting van de werkschacht. 
  • De spoelvloeistof tijdens de operatie bestaat uit een isotone zoutoplossing. Dit is een belangrijk verschil met de traditionele behandeling (TURP). Dat maakt dat de operatie eventueel langer kan worden voortgezet. Bovendien bestaat er geen kans op een verstoring van de zouthuishouding (het zogeheten TUR-syndroom). 
  • Bijna geen bloedingen tijdens en na de behandeling. 
  • Na de behandeling heeft u geen of slechts voor korte duur (meestal minder dan 24 uur) een katheter.
  • Sneller herstel.

Voorbereiding

Nadat u met uw arts heeft besproken dat u wordt geopereerd, krijgt u een afspraak voor het preoperatief onderzoek. Voor meer informatie over uw opname lees de folder Opname in Isala.

Oproep voor operatie

Zodra uw operatie gepland staat, ontvangt u hierover schriftelijk bericht van onze planningscoördinator. Een week vóór uw operatie, belt onze collega het tijdstip  van de opname door.

  • Bent u telefonisch niet bereikbaar? Dan ontvangt u opnieuw schriftelijk bericht.
  • Heeft u vragen over uw opname? Bel dan 088 624 24 36.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? De afdeling Preoperatief onderzoek
    informeert u óf en wanneer u hiermee moet stoppen.

Opname

Meldt u zich op de afgesproken tijd bij de Centrale balie in de Centrale hal van het ziekenhuis. Een gastheer of -vrouw brengt u daarna naar de verpleegafdeling. Daar heeft u een gesprek met een verpleegkundige over de gang van zaken op de afdeling. De verpleegkundige begeleidt u zo veel mogelijk tijdens uw opname.

Voorbereiding op de operatie

  • Voorafgaand aan uw operatie krijgt u medicijnen. Deze zijn door de anesthesioloog voorgeschreven.
  • Zodra u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar de operatiekamer.
  • U ontmoet hier de anesthesioloog. U heeft hem of een van zijn collega’s ook al gesproken bij het preoperatief onderzoek. 

Operatie

Tijdens de behandeling

  • De behandeling vindt plaats onder volledige narcose of met een ruggenprik.
  • U kunt dus eventueel meekijken naar uw eigen operatie.
  • De uroloog leidt de laserdraad via uw plasbuis naar uw prostaat.
  • Vervolgens verdampt hij met de laserstralen het overtollige prostaatweefsel dat de urineweg dichtdrukt.
  • Tot slot brengt hij een blaaskatheter in.

Nazorg

Na de operatie wordt u naar de verkoeverkamer (recovery of uitslaapkamer) gebracht. Hier verblijft u totdat u weer goed wakker bent en/of de verdoving is uitgewerkt.

Herstel                                                                      

  • Zodra u weer op de verpleegafdeling bent, begint uw herstel.
  • Op de operatiedag controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur.
  • Ook bespreekt de verpleegkundige elke dag met u de verpleegkundige zorg.
  • Dagelijks krijgt u een injectie (Fraxiparine) om trombose (bloedstolling) te voorkomen. Deze prik krijgt u totdat u weer naar huis gaat.
  • Dagelijks komt de uroloog of zijn assistent bij u langs om te kijken hoe het met u gaat en om eventuele vragen te beantwoorden.   

Pijn

De verpleegkundige vraagt een paar keer dag hoeveel pijn u heeft. Zo hebben wij een duidelijk beeld van de hoeveelheid pijn die u heeft. En kunnen wij daar op inspelen. Meer informatie over pijnbestrijding en pijnregistratie leest u in de folder Pijnbestrijding en pijnregistratie.                                                                                                                      

Ontslag

  • Na de operatie heeft u een katheter in de blaas. Meestal kan deze binnen 24 uur na de operatie weer worden verwijderd.
  • De katheter zorgt voor een goede urineafvoer en kan nodig zijn om de blaas te kunnen spoelen. Bijvoorbeeld als er stolsels in zitten.
  • Uw urine is vaak rood gekleurd.
  • Als uw urine weer helder is, kan de katheter worden verwijderd.
  • Als het plassen weer goed op gang is gekomen, mag u weer naar huis.

Nadat de katheter is verwijderd, kan een aantal dingen anders zijn dan u gewend bent:

  • U kunt wat urine verliezen.
  • Er kan nog wat bloed in uw urine zitten.
  • Soms kunt u niet plassen, terwijl u wel aandrang heeft.
  • Het plassen kan met kleine beetjes gaan en kan pijnlijk zijn.

Dit is normaal en gaat vanzelf over binnen 12 weken. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met uw verpleegkundige.

Resultaat en bijwerkingen

  • De meeste patiënten ervaren binnen 24 uur na de ingreep een grote verlichting van hun plasklachten.
  • Gedurende meestal een week na uw behandeling kunt u een klein beetje bloed in de urine zien. Maar dit kan ook nog plotseling na enkele weken gebeuren.
  • Ook kunt u de eerste tijd vaker een (sterke) aandrang voelen om te plassen of kramp in uw blaas hebben. Uw blaas moet zich nog aanpassen aan de nieuwe situatie.
  • Gedurende zes weken kunt u een licht branderig gevoel hebben tijdens het plassen.
  • Na verloop van tijd verdwijnen deze klachten meestal vanzelf.

Controleafspraak

  • 12 weken na uw operatie komt u terug op de polikliniek voor een controle bij de verpleegkundige.
  • Voorafgaand aan uw afspraak vult u thuis alvast een vragenlijst in.
  • Op de polikliniek doet u een plastest (uroflowmetrie). Kom dan ook met een volle blaas naar uw afspraak.
  • De verpleegkundige bespreekt de uitslag van de plastest met u.
  • Afhankelijk van de uitslag, heeft u na een paar weken mogelijk ook nog een afspraak bij de uroloog. 

Instructies voor een goed herstel

Specifieke leefregels

  • U mag gerust wandelen.
  • Na zes weken mag u weer fietsen.
  • De eerste twee weken mag u geen zware arbeid doen; til niet zwaarder dan vijf kilo en niet persen.
  • Uw urine kan tot ongeveer zes weken na de operatie af en toe wat bloederig zijn. Dit komt omdat de korstjes op het wondgebied in de blaas loslaten.
  • Het is belangrijk dat u goed drinkt: twee tot drie liter per dag. Tenzij u het advies heeft gekregen minder te drinken.
  • Ook raden wij u aan om vezelrijk te eten. Zo blijft uw ontlasting soepel en hoeft u niet te persen
  • Wanneer kunt u weer werken? Dat is afhankelijk van uw conditie en het soort werk dat u doet.
  • Sporten en zwemmen mag weer na zes weken.
  • Regel eventueel de eerste twee weken na uw operatie, hulp bij zwaardere huishoudelijke taken. Dit kunt u aanvragen via het WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) in uw gemeente.

Voeding

U mag alles eten en drinken, zoals u thuis gewend bent.

Pijnbestrijding

  • Paracetamol: vier keer per dag 1.000 mg. Slik de pijnstillers op vaste tijden: 8.00-12.00-17.00-22.00 uur. Heeft u geen pijn meer?Dan kunt u de Paracetamol afbouwen.
  • Het kan zijn dat uw arts u ook andere medicijnen tegen de pijn adviseert (naast Paracetamol). .

Bloedverdunnende medicijnen (indien van toepassing)

  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Uw arts en/of eventuele trombosedienst geeft aan u door wanneer u deze weer mag gebruiken.
  • Eventuele nieuw voorgeschreven medicijnen kunt u ophalen bij de ziekenhuisapotheek of uw eigen apotheek. De verpleegkundige geeft u hier informatie over.

Wanneer moet u contact opnemen?

Neem contact op met het ziekenhuis als:

  • u duidelijk bloedstolsels plast en/of het bloedverlies niet vermindert.
  • u niet meer kunt plassen of het gevoel heeft niet goed uit te kunnen plassen.
  • u continu aandrang heeft/weinig moet plassen/brandende pijn heeft bij het plassen.
  • u koorts (boven 38,5 graden) heeft.
  • u toenemende pijn heeft, ondanks de medicijnen tegen de pijn.
  • u last heeft van verstopping (obstipatie): u heeft langer dan drie dagen geen ontlasting.
  • u iets niet vertrouwt.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle en Kampen

Urologie
088 624 27 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel

Urologie
088 624 96 33 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Verantwoording

Bij het schrijven van deze informatie heeft Isala gebruikgemaakt van een folder van de Nederlandse Vereniging voor Urologie. 

Laatst gewijzigd 17 januari 2024 / 6444