Contact
  1. 7189-Naar huis met baby

Na ontslag van de NICU

Het moment dat uw kind naar huis mag, komt in zicht. In deze folder vindt u informatie en adviezen voor de periode thuis. Wij vinden het belangrijk dat u zo goed mogelijk op het ontslag van uw kind wordt voorbereid.

We hebben geprobeerd deze informatie zo veel mogelijk af te stemmen op de informatie die de thuiszorgorganisatie geeft. Het kan echter toch voorkomen dat de adviezen niet overeenkomen. In dat geval bepaalt u als ouder, welk advies het beste bij u en uw kind past.

Het eerste deel in deze folder, gaat over de voorbereiding op het ontslag. Vervolgens vindt u er adviezen en tips voor de dagelijkse verzorging van uw kind. Als laatste volgen de adressen van patiënten- en ouderverenigingen.

Voorbereiding op het ontslag

Voordat uw kind naar huis kan, moeten zowel de afdeling als ook u een aantal dingen regelen, dat is nodig om het ontslag zo goed mogelijk te laten verlopen en dat u bij thuiskomst in grote lijnen weet wat u te wachten staat.

De afdeling regelt in ieder geval het volgende voor u:

  • een controleafspraak met de neonatoloog indien controle op korte termijn gewenst is;
    Indien uw kind in aanmerking komt voor follow-up dan zal een uitnodiging per post volgen meestal rond de leeftijd van gecorrigeerd 1 jaar. De follow-up poli is ervoor om de ontwikkeling van uw kind te volgen.
  • een controleafspraak voor het nazorgbureau wanneer u in de regio Zwolle woont;
    Het nazorgbureau is voor kinderen die op een leeftijd van jonger dan 34 weken is geboren. Het nazorgbureau houdt in dat u een polibezoek bij de kinderarts krijgt, eventueel in combinatie met een afspraak voor de fysiotherapie of logopedie. U krijgt een wijkverpleegkundige toegewezen die bij u thuis de controles en vaccinaties komt doen. Woont u buiten regio Zwolle dan gaat u gewoon naar het consultatiebureau en zult u controles hebben bij de kinderarts in uw eigen ziekenhuis.
  • eventueel een recept voor medicijnen;
  • een verpleegkundige overdracht voor het consultatiebureau;
  • een ontslaggesprek met verpleegkundige en arts;
  • een ontslagbrief.

Eventueel ook:

  • een afspraak voor fysiotherapie en/of logopedie;
  • een machtiging voor de vergoeding van bepaalde voeding (bv Nenatal Start). 

Voorbereidingen die u zelf kunt treffen:

  • (uitgestelde) kraamzorg regelen;
  • zorgen voor vitamine D en K (te koop bij drogist) als u borstvoeding geeft;
  • de babykamer in orde maken;
  • alles in huis halen voor de thuiskomst van uw kind;
  • zo veel mogelijk uw vragen op papier zetten en deze stellen aan de arts of verpleegkundige.

Tijdens de ziekenhuisopname heeft u de zorg en verantwoordelijkheid voor uw kind gedeeld met de verpleegkundigen,die voor uw kind zorgen. Thuis staat u er alleen voor! Om de overgang van ziekenhuis naar thuis minder groot te laten zijn, bestaat er (in overleg) de mogelijkheid tot één dag ‘rooming-in’. Dat wil zeggen dat u in het ziekenhuis al een hele dag voor uw kind kunt zorgen. Tijdens het ‘inroomen’ kunt u nieuwe ervaringen delen met de verpleegkundige en kunt u uw vragen stellen.

Aangezien hier de algemene richtlijnen zijn weergegeven, kan het zijn dat voor u en uw kind een andere voorbereiding op de thuissituatie geldt dan voor andere ouders. Dit komt doordat elk kind anders is en in een andere situatie naar huis gaat.

Adviezen en tips voor thuis

Activiteiten

Baden

Als u uw kind in bad wilt doen, kijk dan eerst hoe uw kind zich voelt moeheid, situatie van de huid, e.d.). Zet vooraf alles klaar,zorg voor een goede temperatuur van het water. Voorkom snel afkoelen van uw kind. Zorg dus voor een warme omgeving Wij adviseren u alleen water of speciale babyolie of babyzeep te gebruiken. Voorkom smetplekjes door de huid goed te drogen na een badje, met name in de huidplooien.

Temperatuur

De temperatuur van uw kind is prima tussen de 36,8 en 37,5°C. Verder hoeft u alleen maar te temperaturen als u denkt dat uw kind te koud is of verhoging heeft. Let er op dat de temperatuur in huis beduidend koeler is dan op de afdeling in het ziekenhuis, daarom is het van belang de eerste paar dagen uw kind regelmatig te temperaturen (3x daags). Op die manier komt u erachter wat uw kind nodig heeft, bijvoorbeeld een kruik of wel/geen muts. Een normale slaapkamertemperatuur ligt tussen de 16 en 18°C. Het is beter om een muts, extra deken of kruik te gebruiken, dan om de verwarming hoger te zetten. De kruik omwikkelt u met een doek of hoes en legt u met de dop naar beneden., het liefst aan het voeteneind in het bedje. Leg de kruik nooit direct tegen uw kind aan.

Ventileren

Ventileer regelmatig de babykamer.

Nagels

U mag de nageltjes van uw kind het eerste half jaar niet knippen. U kunt ze beter vijlen.

Navel

Let op roodheid in verband met een mogelijke ontsteking.

Wandelen

U mag direct met uw kind wandelen. Let wel op tocht en vochtige kou. Kleed uw baby warm genoeg aan, in principe één laag meer dan u zelf draagt.

Bezoek

Het is fijn om thuis bezoek te ontvangen. Probeer het aantal bezoekers de eerste dagen te beperken. Daarnaast raden wij u aan om bezoekers die verkouden zijn, diarree hebben of een koortslip hebben, te vragen om pas te komen als ze weer beter zijn. Ook kinderen, met een kinderziekte (buiten u eigen gezin) kunt u beter niet bij uw kind laten. Een goede hygiëne, frequent handen wassen, is ten alle tijden belangrijk.

Voeding

Ritme

Maximaal een half uur voeden om het ritme te bewaken. Houd uw kind wakker tijdens de voeding. Kijk naar drinkritme van uw kind. Laat uw kind pauzes nemen wanneer hij of zij te gulzig drinkt en stimuleer uw kind als het niet voldoende actief meer is. Geef de voeding op een rustige plek in een prettige houding.

Prematuur geborenen worden veelal in zijligging gevoed, op het moment dat uw kind voldragen is, is de zijligging niet per definitie meer nodig en kan gevoed gaan worden in rugligging, gewoon op de arm.

Prematuur geborenen hebben vaak tijdens de ziekenhuisopname leren drinken uit een Dr. Browns fles. Is dit zo dan is het zeer waarschijnlijk dat uw kind een prematurenspeen van de Dr. Browns fles gekregen, mocht dit zo zijn, dan kan rond de voldragen leeftijd de Level 1 speen van de Dr. Browns fles worden geprobeerd.

Boeren

Laat uw kind boeren na de voeding en eventueel tijdens de voeding.

Spugen

Uw kind mag een mondje terug geven na de voeding. Is het meer en vaker, overleg dan met de huisarts of wijkverpleegkundige.

Uitkoken

  • Na elk gebruik moet u flessen, spenen (ook fopspenen), kolfmateriaal (kolfcups en bijbehorende membramen) onder stromend water afspoelen. Eerst met koud water, daarna met warm water (in verband met het stollen van de eiwitten).
  • Bij zichtbaar vuil in heet water met afwasmiddel schoonmaken (gebruik een speciale flessenborstel/rager). Daarna van binnen goed spoelen met water.
  • Eén keer per 24 uur flessen, spenen en kolfmateriaal 3 minuten uitkoken of in de vaatwasser op minimaal 55°C. Dit doet u dagelijks gedurende de eerste 6 maanden, daarna één keer per week.
  • Spullen op een schone doek (theedoek of hydrofiele luier) laten drogen aan de lucht, daarna droog en afgesloten wegzetten.
  • Fles afsluiten en rest in bakje of hydrofiele luier. Speen in een afgesloten bakje of boterhamzakje in de koelkast.

Hoeveelheid

  • Bij borstvoeding kunt u uw kind voeden ‘on demand’ (op vraag), minimaal zes voedingen per dag (afhankelijk van het gewicht en de leeftijd van uw kind)
  • Bij flesvoeding krijgt u een voedingsadvies mee naar huis. De kinderarts of de wijkverpleegkundige past het advies afhankelijk van het gewicht en de leeftijd aan.
  • Bij vragen over de voeding kunt u altijd terecht bij het consultatiebureau.

Bewaren

  • Thuis mag u afgekolfde moedermelk maximaal drie dagen bewaren in de koelkast, drie maanden in het vriesvak van de koelkast en zes maanden in de vrieskast.
  • Het ontdooien doet u in de koelkast of onder lauw stromend water.
  • Ontdooide moedermelk mag u maximaal 24 uur bewaren in de koelkast.

Verwarmen

  • Het verwarmen van moedermelk kunt u het beste au bain marie of in de flessenverwarmer doen. (Of eventueel in de magnetron op de laagste stand met tussendoor zwenken. Let erop dat u hierbij wel mogelijk verlies van belangrijke bestanddelen van de voeding krijgt.)
  • Controleer altijd de temperatuur op de binnenkant van uw pols.
  • Bij het gebruik van een flessenwarmer dagelijks water verversen.

Klaarmaken

Op de verpakking van de poedermelk staat vaak nauwkeurig beschreven hoe dit moet worden gemaakt. Er zijn twee manieren:

Flesvoeding voor één keer:

  • Gebruik bij voorkeur water uit de kraan (het water bevat hier weinig kalk).
  • Maak de hoeveelheid water in de fles handwarm (ca. 35 tot 40 graden) met de magnetron, au bain marie, flessenwarmer of neem (handwarm) water uit de kraan.
  • Verwarmde voeding binnen één uur gebruiken en restjes weggooien.

Flesvoeding voor meerdere keren:

  • Gebruik afgekoeld gekookt water voor de bereiding.
  • Klaargemaakte voeding achter in de koelkast (niet in de deur) en maximaal acht uur bewaren. Buiten de koelkast maximaal één uur.

Uitscheiding

Natte luiers

Vóór elke voeding verschonen. Minimaal zes tot acht natte luiers per 24 uur is voldoende. Voorkom luieruitslag door regelmatig te verschonen en niet te veel luierdoekjes te gebruiken. Tijdens het verschonen gebruik je de billendoekjes van voor naar achter.

Luieruitslag

Maak bij luieruitslag zo min mogelijk gebruik van luierdoekjes. Liever alleen verschonen met water. Maak gebruik van een zalf die geadviseerd wordt bij luieruitslag. Als de uitslag langer dan drie dagen aanwezig is, neem dan contact op met de wijkverpleegkundige of huisarts. De kans op een schimmelinfectie is dan aanwezig.

Borstvoeding

Kinderen die borstvoeding krijgen, kunnen elke voeding een poepluier hebben maar ook wel één keer per week. Dit is normaal. Kinderen die flesvoeding krijgen, moeten wel minimaal één keer per één à twee dagen een poepluier hebben.

Ontlasting

Let op dunne ontlasting. Wanneer u borstvoeding geeft, kan uw kind zogenaamde spuitluiers hebben (dit is veel dunne ontlasting). Dit is geen reden tot zorg, maar mocht uw kind bij die dunne ontlasting ook een verhoogde temperatuur hebben en uw kind voelt zich niet prettig (sloom, spugen etc.), waarschuw dan uw huisarts.

Slapen en rust

Bed

Maak het bedje laag op en gebruik dekentjes met katoenen lakens, in verband met grotere kans op wiegendood. Een eigen knuffel en een muziekdoosje zijn voldoende.

Slaaphouding

U kunt uw kindje het beste tot de uitgerekende datum in zijligging leggen, afwisselend rechts en links. Daarna op de rug leggen, waarbij u het hoofd afwisselend op de rechteren linkerkant legt.

Buikligging

Leg uw kind ook regelmatig op de buik om de spierontwikkeling te bevorderen. Doe dit alleen in uw aanwezigheid. Leg uw kind niet op de buik te slapen.

Rust

Bied uw kind rust en regelmaat aan, maar ga gerust door met uw dagelijkse werkzaamheden.

Huilen

Een pasgeborene mag tien procent van de dag huilen, dat is normaal huilgedrag. Uw kind kan om verschillende redenen huilen: uw kind wil mogelijk voeding, verzorging, rust, contact of wil spanning ontladen. Even huilen is niet erg. U kunt uw kind ondersteunen door rust en troost. Het dragen in een draagzak als troost kan helpen.

Krampen

Bij krampjes kunt u uw kind over de buik masseren, in de draagzak dragen of buikligging geven (blijf wel bij uw kind). U kunt ook nagaan wat u zelf heeft gegeten als u borstvoeding geeft (bruine bonen bijvoorbeeld).

Gedrag

Responsief reageren

Responsief betekent beantwoordend. Reageer op uw kind, door oogcontact te zoeken en praat op een vriendelijke toon. Dit is belangrijk voor de algehele ontwikkeling van uw kind.

Hechting

Het is belangrijk om zelf zoveel mogelijk uw kind te verzorgen. Dit bevordert de hechting met uw kind, zo leert u uw kind kennen.

Broertjes en zusjes

Laat broertjes of zusjes ook bij de verzorging kijken. Betrek ze bij de zorg, door ze te laten helpen. Zo leert het oudere kind ook zijn of haar broertje of zusje kennen.

Wennen

Houd er rekening mee dat uw kind anders kan reageren dan u gewend bent in het ziekenhuis. Dit is normaal. Uw kind zal moeten wennen aan de andere omgeving. Het is thuis vaak een stuk rustiger.

Contact

Heeft u nog vragen dan staat de verpleegkundige die voor uw kind zorgt u graag te woord. Het kan handig zijn om uw vragen van tevoren op papier te zetten.

Als u al thuis bent, dan kunt u contact opnemen met de JGZ (telefoonnummer van het consultatiebureau vindt u op internet; dat verschilt per regio) of – tijdens de eerste dagen na thuiskomst – met de NICU via telefoonnummer:

Unit 1
088 624 61 31

Unit 2
088 624 61 32

Unit 3
088 624 61 33

Wij wensen u een prettige thuiskomst!

Meer informatie

Voor meer algemene informatie kunt u zich wenden tot een van de onderstaande landelijke patiëntenverenigingen of ouderverenigingen.

Care4Neo (voorheen Vereniging voor Couveuseouders)
Marshallweg 13 (unit 2)
3068 JN Rotterdam
(070) 38 62 353
info@care4neo.nl
www.care4neo.nl

Vereniging Borstvoeding Natuurlijk
Postbus 119
3960 BC Wijk bij Duurstede
www.borstvoedingnatuurlijk.nl

Borstvoedingsorganisatie La Leche League
Postbus 212
4300 AE Zierikzee
www.lalecheleague.nl

Laatst gewijzigd 3 april 2024 / 7189