Contact
  1. 7272-Anesthesie en post-operatieve zorg bij MitraClip-operatie of aortaklepingreep (TAVI)

​Binnenkort ondergaat u een MitraClip-operatie of een aortaklepingreep (TAVI). Bij deze operatie krijgt u algehele anesthesie (verdoving) en gaat u na afloop naar de Intensive care of naar de Hartbewaking. Om u zo goed mogelijk op de opname en operatie voor te bereiden krijgt u deze folder. Het is handig als u deze leest voordat de anesthesioloog, op de dag voor uw operatie, bij u langskomt. U kunt hem dan eventueel nog om uitleg vragen.

  • Tijdens een MitraClip-operatie wordt uw lekkende hartklep (mitralisklep) gerepareerd met een MitraClip die via uw lies wordt ingebracht.
  • Tijdens een aortaklepingreep (TAVI) wordt uw aorta klep via de liesslagader, sleutelbeenslagader of via een kleine opening van de borstwand of het borstbeen door een kunstklep vervangen.

Ervaren team

De operatie wordt uitgevoerd in de Hartcatheterisatiekamer door de cardioloog, veelal in samenwerking met de cardiothoracaal chirurg. De anesthesie bij deze operaties wordt gedaan door cardio-anesthesiologen. Na hun opleiding in de anesthesiologie hebben zij zich verder gespecialiseerd in de anesthesie bij hartoperaties.

De cardio-anesthesiologen zijn:

Een aantal cardio-anesthesiologen werkt ook op de Intensive care als intensivist. Een intensivist is een arts die gespecialiseerd is in intensive care-geneeskunde. De anesthesiologen worden geassisteerd door een groep zeer ervaren cardio-anesthesiemedewerkers.

Voor de operatie

Voor uw operatie komt de anesthesioloog bij u langs. Het is belangrijk dat u in ieder geval de volgende punten met de anesthesioloog bespreekt: 

  • overgevoeligheid voor medicijnen;
  • problemen met uw gebit of met uw mondopening;
  • problemen met uw nek, bewegingsbeperkingen;
  • als u slikklachten heeft, bijvoorbeeld dat voedsel niet goed zakt, achterblijft in de keel of terugkomt in de mond;
  • als u onder geen enkele omstandigheid bloedproducten wilt ontvangen.

De avond voor uw operatie krijgt u alleen als het nodig is een slaaptablet. De volgende ochtend krijgt u soms nog een deel van uw medicijnen. De verpleegkundige geeft deze medicijnen aan u, zodat u daar niet zelf over hoeft na te denken.

Als het zover is, wordt u naar de Hartkatheterisatiekamer gebracht. Daar wordt u op de operatietafel geholpen. U wordt dan nogmaals gevraagd om te vertellen wie u bent, wat uw geboortedatum is en of u overgevoelig bent voor medicijnen. Daarna krijgt u plakkers op voor hartbewaking en krijgt u een plakker op uw voorhoofd. Hiermee kunnen we hersensignalen meten en aan de hand daarvan de diepte van de slaap bepalen en sturen.

Om u in slaap te brengen krijgt u een infuus in de hand of op de arm. Voor de veiligheid krijgt u, na plaatselijke verdoving, een dunne canule in de slagader aan de binnenkant van de pols of de elleboog om uw bloeddruk slag op slag te kunnen meten.

Tijdens de operatie

Via het infuus wordt u in slaap gemaakt. Als u slaapt, krijgt u een buisje in uw luchtpijp voor de beademing en een echoprobe in de slokdarm om continu de functie van uw hart te kunnen controleren. Het is daarom van belang om het aan de cardio-anesthesioloog te vertellen als uw gebit niet goed vastzit of als uw mondopening beperkt is of als u uw nek maar beperkt kunt bewegen. Of als het eten niet goed wil zakken door slikklachten.

In uw hals plaatsen we een infuus (centrale lijn), waarmee de drukken in het hart kunnen worden gemeten. Bij de TAVI-procedure krijgt u ook een tijdelijke pacemakerdraad via de ader in de hals. In veel gevallen wordt er nog een tweede infuus in een arm aangelegd. U krijgt altijd een urinekatheter.

Na de operatie

Als de operatie klaar is, wordt u wakker gemaakt en in uw bed naar de Intensive care of naar de hartbewaking gebracht. Uiteraard zijn dan het beademingsbuisje en de echoprobe uit uw keel. U blijft in ieder geval de rest van de dag en de nacht op de Intensive care of hartbewaking. Bijna alle patiënten gaan de volgende dag naar de verpleegafdeling. De infuus- en druklijnen en de tijdelijke pacemakerdraad worden meestal op de dag na de operatie verwijderd.

Mogelijke complicaties

De cardioloog en/of de cardiothorcaal chirurg zullen de verschillende risico’s met u bespreken. Hier noemen wij vooral de risico’s die samenhangen met de anesthesie of de opname op de Intensive care.

  • Door de beademingsbuis en de echoprobe in uw mond ontstaat heel soms een beschadiging van het gebit. Soms ontstaat er een wondje aan de lippen. De keel kan na afloop wat gevoelig zijn.
  • In het begin kunt u na de operatie nog wat pijn hebben. De verpleegkundige vraagt u regelmatig hoeveel pijn u heeft en past zo nodig de pijnmedicatie aan. Aarzel niet om het aan te geven als u meer pijnmedicatie nodig heeft.
  • Er is een kleine kans dat u bloedproducten nodig heeft tijdens of na de operatie. Als u absoluut geen bloed wilt krijgen, kunt u niet bij ons worden geopereerd.
  • Er zijn maar weinig mensen misselijk na deze operatie.
  • Een operatie aan het hart is een ingrijpende gebeurtenis in een mensenleven. Er is een kans dat u na de operatie een periode last heeft van emotionele buien, van vergeetachtigheid of van concentratieproblemen.

Meer informatie

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben of wilt u specifieke zaken bespreken, dan kunt u dat doen met de cardio-anesthesioloog die op de dag voor uw operatie bij u langskomt. Dit kan een andere arts zijn dan de cardio-anesthesioloog die u op de operatiekamer ziet. Ook de verpleegkundigen van de afdeling weten veel over deze behandeling. Ook zij kunnen uw vragen in veel gevallen beantwoorden. 

Wij wensen u een heel goed verloop van de operatie en een spoedig herstel toe.

Laatst gewijzigd 28 februari 2023 / 7272