Contact
  1. 8296-Selectieve interne radiotherapie (SIRT) uitzaaiingen lever

Bijlage van het PID Uitzaaiingen in de lever

Selectieve interne radiotherapie is een behandeling bij uitzaaiingen in de lever. In dit hoofdstuk leest u meer over deze behandeling. Over de voorbereiding, de opname en de behandeling. Zo kunt u zich goed voorbereiden.

SIRT is een gerichte behandeling van kanker in de lever. Hierbij wordt gebruikgemaakt van miljoenen minuscule bolletjes met radioactief Yttrium-90. Via een slangetje (katheter) in de lies worden deze radioactieve bolletjes in de lever gespoten. Daar lopen ze vast in de vertakkende, steeds kleiner wordende bloedvaten van de tumor. De tumorcellen worden hierbij in feite van binnenuit bestraald en vernietigd. De gevolgen voor het gezonde leverweefsel rond de tumor zijn klein. Door de tumoren van binnenuit met straling te behandelen kan er een hoge dosis straling worden toegediend met weinig schade voor de omliggende organen.

Deze behandeling wordt gegeven aan patiënten die niet meer geopereerd kunnen worden en niet meer reageren op chemotherapie, of vanwege bijwerkingen daarvan moeten stoppen. Dit betekent dat deze patiënten niet meer beter kunnen worden. Het doel van deze behandeling is om het leven te verlengen. Daarom wordt deze behandeling een palliatieve behandeling genoemd.

De behandeling wordt uitgevoerd door een medisch team. Dit team bestaat uit een interventieradioloog en een nucleair geneeskundige, een specialist op het gebied van radioactieve stoffen. De behandeling gebeurt in twee fasen: een voorbereidende fase en de eigenlijke behandeling.

Voorbereidende fase (1e fase)

  • Om ervoor te zorgen dat de radioactieve bolletjes precies op de juiste plek in de lever worden toegediend, maken we eerst een angiografie. Op de angiografie zien we alle bloedvaten naar en rondom uw lever.
  • Daarna maken we alle bloedvaten die vanuit de leverslagader niet naar de lever gaan dicht (embolisatie). Zo voorkomen we dat er radioactieve bolletjes buiten de lever terechtkomen en schade aanrichten.
  • Hierna wordt een kleine hoeveelheid radioactief eiwit ingespoten. Daarmee wordt de behandeling als het ware gesimuleerd. Met een scan beoordelen we vervolgens de verdeling van het radioactieve eiwit. Als dit goed is, kan de werkelijke behandeling gepland worden.

Opname

Tijdens deze voorbereidende fase wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Na uw opname wordt bloed geprikt om uw nier- en leverfunctie te bepalen. Daarnaast wordt er een infuus ingebracht en u krijgt een operatiejasje aan. Voor dit onderzoek moet u nuchter zijn, u mag 3 uur voor het onderzoek niet meer eten of drinken. Vanuit de afdeling wordt u naar afdeling Radiologie gebracht.

Proefbehandeling

Op de afdeling Radiologie wordt uw lies gedesinfecteerd en met steriele doeken afgedekt. Dit is om infecties te voorkomen. De radioloog geeft u in de liesstreek een plaatselijke verdoving, dit geeft vaak kortdurend een wat branderig gevoel.
Als de verdoving is ingewerkt wordt de slagader in de lies aangeprikt. Daarna wordt er een dun slangetje (katheter) ingeschoven. Het slangetje wordt vervolgens naar de juiste plaats opgeschoven. Via röntgendoorlichting bekijken we of dit goed gaat. 

Om de bloedvaten zichtbaar te maken, spuiten we contrastvloeistof in. Deze vloeistof geeft een warm gevoel op verschillende plaatsen in uw lichaam. Dit gevoel verdwijnt binnen een minuut.

Tijdens het inspuiten van de vloeistof worden er röntgenfoto’s gemaakt. Het is belangrijk voor het slagen van de behandeling dat u stil blijft liggen. Na het maken van de foto’s worden ze direct bekeken op een monitor. Het kan zijn dat er nog aanvullende foto’s moeten worden gemaakt. U krijgt dan opnieuw contrastvloeistof ingespoten.    

Zodra het juiste bloedvat gevonden is, dienen we de proefinjectie toe. Hiervoor is de nucleair geneeskundige aanwezig bij de behandeling. Als de behandeling klaar is, halen we de katheter uit uw bloedvat. Het bloedvat wordt gesloten met een hechting aan de binnenkant van het bloedvat of door de lies af te drukken en een drukverband te plaatsen.

De behandeling neemt ongeveer twee uur in beslag.

Na de behandeling

Om de kans op nabloedingen zo klein mogelijk te houden, moet u 3 tot 6 uur in bed blijven liggen. Dit is afhankelijk hoe de behandeling gegaan is. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk en polsslag.

SPECT-scan

Binnen twee uur na de proefinjectie krijgt u nog een SPECT-scan om te kijken of de proefbehandeling gelukt is.

Eten en drinken

U mag na de behandeling weer eten en drinken.

Als de scans zijn beoordeeld en de behandeling wordt goedgekeurd, streven we ernaar om 2 weken na de proefprocedure de feitelijke behandeling te laten plaatsvinden.

Feitelijke behandeling (2e fase)

Op de dag van de behandeling wordt u opnieuw opgenomen in het ziekenhuis. Na het bloedonderzoek wordt u naar de afdeling Radiologie gebracht. De behandeling verloopt bijna hetzelfde als de proefbehandeling. Alleen worden nu de echte radioactieve bolletjes ingespoten.

De volgende ochtend wordt er weer een scan gemaakt op de afdeling Nucleaire geneeskunde. Op de scan wordt de verdeling van de radioactieve bolletjes over de lever in kaart gebracht. Als alles goed gaat, mag u de ochtend na de behandeling weer naar huis.

Bijwerkingen en complicaties

Tijdens of na de behandeling kunt u last krijgen van een soort algehele malaise met pijn, verhoging, misselijkheid, braken en spierpijn, kortom griepachtige verschijnselen. Deze verschijnselen verdwijnen vanzelf na 1 tot 2 weken. Als u de klachten niet vertrouwt of u krijgt koorts, moet u de regieverpleegkundige bellen.

Complicaties

Rondom de plaats waar de arts heeft geprikt, kunnen blauwe plekken ontstaan. Dit zijn bloeduitstortingen; ze trekken vanzelf weer weg.

Onderzoeken, waarbij katheters in de bloedvaten worden ingebracht, verlopen meestal zonder problemen. Een enkele keer treden er bijverschijnselen op, zoals een bloeduitstorting op de plaats waar de katheter werd ingebracht. Of een overgevoeligheidsreactie op het contrastmiddel. Daarnaast treden hoogst zelden complicaties op, bijvoorbeeld stolselvorming, die kan leiden tot afsluiting van een bloedvat.

Als (tumor-)weefsel afsterft, kan dit gaan ontsteken (leverabces). Ook kan de leverfunctie verslechteren (leverfalen). Als er per ongeluk toch radioactieve bolletjes buiten de lever terechtkomen, kunnen ze daar gezond weefsel beschadigen. Het gaat dan om longen, maag, alvleesklier, dunne darm, galblaas en/of galwegen. Dit is heel zeldzaam.

Het team dat het onderzoek uitvoert, is gespecialiseerd in het voorkomen en het behandelen van dergelijke problemen. De specialist die het onderzoek heeft geadviseerd, weegt altijd de kleine kans op complicaties af tegen de voordelen die de angiografie geeft. De arts op de kliniek houdt u goed in de gaten. Hij probeert eventueel vooraf rekening te houden met een complicatie die u kan krijgen.

Nacontroles

U krijgt de volgende controles:

  • Gedurende de eerste 4 weken telefonische controle en bloedonderzoek.
  • Daarna een controle op de polikliniek bij uw specialist.
  • Drie maanden na de SIRT-behandeling wordt met een CT-scan het resultaat bekeken.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent. U vindt de contactgegevens in hoofdstuk 1 van het PID Uitzaaiingen in de lever.

Laatst gewijzigd 24 november 2023 / 8296 / P