Contact
  1. 8653 VP-drain

Ventriculo peritoneale drain

U heeft een aandoening waarbij uw hersenkamers groter worden door teveel hersenvocht. U krijgt binnenkort een VP-drain om dit teveel aan hersenvocht af te voeren. Een drain is een slangetje dat de arts in uw hersenkamer inbrengt. Dit voert het vocht af naar uw buik. In deze folder leest u meer over deze operatie, zodat u goed voorbereid bent.

Wat zijn hersenkamers?

Dit zijn holten in uw hersenen waar het hersenvocht wordt aangemaakt. In de hersenkamers wordt per dag ongeveer 500 ml hersenvocht aangemaakt. De inhoud van de hersenkamers en de ruimtes rondom uw hersenen en ruggenmerg samen, is maar 150 ml. De aanmaak en afvoer van het hersenvocht is bij u uit balans. Dat veroorzaakt uw klachten.

Welke klachten kunt u hebben?

  • hoofdpijn
  • overgeven
  • wazig zien
  • verwardheid
  • urine verliezen
  • problemen met lopen

Voorbereiding

  • De neurochirurg bespreekt met u de operatie, risico’s en de te verwachten opnameduur.
  • Ook het gebruik van medicijnen bespreekt de neurochirurg met u.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? U hoort van de neurochirurg of anesthesioloog of u hiermee (tijdelijk) moet stoppen.

Opname

Wanneer meldt u zich in het ziekenhuis?

  • U wordt één dag voor uw operatie opgenomen. Of op de operatiedag zelf.
  • Meldt u zich op de afgesproken tijd bij de Centrale balie in de Centrale hal van het ziekenhuis.
  • Een gastheer of -vrouw brengt u vervolgens naar de verpleegafdeling.

Wat gebeurt er op de opnamedag?

  • U heeft een gesprek met een verpleegkundige van de afdeling. U krijgt van de verpleegkundige informatie over de afdeling en de operatie.
  • De verpleegkundige meet uw polsslag, bloeddruk en temperatuur.
  • Heeft u nog geen ontlasting gehad? Dan krijgt u mogelijk een klysma. Lees daar meer over in de folder ‘Laxeren voor de operatie’ Wordt u opgenomen op de dag van uw operatie? Dan is laxeren niet nodig.
  • Heeft u ontlastingsproblemen? Geef het dan aan bij de verpleegkundige.
  • U hoort van de verpleegkundige om hoe laat u wordt geopereerd. Dit tijdstip kan dan nog wel wijzigen.

Wilt u meer weten over uw opname? Lees dan de folder ‘Opname in Isala

Operatie

Wat gebeurt er op de dag van uw operatie?

  • Vanaf 24.00 uur ’s nachts moet u nuchter zijn voor de operatie. Dat betekent dat u dan niets meer mag eten en drinken.
  • Was uw haar (hoofdhuid) met Betadine shampoo. Deze shampoo voorkomt infecties. U krijgt de shampoo van uw verpleegkundige.
  • Gebruik geen deodorant en make-up.
  • Verwijder nagellak.
  • Doe sieraden af.
  • Kort voor uw operatie krijgt u operatiekleding aan. Dat is een blauw hemdje en een papieren onderbroek.
  • U krijgt paracetamol.
  • Heeft u een kunstgebit, gehoorapparaat of bril? Berg deze dan op.
  • De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Dat noemen wij de holding.
  • Daar stapt u over op een operatietafel.
  • U wordt naar de operatiekamer gereden.
  • De anesthesieassistent sluit u aan op een monitor om uw hart te bewaken.
  • U krijgt een bloeddrukband om en een infuus in uw arm.
  • Via het infuus krijgt u een verdovingsmiddel. Dit werkt heel snel. U bent dan helemaal verdoofd en valt in een diepe slaap.

Hoe gaat de operatie?

  • Bij een VP-drain wordt achter uw oor een klein gaatje in uw hoofd geboord.
  • Via dit gaatje wordt de drain in uw hersenkamer gebracht.
  • Daarnaast maakt de neurochirurg een klein sneetje in uw buikwand. Hierdoor schuift de neurochirurg de drain naar uw buikholte.
  • Het hersenvocht wordt vervolgens afgevoerd en opgenomen door het buikvlies.

Na uw operatie

  • Na uw operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer.
  • U heeft hechtingen aan de buitenkant: achter uw oor, op uw buik en soms in uw nek.
  • U ligt aan een monitor: zo controleren wij uw hartslag, ademhaling en bloeddruk.
  • Ook heeft u een infuus om u vocht te kunnen geven.
  • Heeft u pijn of bent u misselijk? Dan krijgt u van de verpleegkundige hiervoor medicijnen. De wondjes van de operatie kunnen enkele dagen tot weken gevoelig blijven. Bij sommige mensen duurt dit langer.
  • Zijn alle controles goed? Dan mag u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige haalt u dan op.
  • Zodra u weer terug bent op de verpleegafdeling, controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk en polsslag. Ook controleert de verpleegkundige het gevoel en kracht in uw armen en benen.
  • Belangrijk: binnen 4 tot 6 uur na uw operatie moet u hebben geplast. Lukt het niet om te plassen? Dan krijgt u een blaaskatheter.
  • U mag weer langzaamaan eten en drinken.
  • Omdat de druk in uw hoofd lager is dan vóór de operatie, kunt u hoofdpijn krijgen en duizelig zijn. Dit gebeurt vooral als u overeind komt. Het kan even duren voordat deze klachten verdwijnen. Oefen regelmatig door de hoofdsteun van uw bed, een stukje hoger te zetten. Of zit rechtop. Daarnaast kan het helpen om veel te drinken.

Wat gebeurt op de dag na uw operatie?

  • U mag weer uit bed. De eerste keer helpt de verpleegkundige u daarbij. Op een later moment mag u dat zelf proberen.
  • Als u weer voldoende drinkt en geen medicijnen via het infuus meer krijgt, verwijdert de verpleegkundige het infuus.
  • De verpleegkundige verzorgt de wondjes. Zijn de wondjes droog? Dan heeft u geen nieuwe pleister meer nodig.
  • De verpleegkundige kan u helpen met wassen en aankleden.

Naar huis

Op de dag van uw ontslag

Het herstel na een operatie gaat bij iedereen anders. Hoe snel dit gaat, is ook afhankelijk van uw lichamelijke conditie. Maar ook hoe lang u klachten heeft gehad.

Wanneer u naar huis mag, hangt af van uw herstel. De verpleegkundige overlegt het ontslagmoment met de verpleegkundig specialist of arts en daarna met u. De verpleegkundige bespreekt met u hoe laat u naar huis kunt. Voordat het zover is, heeft u nog een ontslaggesprek met uw verpleegkundige. Lees ook de folder ‘Zorg na ziekenhuisopname’.

Hoe verzorgt u de wond?

  • U mag 2 dagen na de operatie uw haren weer wassen. Heeft u nog hechtingen? Dan wast u uw haren met Betadine shampoo of een milde babyshampoo.
  • Doe voorzichtig met uw nog gevoelige hoofdhuid. Ga niet gelijk met uw hoofd in de felle zon of in de kou. U kunt dan hoofdpijn krijgen.

U mag gewoon bewegen

Het is wel verstandig uw conditie de eerste 6 weken weer langzaam op te bouwen. En als u bukt, ga dan eerst door uw knieën.

U mag niet zelf autorijden
Dat mag pas weer na uw controleafspraak met de neurochirurg. Als de neurochirurg aangeeft dat u weer mag autorijden.

Werken

Na 6 tot 8 weken mag u licht werk doen, denk aan kantoorwerk of licht huishoudelijk werk. Tijdens uw controleafspraak bespreekt u wanneer u weer mag werken en sporten.

Wanneer moet u contact opnemen?

Zoals bij elke operatie, bestaat ook bij deze operatie een risico op complicaties. Uw arts heeft deze mogelijke problemen al met u besproken. Heeft u nog vragen? Stel die dan aan uw arts.

Mogelijke problemen zijn:

  • Bij elke operatie wordt de huid geopend. Daardoor is er kans op een infectie.
  • Door de veranderde druk in uw hersenen kunt u de eerste paar dagen last hebben van: hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid.
  • Een nabloeding komt heel weinig voor. De wond is dan heel dik en pijnlijk.
  • Het slangetje kan verstoppen, losraken, knikken, lussen vormen of in littekenweefsel terecht komen. Hierdoor kunt u klachten krijgen, welke u ook had voorafgaand aan uw operatie.

Heeft u last van bovengenoemde problemen? Neem dan contact met ons op.

Krijgt u een MRI (in de toekomst)?
Als u een VP-drain heeft, is een MRI scan gewoon mogelijk. Maar het is wel belangrijk, dat u na een MRI altijd een ‘klepcontrole’ laat doen. Vraag dit aan uw arts/ziekenhuis, waar u de drain heeft gekregen. Door een MRI kan namelijk de stand van een klep in uw hoofd veranderen. Deze klep bepaalt de hoeveelheid hersenvocht dat afgevoerd wordt. Het is daarom belangrijk dat uw arts controleert of de stand nog goed is

Contact

Heeft u vragen? Bel dan met

afdeling Neurochirurgie
088 624 78 96 (ook buiten werkdagen bereikbaar)

Laatst gewijzigd 30 oktober 2023 / 8653