Contact
  1. 'Door een schokje reset je als het ware het hart'

Elke dag delen gespecialiseerd verpleegkundige Janneke Bolks en haar collega’s rond de 9 schokken uit. Zo herstellen zij bij patiënten met atriumfibrilleren het hartritme. ‘Met dat schokje reset je als het ware het hart’.

Janneke Bolks

Twee dagen per week is Jannekes werkplek het Hartcentrum in Isala Meppel. Janneke: ‘In Isala Meppel zijn we gespecialiseerd in cardioversiebehandelingen.’ Dat laatste is een moeilijk woord voor de behandeling van atriumfibrilleren, waarbij met een stroomstootje het hartritme hersteld wordt.

Moe en kortademig

‘Patiënten met een onregelmatig hartritme merken dit vooral doordat zij vaak kortademig en snel moe zijn’, vertelt Janneke. ‘Ook kunnen ze zich onrustig voelen en houden ze vaak vocht vast. Dat vocht vasthouden komt omdat hun hart het bloed niet efficiënt rondpompt.’ Het is een aandoening die relatief vaak voorkomt. ‘Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans is dat je atriumfibrilleren krijgt’, vervolgt Janneke haar verhaal. ‘Daarbij telt ook je medische voorgeschiedenis mee; na een hartinfarct is bijvoorbeeld de kans op atriumfibrilleren groter.’

Veel kennis en ervaring in Isala Meppel

Patiënten met atriumfibrilleren worden voornamelijk behandeld in Isala Meppel. ‘Op onze afdeling in Meppel staat alles in het teken van zorg voor mensen met atriumfibrilleren. Daardoor hebben alle collega’s die hier werken veel kennis over deze aandoening en kunnen we onze zorg rond de patiënt organiseren. In Zwolle wordt deze behandeling alleen uitgevoerd als deze acuut nodig is. Alle andere patiënten komen naar Meppel.’

Hoe dat er in de praktijk uitziet, vertelt Janneke aan de hand van de dagindeling. ‘Elke werkdag komt om 8.00 uur de eerste patiënt binnen. Elk half uur daarna arriveert een nieuwe patiënt, die hetzelfde behandeltraject volgt. In totaal behandelen we zo 9 mensen met hartritmestoornissen op dezelfde dag.’

‘Nadat een patiënt binnenkomt op de afdeling voeren we een aantal onderzoeken uit, waaronder een bloedafname en een ecg. Daarna maken de verpleegkundigen de patiënt klaar voor de behandeling. Vervolgens wordt de patiënt naar de cardioversiekamer gebracht. Hier checkt de physician assistant samen met mij nog een keer een aantal zaken, zoals de geboortedatum, of de patiënt nuchter is en zijn of haar bloedwaarden en medicatie. Ook vragen we nogmaals om toestemming voor de behandeling. Hierna brengt de sedationist de patiënt onder sedatie.’

Hartritme herstellen

Als de patiënt goed gesedeerd is, dient Janneke met de defibrillator een stroomstootje toe aan zijn of haar hart. ‘Door dat schokje reset je als het ware het hart. Op de monitor zie ik direct of het schokje geholpen heeft om het hart weer in het juiste ritme te laten kloppen. Soms is het eerste schokje nog niet voldoende. Dan proberen we het nog een keer. Als na drie keer het ritme nog niet hersteld is, gaat de patiënt, op een later moment, terug naar de cardioloog. Zij kijken samen wat dan de juiste behandeling is.’

Gelukkig lukt het bij verreweg de meeste patiënten wel om het hartritme te herstellen. ‘Sommige patiënten merken direct verschil, anderen merken het pas later in hun dagelijks leven. Zij zijn dan minder moe en minder snel kortademig. Het is mooi om met zo’n relatief kleine behandeling zo’n verschil te kunnen maken.’