Contact
  1. 'Ik heb een fantastische tijd gehad'

ANDERE TIJDEN | In maart is het zover. Dan nemen wij het nieuwe ziekenhuis in Meppel in gebruik. Alle reden om met diverse Meppelaars terug te kijken. Deze keer Ria Havelaar-Wille, voormalig verpleegkundige en hoofd Intensive care/Coronary care (hartbewaking).

Ria Havelaar-Wille, voormalig verpleegkundige en hoofd Intensive care en Coronary care Diaconessenhuis Meppel

Ria Havelaar-Wille, voormalig verpleegkundige en hoofd Intensive care/Coronary care (hartbewaking): ‘Het waren veertig rijke dienstjaren. Ik heb een fantastische tijd gehad.’

Haar ouders zagen haar liever naar de kweekschool gaan, maar Ria Havelaar-Wille (74) wilde de zorg in. Na de vooropleiding in Groningen begon de Meppelse in 1965 aan de inservice-opleiding in het Diaconessenhuis. Ria kijkt met ongelooflijk veel plezier terug op haar veertig dienstjaren. 

In het zusterhuis was het ‘hartstikke gezellig’, maar de leerling-verpleegsters moesten wel in de pas lopen. Midden jaren zestig waren de omgangsvormen tussen leerlingen, hoofdzusters en artsen heel formeel, memoreert Ria. Het gezamenlijke gebed werd aangekondigd met een belletje en in de eetzaal bleef je staan tot de directrice ging zitten. Ria trof bovendien een hoofdzuster die haar voortdurend op een misstap probeerde te betrappen. ‘Er werd goed op me gelet’, klinkt het diplomatiek. Ze liet echter nooit over zich heen walsen. ‘Als ik onrechtvaardig werd behandeld, kwam ik wel voor mezelf op.’

Gebitten poetsen

Na het voltooien van de inservice-opleiding en het behalen van de kraamaantekening was ze in 1969 klaar voor het echte werk. In dat jaar begon zuster Ria haar loopbaan op de afdeling Interne. ‘De verscheidenheid van ziektebeelden sprak me enorm aan.’

Als verpleegster had ze acht patiënten onder haar hoede en verrichtte ze uiteenlopende werkzaamheden. Van patiënten wassen en temperaturen tot gebitten poetsen en po’s spoelen. ‘Wie niet zelfstandig mocht eten, werd gevoerd.’ Na de middagmaaltijd was het tijd voor de overdenking. ‘Dan plaatste ik een krukje voor de deur en las een stukje voor uit de Bijbel.’

Reuze spannend

Naast haar reguliere verpleegkundige taken raakte Ria ook regelmatig verzeild in acute situaties. Haar eerste reanimatie herinnert ze zich als de dag van gisteren. ‘Een man van in de veertig kreeg een hartstilstand in de badkamer. Terwijl de arts hartmassage toepaste, deed ik mond-op-mond beademing. Hij overleefde het, maar ’s nachts ging het weer mis. Met behulp van de defibrillator van de OK heeft hij het alsnog gered. De combinatie van een acute setting in combinatie met moderne technieken vond ik reuze spannend.’

In die zin werd ze op haar wenken bediend. In 1969 kreeg het Diaconessenhuis namelijk versterking van twee jonge internisten uit Utrecht. Dit duo introduceerde begin jaren zeventig hartmonitoren in het Diac en Ria was meteen getriggerd. Ze toog linea recta naar de plaatselijke boekhandel om ECG-literatuur in te slaan. ‘Ik zoog die letterlijk informatie op, want ik wilde de cardiogrammen kunnen beoordelen.’

Nieuwsgierige blik

Haar interesse in innovatie (zoals hartbewakings- en beademingsapparatuur) bleef niet onopgemerkt. In 1974 werd ze – zonder noemenswaardige IC-expertise – gevraagd om leiding te geven aan de nieuw te bouwen Intensive Care/Coronary Care (hartbewaking). ‘Dat was heel eervol, maar ik wist niet of ik het zou kunnen.’ Haar moeder sprak toen de woorden: ‘Als zij denken dat je het kunt, zal dat wel zo zijn.’ Ria ging de uitdaging aan en er was één voordeel: niemand had meer bagage dan zijzelf.

Onder haar leiding groeide de Meppelse IC/CC uit tot een goed geoutilleerde en volwaardige afdeling. ‘We leverden het gehele palet aan bewakingszorg en na de vernieuwingsronde in 1996 vormde onze IC/CC een voorbeeld voor andere ziekenhuizen.’

Naast haar organisatorische taken stond ze regelmatig aan het bed. ‘Het contact met de patiënt heb ik altijd gekoesterd.’ Haar nieuwsgierige blik hoort eveneens bij haar. ‘Als ik iets nieuws hoor, zoek ik het onmiddellijk op, ook nu nog.’

Pionieren

In de jaren negentig kreeg ze meer administratieve taken en moest er bedrijfsmatiger worden gewerkt. Voor Ria reden genoeg om na 26 jaar IC haar verpleegkundige stiel weer op te pakken. In 2000 startte ze een nieuwe uitdaging als eerste wond-, stoma- en decubitusverpleegkundige van het Diaconessenhuis. Daarmee brak opnieuw een periode van pionieren aan, waarin ze deze drie domeinen duidelijk op de kaart zette. Precies vijf jaar later – haar teller stond op veertig dienstjaren – zwaaide ze af. ‘Ik wilde niet eindigen als een zure overwerkte verpleegkundige.’ Het bleek een perfecte timing. ‘Ik ben op het juiste moment gestopt én ik heb de mooiste tijd van het Diaconessenhuis meegemaakt. Ik was daar helemaal op mijn plek.’

Andere verhalen

Lees ook de verhalen van andere Meppelaars: 

Gerelateerd nieuws