Contact
  1. 5366-Sterilisatie vrouw

Een sterilisatie is een operatie om definitief (voor altijd) te voorkómen dat een vrouw zwanger wordt. Hieronder leest u welke operaties mogelijk zijn en wat u daarbij kunt verwachten.

Bij een sterilisatie worden de eileiders afgesloten. Zo kunnen zaadcellen de eicel uit de eierstok niet bereiken en bevruchten. Een zwangerschap is dan niet meer mogelijk. Slechts bij zeer grote uitzondering worden vrouwen na een sterilisatie toch zwanger.

De beslissing tot een sterilisatie

Het is verstandig de voor- en nadelen van een sterilisatie tegen elkaar af te wegen, voordat u beslist om de ingreep te ondergaan. Zeer waarschijnlijk heeft u dit al gedaan voor het gesprek met de gynaecoloog en heeft u er ook al met uw huisarts over gesproken. Hieronder bespreken wij enkele punten die van belang kunnen zijn bij uw beslissing.

Verzekering

Een sterilisatie valt niet binnen het basispakket. Vraag uw zorgverzekeraar welke aanvullende verzekering voldoet. Dit verschilt per verzekeraar en per pakket en per jaar!

Spijt na een sterilisatie

Uit onderzoek en ervaring is bekend dat de kans op spijt voor sommige vrouwen groter is dan voor andere vrouwen. Welke vrouwen hebben meer kans op spijt?

Jonge leeftijd

Naarmate u jonger bent bij een sterilisatie, heeft u meer vruchtbare jaren voor u liggen waarin levensomstandigheden kunnen veranderen en waarin spijt mogelijk is. Uit onderzoek blijkt dat 20 procent van de vrouwen onder de dertig jaar later spijt heeft van de ingreep, tegenover 6 procent van de vrouwen die bij de sterilisatie dertig jaar of ouder waren.

Relatieproblemen

In Nederland eindigt ongeveer 30 procent van de huwelijken in een echtscheiding. Als u ten tijde van de sterilisatie relatieproblemen heeft, is de kans op scheiding groter, en daarmee ook de kans dat u nog eens een nieuwe relatie aangaat waarin u misschien wel zwanger wilt worden.

Sterilisatie tijdens zwangerschapsafbreking

Vrouwen die zich laten steriliseren tijdens een zwangerschapsafbreking (abortus provocatus), blijken vaker spijt te hebben van hun sterilisatie dan andere vrouwen. Een overhaaste beslissing of relatieproblemen spelen daarbij soms een rol. Enkele vrouwen die (weer) hebben gevoeld hoe het is om zwanger te zijn, blijken ondanks de zwangerschapsafbreking toch (weer) naar een kind te verlangen.

Sterilisatie tijdens keizersnede (of in het kraambed)

Vrouwen die tijdens een keizersnede of kort na de bevalling gesteriliseerd worden, hebben vaker spijt dan vrouwen die zich laten steriliseren nadat hun kind één jaar of ouder is. Soms heeft dit te maken met het feit dat een vrouw de zwangerschap 'zwaar' vond en het gevoel had 'dit nooit meer', terwijl de kinderwens een aantal jaren later toch groter blijkt dan de 'nadelen' van een nieuwe zwangerschap. 

Kans op menstruatieproblemen na sterilisatie

Veel vrouwen weten uit ervaring dat menstruaties bij gebruik van de pil korter duren, minder hevig, minder pijnlijk en regelmatiger zijn dan zonder pilgebruik. Gebruikt u de pil, bedenk dan dat u door het stoppen met de pil na een sterilisatie uw eigen menstruatiecyclus terugkrijgt. Als u zonder pilgebruik last had van pijnlijke, langdurige, hevige of onregelmatige menstruaties, bestaat de kans dat u hier opnieuw last van krijgt na de sterilisatie.

Hoe aanvaardbaar zijn voorbehoedmiddelen?

Bij een beslissing tot een sterilisatie is het van belang bovengenoemde punten af te wegen tegen voor- en nadelen van andere methoden om niet (meer) zwanger te worden. Alhoewel een sterilisatie voor veel vrouwen een goede oplossing is, biedt voor anderen een sterilisatie niet meer voordelen dan een ander voorbehoedmiddel dat hen goed bevalt. De zekerheid waarmee zwangerschap voorkomen kan worden speelt daarbij ook een rol.

Veel vrouwen die langdurig de pil gebruiken, zijn bang dat het niet goed voor hun gezondheid is om hier nog mee door te gaan, bijvoorbeeld tot de overgang. Van medische zijde bestaat echter weinig bezwaar tegen langdurig pilgebruik. Als u niet rookt, is er bij langdurig pilgebruik geen verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Als u wel rookt, is het roken een veel grotere risicofactor voor hart- en vaatziekten dan pilgebruik. Mocht u zich zorgen maken over hart en vaten, dan geeft stoppen met roken veel meer kans op een goede gezondheid dan stoppen met de pil. De huisarts kan u desgewenst ondersteunen bij het stoppen met roken.

Naast de pil zijn er nog andere voorbehoedmiddelen, zoals een koperhoudend spiraaltje of een spiraaltje dat het hormoon progesteron bevat (Mirena), condooms, of natuurlijke methoden van geboorteregeling.

Sterilisatie van man of vrouw

Niet zelden speelt bij een beslissing tot een sterilisatie de vraag wie zich zal laten steriliseren: de vrouw of de man. Een sterilisatie is bij een man minder belastend dan bij een vrouw: de ingreep gebeurt poliklinisch onder plaatselijke verdoving en de kans op complicaties is klein. De kans op zwangerschap is veel kleiner dan na een sterilisatie bij een vrouw, ongeveer 1 op 2000. Daar staat tegenover dat mannen tot op veel hogere leeftijd kinderen kunnen krijgen, waarmee de kans op spijt ook groter is als zij ooit een nieuwe relatie aangaan. Bovendien zijn hersteloperaties om een sterilisatie ongedaan te maken bij mannen vaak minder succesvol dan bij vrouwen. Mannelijke vruchtbaarheid is na een hersteloperatie vaak sterk verminderd door de vorming van antistoffen.

De uiteindelijke beslissing

Het is belangrijk dat u een beslissing tot een sterilisatie weloverwogen neemt. Twijfelt u na het gesprek met de gynaecoloog of na het lezen van deze informatie of een sterilisatie voor u wel de juiste oplossing is? Aarzel dan niet om meer bedenktijd te nemen. Voor veel vrouwen is een sterilisatie een prima oplossing, maar voor sommige vrouwen is een andere methode om zwangerschap te voorkomen soms beter.

Hoe zeker is een sterilisatie?

Veel vrouwen kiezen voor een sterilisatie omdat zij denken dat dit de meest zekere methode is om geen kinderen (meer) te krijgen. Toch geeft een sterilisatie geen 100 procent garantie om nooit (meer) zwanger te worden, hoewel de kans op zwangerschap klein is. De kans op zwangerschap is groter naarmate sterilisatie op jongere leeftijd plaatsvindt. Een vrouw van 39 jaar heeft immers in vergelijking met een vrouw van 25 jaar sowieso al minder kans om zwanger te worden, omdat de vruchtbaarheid afneemt naarmate de leeftijd vordert. Ook na een sterilisatie is daarom de kans op een zwangerschap kleiner voor een vrouw van 39 jaar dan voor een vrouw van 25 jaar.

Geschat wordt dat van de 100 vrouwen onder de 30 jaar die zich laten steriliseren, er ongeveer drie later zwanger worden en van de 100 vrouwen tussen de 30 en de 35 jaar twee. Van de 200 vrouwen boven de 35 jaar die gesteriliseerd worden, raakt er nog één onbedoeld zwanger. Deze kansen zijn waarschijnlijk even groot bij ringetjes als bij clipjes. Bij dichtbranden van de eileiders is de kans op zwangerschap mogelijk groter, tenzij bijna de hele eileider dicht gebrand wordt.

Vergelijken we een sterilisatie van de vrouw met een sterilisatie van de man en met pilgebruik (waarbij geen pillen vergeten worden), dan is een sterilisatie minder veilig en geeft ongeveer evenveel kans om zwanger te worden als tijdens het gebruik van een spiraaltje.

Wie doet de sterilisatie?

De gynaecoloog die u op de polikliniek spreekt, doet meestal zelf de sterilisatie. Soms gebeurt de sterilisatie om organisatorische redenen door een andere gynaecoloog of een arts in opleiding tot gynaecoloog. De sterilisatie wordt ook dan gedaan op de afgesproken manier. Heeft u bezwaar tegen een operatie door een andere arts, maak dit dan vóór uw opname in het ziekenhuis duidelijk kenbaar.

Hoe beleven vrouwen een sterilisatie?

Voor veel vrouwen is een sterilisatie een emotionele ingreep. De beslissing om geen kinderen (meer) te krijgen, is nu heel definitief. Soms gaat er aan een sterilisatie een lange discussie met de partner vooraf: 'wie van de twee'. Een enkele keer voelen vrouwen het als een belasting dat zij na het krijgen van kinderen ook nog deze ingreep moeten ondergaan, terwijl een sterilisatie voor een man een kleinere en minder belastende ingreep is. Aan de andere kant zijn mannen veel langer vruchtbaar en lopen daarmee meer kans ooit spijt te krijgen van een definitieve ingreep, mochten zij ooit in de toekomst een nieuwe relatie aangaan.

Veel vrouwen ervaren een sterilisatie, ondanks pijn en ongemak, als een opluchting. Geen dagelijkse zorgen meer om de pil op tijd in te nemen of geen verantwoordelijkheid meer voor het gebruik van een condoom of pessarium binnen een relatie. Sommige vrouwen vinden dat hun seksuele leven hierdoor verbetert.

In hormonaal opzicht verandert er niets, tenzij u met de pil stopt: dan komt uw eigen menstruatiecyclus weer op gang. De eicel wordt, net als in andere situaties waar geen zwangerschap ontstaat, door het lichaam opgeruimd. U komt na een sterilisatie ook niet eerder in de overgang. Voor een enkele vrouw die met de pil stopt, vallen de menstruaties tegen. Andere vrouwen ervaren het als opluchting geen bijwerkingen meer van de pil te hebben. Het merendeel van de vrouwen is dan ook tevreden met de sterilisatie.

Mogelijkheden tot herstel van de sterilisatie

Sterilisatie is in principe een definitieve ingreep. Zoals besproken is het verstandig een sterilisatie alleen te laten doen als de kans heel erg klein is dat u er spijt van krijgt. Toch krijgen sommige vrouwen spijt en vragen dan om een hersteloperatie (die niet altijd door de zorgverzekeraar vergoed wordt). Dan is een grotere operatie nodig, die veel zwaarder is en langer duurt dan de sterilisatie zelf. (Overigens is herstel na toepassing van de Essure®-methode niet mogelijk.)

De kans op zwangerschap na een hersteloperatie (40-85 procent) hangt onder andere af van de gebruikte sterilisatiemethode en de plaats waar de eileiders afgesloten zijn. De kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap na een hersteloperatie is licht verhoogd (2 procent).

Niet zwanger tijdens de operatie?

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat u tijdens de sterilisatie niet zwanger bent of dat er niet net een bevruchting heeft plaatsgevonden. Vrouwen die de pil gebruiken, kunnen het beste de pil doorgebruiken tot aan de operatie en daarna de strip afmaken. Zo voorkomt u dat u voortijdig menstrueert.

Een spiraaltje kan tijdens de sterilisatie verwijderd worden, maar dit is niet altijd verstandig. Als vlak na de eisprong een bevruchte eicel in de baarmoederholte is aangekomen, voorkomt een spiraaltje de innesteling. Haalt de gynaecoloog op dat ogenblik het spiraaltje weg, dan kan alsnog innesteling plaatsvinden, met een zwangerschap als gevolg. Bespreek met de gynaecoloog wat het beste tijdstip is om het spiraaltje te laten verwijderen.

Als u toch zwanger wordt

In uitzonderingsgevallen komt na een sterilisatie toch een zwangerschap voor. Zwangerschap kan optreden doordat de eileider uit zichzelf weer doorgankelijk wordt; soms doordat de sterilisatie niet goed is uitgevoerd. Bij een zwangerschap na een sterilisatie is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap groot: ongeveer 30 procent. Daarom is het belangrijk dat u een zwangerschapstest doet of laat doen als de menstruatie uitblijft. Mocht de test aantonen dat u zwanger bent, dan is op korte termijn onderzoek door een gynaecoloog noodzakelijk om te bezien of er sprake is van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. In dat geval is vaak een nieuwe operatie nodig.

Vergoeding en eigen bijdrage

De kosten van de sterilisatie worden door uw zorgverzekering ofwel geheel vergoed ofwel tot een bepaald bedrag. Dit is afhankelijk van hoe u verzekerd bent. Het is van belang om vooraf uit te zoeken of u een eigen bijdrage moet betalen boven op het bedrag dat door uw zorgverzekering wordt vergoed. Raadpleeg hiervoor uw polisvoorwaarden.

Hoe vindt een sterilisatie plaats?

Bij Isala worden drie sterilisatiemethoden uitgevoerd:

  1. Sterilisatie tijdens een kijkoperatie in de buik (laparoscopie)
    Bij een sterilisatie via een kijkbuisoperatie (laparoscopie) maakt de gynaecoloog een sneetje van ongeveer één centimeter in de onderrand van de navel. Via dat sneetje brengt hij een dunne holle naald in de buikholte. Hierdoor wordt de buik gevuld met onschadelijk koolzuurgas. Zo ontstaat 'kijkruimte' in de buik om de eileiders te zien; zonder gas in de buik liggen de eileiders achter darmen verscholen. Daarna brengt de gynaecoloog via hetzelfde sneetje een kijkbuis in de buik. Een tweede sneetje wordt in de buurt van de bovengrens van het schaamhaar gemaakt. Hierdoor wordt een instrument ingebracht waarmee de gynaecoloog de sterilisatie uitvoert.

    De gynaecoloog kan de eileiders op verschillende manieren afsluiten. In Nederland worden clips (Filshieclips) het meest gebruikt. Ook kunnen eileiders worden dicht gebrand (coagulatie) of ringetjes (Falope ringetjes) geplaatst worden over de eileiders. Ringetjes en clipjes bieden evenveel veiligheid in het voorkomen van een zwangerschap. Na dichtbranden is de kans op een zwangerschap hoger, tenzij bijna de hele eileider dicht gebrand wordt. De gynaecoloog bespreekt voor de operatie met u welke van de drie methoden (ringetjes, clipjes of dichtbranden) wordt gebruikt. Doorgaans worden clipjes gebruikt.

    Deze ingreep gebeurt meestal in dagbehandeling onder algehele verdoving (narcose). Als zich geen problemen voordoen, duurt de ingreep ongeveer een kwartier.

  2. Sterilisatie volgens de Essure®-methode
    De Essure®-sterilisatiemethode is een behandeling waarbij de eileiders worden afgesloten door het inbrengen van kleine veertjes. De veertjes worden in de opening van de eileiders aangebracht tijdens een kijkoperatie via de vagina en baarmoederhals. De polyester vezeltjes in het veertje zorgen ervoor dat in de eileiders een proces op gang gebracht wordt, waardoor de eileiders na ongeveer drie maanden dichtgegroeid zijn. Hierdoor kan er geen bevruchting meer plaatsvinden.

    De laatste tijd is deze methode negatiever in het nieuws gekomen omdat sommige vrouwen toch klachten krijgen van de ingebrachte veertjes, mogelijk ten gevolge van een allergie op het nikkel in de veertjes. Het is moeilijk na te gaan of klachten van bijvoorbeeld moeheid of gewrichtsklachten, soms jaren na de ingreep optredend, gerelateerd zijn aan de Essure®-sterilisatie. Omdat niet uitgesloten kan worden dat de klachten toch gerelateerd zijn aan de Essure® sterilisatie worden de veertjes met de beide eileiders dan toch via een kijkoperatie onder narcose verwijderd. Inmiddels heeft fabrikant Bayer de Essure ® sterilisatie methode van de Europese markt gehaald, niet omdat ze twijfelen aan de veiligheid, maar omdat de verkoop is ingestort. In Isala is deze manier van sterilisatie dan ook niet meer mogelijk.

  3. Sterilisatie tijdens een buikoperatie
    De gynaecoloog kan ook een sterilisatie uitvoeren tijdens een buikoperatie, zoals een keizersnede. Soms worden hierbij ringetjes of clips gebruikt, maar soms is dit niet mogelijk omdat de eileiders te dik zijn. De eileiders worden dan afgebonden.
    Deze ingreep gebeurt uiteraard onder algehele verdoving (narcose). Na een buikoperatie kunt u niet dezelfde dag naar huis en blijft u 3 tot 5 dagen in het ziekenhuis. Het herstel duurt ook langer.

Ad 1. Sterilisatie tijdens een kijkoperatie in de buik (laparoscopie)

Voorbereiding

  • Nadat u met uw behandelend arts heeft besproken dat u een operatieve ingreep zult ondergaan, krijgt u een afspraak voor een preoperatief onderzoek. Meer informatie over dit onderzoek en de opname kunt u lezen in de folder Opname in Isala.

Oproep voor opname

  • Ongeveer een week vóór uw operatie neemt de planningscoördinator van de polikliniek Gynaecologie telefonisch contact met u op. Zij geeft u de opnamedag, het opnametijdstip en de operatiedag door. Mocht u telefonisch niet bereikbaar zijn, stelt zij u hiervan schriftelijk op de hoogte.
  • Bijna altijd gebeurt een sterilisatie in dagbehandeling. Dat betekent dat u op de dag van opname wordt behandeld en dezelfde dag naar huis gaat.
  • Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, zal zij namens de anesthesist doorgeven of u hiermee moet stoppen en wanneer u hier eventueel mee moet stoppen.
  • Heeft u vragen over uw opnameperiode, dan kunt u deze stellen aan de planningscoördinator via telefoonnummer: 088 624 54 27.
  • Ongesteld zijn tijdens de sterilisatie is geen probleem.

De dag van de opname en de ingreep

  • U bent opgenomen op een dagafdeling. De ingreep zelf duurt ongeveer een half uur. Een verpleegkundige legt u uit wat er gaat gebeuren en doet controles. Zij brengt u eerst naar de ontvangstruimte van de operatieafdeling. U krijgt een infuus en bewakingsapparatuur. Op de operatiekamer ziet u de gynaecoloog die de operatie doet. Het team neemt nog eenmaal alle gegevens door. Dan krijgt u de narcose. Via het infuus krijgt u de slaapmedicatie. Uw blaas wordt met een katheter leeggemaakt. De gynaecoloog maakt in de onderrand van de navel een sneetje van ongeveer 1 cm. Via dit sneetje wordt een kijkbuis ingebracht met camera. Gas wordt in de buik geblazen waardoor ruimte ontstaat om de baarmoeder en eileiders. Een tweede sneetje wordt gemaakt boven het schaambeen waardoor het sterilisatie instrument wordt ingebracht. Met dit instrument worden clipjes geplaatst over beide eileiders, waardoor deze zijn afgesloten. Instrumenten worden verwijderd en het gas wordt uit de buik verwijderd. De wondjes worden gehecht.

Na de operatie/leefregels voor thuis

  • Direct na de sterilisatie heeft u waarschijnlijk buikpijn waarvoor u zo nodig pijnstilling krijgt. Deze pijn vermindert meestal de eerste uren na de sterilisatie en verdwijnt aan het eind van de dag. Bij sommige vrouwen houdt de buikpijn de eerste dagen na de sterilisatie nog aan. U kunt hier gerust pijnstillers voor gebruiken.
  • Ook schouderpijn komt voor na een sterilisatie. Deze pijn verdwijnt meestal op de dag na de operatie.
  • Op de dag van de sterilisatie bent u door de operatie en de narcose vaak nog niet fit. Het is daarom verstandig dat u uit het ziekenhuis wordt opgehaald. Zelf autorijden of met openbaar vervoer naar huis gaan wordt afgeraden.
  • Soms wordt tijdens de operatie de baarmoederhals via de schede met een tangetje vastgepakt om de baarmoeder en de eileiders tijdens de operatie te kunnen bewegen. Hierdoor kan er enkele dagen na de ingreep wat bloedverlies via de schede zijn.
  • De wondjes in uw buik zijn meestal gehecht met zelfoplossende hechtingen. Het duurt soms ruim 6 weken voordat de uiteinden van de draadjes die u nog ziet, verdwenen zijn. U kunt gerust douchen of een bad nemen terwijl de hechtingen nog aanwezig zijn. Om uw kleding schoon te houden, kunt u er een pleister overheen plakken.
  • De meeste vrouwen hebben een paar dagen nodig voordat zij zich weer helemaal hersteld voelen. Als u thuis kleine kinderen heeft, is het verstandig de eerste dagen extra hulp te regelen. Werk kunt u hervatten als u weer hersteld bent. Voor de meeste vrouwen is dit na enkele dagen, andere vrouwen hebben wat langere tijd nodig, bijvoorbeeld een week.
  • Een sterilisatie is direct veilig, al zult u zo lang de buik nog gevoelig is, nog niet veel zin in gemeenschap hebben.

Voeding

  • U mag alles eten en drinken, zoals u thuis gewend bent.

Pijnbestrijding

  • Paracetamol: 4 x daags 1000 mg. Neem de pijnstillers op vaste tijden (8.00-12.00-17.00-22.00 uur) in. Als u geen pijn meer heeft, dan kunt u de paracetamol afbouwen.
  • Het kan zijn dat de arts u tevens andere pijnmedicatie adviseert naast de Paracetamol.

Bloedverdunnende medicatie (indien van toepassing)

  • Wanneer u bloedverdunnende medicatie gebruikt bepaald de arts en/of eventuele trombosedienst wanneer u deze weer mag herstarten.

Eventueel nieuw voorgeschreven medicatie kunt u ophalen bij de ziekenhuisapotheek of thuisapotheek. De verpleegkundige geeft u hier informatie over

Afgesproken methode blijkt niet mogelijk

Het kan zijn dat tijdens de laparoscopische (of buikoperatie) blijkt dat er problemen zijn en dat de afgesproken methode van sterilisatie niet mogelijk is.

  • Een kijkbuisoperatie lukt niet of de eileiders zijn niet te zien
    Een heel enkele keer lukt het de gynaecoloog niet om de kijkbuis in de buik in te brengen. Vooral bij vrouwen met fors overgewicht is dit soms moeilijk. Ook kan het een heel enkele keer niet lukken om de eileiders te zien. Dit probleem komt eigenlijk alleen voor bij vrouwen die een ernstige buikvliesontsteking, een ernstige eierstokontsteking of uitgebreide buikoperatie(s) hebben gehad. Daardoor zijn soms veel verklevingen rond de eileiders aanwezig. Na een 'gewone' blindedarmoperatie bestaat dit probleem doorgaans niet.

    Omdat u onder narcose bent, kan de gynaecoloog niet met u overleggen. Er zijn twee mogelijkheden: de operatie stoppen of de operatie via een 'buikoperatie' doen. Hierbij wordt een wat grotere snede in de buik gemaakt (een zogenaamde bikinisnede). Daarna wordt de sterilisatie zelf alsnog uitgevoerd zoals met u is afgesproken (ringetjes, clipjes, dichtbranden of afbinden).

  • Het lukt niet om ringetjes of clipjes aan te brengen
    Soms blijkt het technisch onmogelijk om ringetjes of clipjes aan te brengen; de eileiders zijn te dik of scheuren door. De gynaecoloog beslist dan om een andere methode te gebruiken, zoals branden. Na de operatie vertelt de arts u of de gebruikte methode noodgedwongen anders is geweest dan van tevoren was afgesproken.

  • Een derde sneetje is noodzakelijk
    Soms zijn de eileiders moeilijk vast te pakken met het instrument waarmee de sterilisatie wordt uitgevoerd. De gynaecoloog maakt dan een derde sneetje aan de zijkant van de buik. Een instrument dat hierdoor wordt ingebracht, helpt de eileider te laten zien zodat de sterilisatie goed kan worden uitgevoerd.

  • Er treedt een complicatie op, waardoor een buikoperatie noodzakelijk is
    Bij zeer grote uitzondering treedt een complicatie op, waardoor een buikoperatie noodzakelijk is. Bij een complicatie moet datgene gedaan worden wat op dat ogenblik noodzakelijk is om de complicatie te verhelpen.

    Ondanks deze lange lijst van mogelijke problemen verloopt een sterilisatie bij het allergrootste deel van de vrouwen probleemloos. Toch is het verstandig de gynaecoloog van tevoren te laten weten als u bezwaar heeft tegen een buikoperatie waarbij u een wat grotere snede krijgt en langer in het ziekenhuis blijft. Dit geldt vooral voor vrouwen met fors overgewicht of vroegere ontstekingen of operaties in de buik. De gynaecoloog voert de sterilisatie dan niet uit en doet geen buikoperatie, tenzij een complicatie een buikoperatie noodzakelijk maakt.

De kans op complicaties

Bij elke operatieve ingreep bestaat een kans op een complicatie. Hierboven werden al enkele problemen genoemd die kunnen voorkomen. Complicaties van een sterilisatieoperatie zijn zeer zeldzaam: zij komen bij minder dan 1 op de 1.000 vrouwen voor. Voorbeelden zijn beschadiging van de darm of blaas, grote bloedingen of een infectie. Dergelijke complicaties zijn goed te behandelen, maar vergen vaak een veel langere ziekenhuisopname dan gepland en een veel langduriger herstel.

Wanneer contact opnemen?

Krijgt u na de sterilisatie koorts of hevige buikpijn? Neem dan contact op met de gynaecoloog, ook als de sterilisatie al een paar dagen geleden heeft plaatsgevonden.

Als na sterilisatie toch een zwangerschap optreedt (zeldzaam, zie hierboven), meldt u zich dan meteen bij een gynaecoloog, Als de zwangerschap in de baarmoeder aanwezig is, kiezen veel vrouwen voor het afbreken van de zwangerschap. Tijdens deze ingreep kan dan opnieuw een laparoscopie (kijkbuisoperatie) gedaan worden om te bezien wat de reden voor het mislukken van de sterilisatie was, en kan de sterilisatie opnieuw gebeuren.

Als de gynaecoloog die u in dit geval behandelt, niet dezelfde arts is als degene die de sterilisatie vroeger heeft gedaan, is het zinvol om deze laatste wel op de hoogte te brengen van uw zwangerschap. U kunt de behandelend gynaecoloog vragen dit voor u te doen.

Contact na ontslag uit het ziekenhuis

  • Tot 10 dagen na ontslag tijdens kantooruren: polikliniek Gynaecologie 088 624 56 04.
    Buiten kantooruren: 088 624 50 00, u wordt dan doorverbonden met de dienstdoende arts.
  • Na deze termijn dient u uw eigen huisarts te raadplegen

Nacontrole
Er vindt in principe geen controleafspraak bij de gynaecoloog plaats na sterilisatie.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

polikliniek Gynaecologie
088 624 56 04 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel

polikliniek Gynaecologie
088 624 56 04  (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Voor meer informatie kunt u ook kijken op www.degynaecoloog.nl.

Laatst gewijzigd 11 maart 2022 / 5366 / 315209